Reisverslag Verenigde Staten

Dag-tot-dagbeschrijving:

Amsterdam – Los Angeles (vlucht)

Na een nachtje Sheraton (aanbiedinkje hoor, anders is het veel te duur), vertrekken we op tijd naar de incheckbalie. We zijn er behoorlijk vroeg, maar het is al wel een drukte van jewelste. Van inchecken tot boarden is het ritueel redelijk veranderd ten opzichte van de vorige keer. Alles gebeurt nu voordat je bij de gate aankomt, waardoor het daar best lekker loopt. Bij de eerdere checkpoints is het een ander verhaal. De schoenen moeten weer uit (terwijl we dat toch al jaren geleden achter ons hadden gelaten) en nu moet ook alle elektronica uit de tas en apart door de scanner. Lekker als je 3 camera’s, 2 mobiele telefoons, 1 laptop en een scala aan aanverwante artikelen bij je hebt!

Onze vlucht (KL 601) vertrekt helaas met vertraging omdat er een defect is aan de airco. Dat is te merken ook, het is bloedwarm! Gelukkig kunnen ze de boel herstellen en rond half 11 kunnen we dan toch met ongeveer een half uur vertraging de lucht in. In eerste instantie geeft de gezagvoerder aan dat we op de oorspronkelijke tijd zullen aankomen, omdat de verwachte vliegtijd korter dan gepland is. Helaas weet hij deze belofte niet waar te maken. En dan werkt vervolgens ook nog eens het inflight entertainment niet. Murphy’s law zoals het cabinepersoneel het zelf noemt. Gelukkig kunnen ze het systeem rebooten. Het duurt wel 20 minuten, maar dan heb je ook wat. Is toch wel fijn om de tijd te doden met een paar leuke films, want anders is bijna 11 uur vliegen toch wel erg lang…

Tijdens de vlucht doet zich een vreemd verschijnsel voor. Verspreid door het vliegtuig zitten een aantal exotische mannen, die elkaar continu opzoeken. Waarom ze niet bij elkaar zijn gaan zitten, is mij een raadsel, maar blijkbaar heb ik het geluk dat de leader of the pack op de stoel voor me zit. Regelmatig hangt een van zijn maten in het gangpad rond. Natuurlijk lekker leunen op de stoel, daarbij geen rekening houdend met het feit dat de kleine dikke worstachtige vingers mijn beeldscherm blokkeren en ik daardoor mijn spannende film niet kan volgen. Overigens zijn ze wel zo aardig om hun worstjes te verwijderen als ik erom vraag.

Net als ik een beetje probeer te dutten, voel ik iemand met mijn voeten spelen. En dan bedoel ik dit niet figuurlijk zoals in de Zeeuwse uitdrukking, maar letterlijk! De exoot die voor me zit, is blijkbaar op zoek naar zijn schoenen en denkt ze gevonden te hebben. Sorry makker, maar deze stappers zijn al bezet! Hij schrikt in eerste instantie als de schoenen tot leven komen en vervolgens schieten we beide in de lach.

Uiteindelijk komen we rond kwart over 12 aan op LAX. Het douane ritueel is hier, zoals verwacht, een drama! Verschillende rijen voor verschillende werkzaamheden en het schiet niet op. Bij de laatste haltes mogen we in een korte rij aansluiten. Wij blij! Maar niet voor lang, want ze zijn maar met twee personen aan het helpen en eentje hiervan loopt plotseling weg en komt niet meer terug. Een kwartier later komt een ander mannetje een van de balies bemannen, maar na een ruime 10 minuten is hij nog steeds niet geïnstalleerd en lijkt hij ook zo lang mogelijk te rekken om maar niet aan het werk te hoeven gaan. Ik ben er klaar mee en ga bij een andere rij staan. Goede keuze, zo blijkt, want we zijn nu redelijk snel aan de beurt (hier zijn zo’n vijf balies bemand met mensen die wat meer van doorwerken houden) en mensen die in de andere rij voor ons stonden, hebben het nakijken. Een voordeel van zo’n lang douanetraject is wel dat je bagage al op je ligt te wachten tegen de tijd dat je bij de bagageband bent.

Dan gaan we op zoek naar Alamo. Blijkt dat er een halte is waar de verschillende verhuurbedrijven hun klanten met bussen oppikken. Als we aan komen lopen, komt net de bus van Alamo aanrijden. Een hele mensenmeute probeert zich naar binnen te proppen. Ik laat een vrouwtje voorgaan omdat haar man al in de bus zit. Dan gaat de deur net voor onze neus dicht. Dat zal me leren sociaal te zijn! Vervolgens komen alle verhuurbedrijven regelmatig langs, maar geen Alamo. Na lang wachten komt er weer een bus en deze keer geen mrs Nice meer. Ik kruip flink voor en hou de mensen tegen zodat Martin en ik er nog net in kunnen. De deur gaat net achter onze billen dicht! Tja, sorry mensen, ik had echt geen zin meer om nog een uur te wachten. Het is nog best een eindje hobbelen, dus lopen is ook geen optie.

Bij de verhuurbalie gaat het er bijzonder aan toe. Ik heb van tevoren alle gegevens online ingegeven, dus als we eenmaal aan de beurt zijn, gaat het best snel. Vervolgens krijgen we te horen dat we van het gekozen type gewoon een auto uit kunnen kiezen en hiermee kunnen wegrijden. Dat klinkt vreemd, maar ook erg luxe dat je een auto kunt uitkiezen die je zelf leuk vindt. Als we bij de standplaats van de auto’s komen, staan er maar een paar auto’s, die allemaal bezet zijn, behalve een minivan. Die willen we natuurlijk niet. Na even te hebben gewacht, komt een auto die nog nat is van de wasbeurt aanrijden en ik gooi gelijk mijn charmes in de strijd om deze in te pikken. Het werkt! De rest heeft het nakijken en wij hebben een stoere Dodge om in rond te crossen. We hadden eigenlijk een Fullsize, maar nu dus voor hetzelfde geld een SUV. Top! Het is inmiddels bijna 3 uur ’s middags, maar we kunnen op weg!

Na wat detours (met dank aan de miskoop van de eeuw: onze nieuwe tomtom) kunnen we eindelijk het vliegveld verlaten en naar Griffith Observatory rijden. Wat een rit! Wat een drukte! Het rijden in LA vind ik eigenlijk nog wel meevallen, maar bij het Observatory is het in de file er naartoe rijden en vervolgens in de file een parkeerplaats zoeken. Bizar! Als we hadden geweten dat dit zoveel tijd zou kosten, dan hadden we het niet gedaan en waren we lekker naar het strand gegaan. Maar goed, we zijn er nu toch, dus maken we een paar foto’s van de Hollywood letters en het Observatory en dan gaan we terug naar de auto en op zoek naar ons hotel.

We wilden graag in Santa Monica verblijven, maar daar zijn de hotels erg duur. In dit geval voor de goede ligging gekozen en op de koop genomen dat het verder niet zo bijzonder is. Cal Mar Hotel Suites ligt op loopafstand van het strand en de pier. Van buiten ziet het er best leuk uit, zeker met het zwembad te midden van de kamers, maar de kamer zelf (208) is niet bijzonder. Maar we hebben alles wat we nodig hebben en kunnen lekker te voet naar de pier. Natuurlijk maak ik nog een paar mooie avondshots van de wereldberoemde pier, eten we een pizza’tje to go en lopen we langs het route 66 bord dat het eindpunt van deze wereldberoemde route aangeeft.

Inmiddels zijn we aardig wat uurtjes op de been en begint de vermoeidheid toe te slaan. We willen morgen graag de zonsopkomst aan de zee zien, dus we besluiten redelijk op tijd het bed in te duiken. Ik had nog graag naar de Disney Concert Hall willen gaan, omdat dit een apart gebouw is en het ’s avonds mooi verlicht is. Dit tripje gaat echter nog zeker twee uur kosten, dus besluiten we het erbij te laten voor vandaag. Het was een vermoeiend en druk dagje en ben wel toe aan een paar uurtjes rust.

Terug naar boven

Los Angeles – Wuksachi Village

De dag begint goed. We staan op tijd op om de zonsopkomst op het strand te zien. De zonsondergang hebben we gisteren gemist, dus gaan we dit proberen. Helaas zit er weinig kleur in de lucht en er vallen zelfs een paar druppels. Dat mag de pret niet drukken. We gaan op zoek naar een leuk Baywatch huisje. Het lukt ons om er eentje te vinden zonder zwervers erop of eronder. Natuurlijk moeten we hier een foto maken. Als we dat gedaan hebben, installeren we ons op het strand en genieten we van ons ontbijt. Dit is pas vakantie!

Na het ontbijt gaan we terug naar het hotel, pakken onze spullen en gaan op weg naar onze volgende bestemming. We hopen dat we nog in de gelegenheid zijn om een lokale simkaart te kopen, maar ondanks dat het zo’n grote stad is, zijn de winkels hier op zondag dicht. De wegen in LA zijn overigens echt heel erg slecht. Ze zitten vol ribbels en gaten en er ligt behoorlijk wat rotzooi op de weg. Als we LA achter ons hebben gelaten, worden de wegen een stuk beter en ook het weer wordt steeds beter.

De rit verloopt voorspoedig, maar zo’n 30 km voor ons eindbestemming, zien we een minder prettige mededeling. Er staat een bord met de aankondiging dat er sprake is van flinke weekenddrukte. We hopen nog even dat het wel meevalt, maar die illusie duurt maar kort. We komen al snel nagenoeg stil te staan. Dit festijn levert ons twee uur vertraging op. Vervolgens kunnen we bij geen enkele bezienswaardigheid onze auto parkeren en worden we genoodzaakt om naar afgelegen, minder drukke parkeerplekken door te rijden en met de shuttlebus te gaan. Dit grapje levert ons nog eens meer dan één uur extra vertraging oplevert. Dit is niet leuk!

Het enige voordeeltje van vandaag is dat we gratis het park in mogen. Blijkbaar was een ambulance ingeschakeld en wilde men de ingang vrij houden van file, dus mochten we daar zonder te betalen doorheen. Niet dat het voor ons voordeel oplevert, want we gaan toch een nationale park pas kopen, maar het klinkt leuk.

Onderweg stoppen we bij een uitzichtpunt op Moro Rock. Dit is een enorm grote rots die boven alle anderen uitsteekt en een markant uitzichtpunt.

Natuurlijk willen we de General Sherman Tree bezoeken. Dit is de bekendste Sequoia boom van het park, vanwege zijn hoogte en omvang. Nu hebben we al ontdekt dat Sequoia bomen sowieso indrukwekkend van omgang zijn, maar deze is blijkbaar nog groter. Er staat op verschillende plaatsen aangegeven dat je niet van de paden mag afwijken (en dus zeker niet over de balustrade mag klimmen om met deze enorm bomen op de foto te gaan). Maar ja, blijkbaar zijn hier veel analfabeten. De een na de ander staat de bomen te knuffelen voor een foto. Wat verder opvalt, zijn het enorm aantal Mexicanen dat hier rond loopt. Hele families en meestal niet bepaald ondervoed. Natuurlijk ook hele meutes Aziaten, maar dat is niet uniek voor welke bestemming dan ook.

Vervolgens willen we ook nog even terug naar de Big Trees Trail. Op weg naar Sherman zijn we hier langs gekomen, maar was er geen mogelijkheid om hier te stoppen. Omdat het nu wat later is, gaan we het opnieuw proberen. Het lukt! Op de overloopparkeerplaats van de overloopparkeerplaats weten we nog een plekje te bemachtigen. Het licht valt prachtig op de indrukwekkende roodbruine boomstammen en de immense hoge groene toppen steken prachtig af tegen de strakblauwe lucht. Om eerlijk te zijn, vind ik dit veel mooier dan Sherman. Hier ook minder mensenmassa en kun je relatief rustig een rondje lopen.

Dan vervolgen we onze weg naar onze overnachtingsplek van de komende twee nachten, de Wuksachi Lodge. Het is inmiddels zeven uur ‘s avonds voordat we hier aankomen. Bij het welkomstbord van de lodge staat een hert. Het staat zo stil, dat Martin denkt dat ze een opgezette variant hier neer hebben gezet. Ik verklaar hem voor gek en zeg dat hij moet stoppen voor een foto. We stoppen vlak naast het hert en ik draai het raampje open. Pas dan komt er een teken van leven. Dit mooie dier is blijkbaar helemaal niet bang voor ons!

Het inchecken verloop soepel en we worden aangeraden om voor het diner te reserveren. Het blijkt namelijk Labourday Weekend te zijn, wat tevens de verklaring is voor de absurde drukte die we hebben mogen ervaren. Helaas is het vroegst beschikbare tijdstip voor een diner om half 9 ‘s avonds. Niet fijn, maar het is niet anders. We rijden naar het parkeerterrein voor het Stewart gebouw en verhuizen ons hebben en houden naar kamer 102.

Om half 9 schuiven we aan tafel en bestellen we beide een hamburger. Er is niet veel keuze, maar hier hebben we beide wel zin in. De burgers zijn echter redelijk zwart. Die van Martin is nog te doen, maar mijn exemplaar is op sommige plekken wel heel erg verbrand en dat proef je. Terwijl ik de zwarte stukken eraf snij komt de serveerster en vraagt of alles naar wens is. Als ik aangeef dat het wel heel erg is aangebrand, geeft ze direct aan een nieuw exemplaar voor mij te regelen. Een paar tellen later komt een ander mannetje naar ons toe om zijn excuses te maken. Tevens met het aanbod voor een gratis toetje. Lief aangeboden, maar dat hoeft natuurlijk niet. Als de nieuwe hamburger komt, is hij in elk geval minder zwart, maar veel smaak heeft hij niet. Toch gek, want zo moeilijk is het niet om een smaakvolle hamburger te maken. Zelfs een hamburger van McDonalds heeft meer smaak dan dit. Maar goed, ons buikje is gevuld en gelukkig kunnen we op een aantal overnachtingsplekken zelf koken.

Als we terug naar onze kamer lopen, is de temperatuur aanzienlijk gedaald. Daar waar het overdag zo’n 28 graden was, is het nu dik onder de 10. Dat is even wennen!

De sterrenhemel is hier trouwens prachtig! Je zit hier op zeker 2000 meter hoogte en je bent hier ver verwijderd van de bewoonde wereld. Geen lichtvervuiling waardoor de sterren volledig tot hun recht komen. Heel erg mooi!

Terug naar boven

Wuksachi Village (dagtocht Sequoia / Kings Canyon NP)

Vandaag staan we vroeg op. We hebben geen zin in een herhaling van de drukte en het filerijden van gisteren, dus even na zevenen zitten we in de auto en gaan we het nationale park verder ontdekken.

We zijn tot de ontdekking gekomen dat we de Tunnel Log gisteren gemist hebben, dus daar beginnen we vandaag mee. We rijden naar de Crescent Meadow, waar slechts een enkele verdwaalde toerist op dit tijdstip te vinden is. Vlak bij de ingang fotografeer ik een waarschuwingsbordje voor wilde beren. Zoals meestal met dit soort bordjes lijken ze de belofte uit te spreken dat je het betreffende dier ook gaat zien, maar blijkt de praktijk tegen te vallen.

We rijden naar de Tunnel Log. Dit is een omgevallen Sequoia waar ze een doorgang uit hebben gezaagd, waardoor je er met de auto doorheen kunt rijden. Aangezien we op dat moment de enigen zijn, kunnen we zelfs de auto in de doorgang parkeren en een foto van ons samen met onze stoere bolide maken. Daarna willen we op een ander punt stoppen waar wederom een omgevallen boom ligt, maar dan met een indrukwekkende doorsnede van wortels. Net als we de auto geparkeerd hebben en een foto willen maken, stop een andere auto en attendeert ons erop dat ze zojuist een zwarte beer hebben gespot. Als ik vraag waar, is het antwoord “bij de grote boom”. Een grote boom in een Sequoia bos? Iets concreter was prettig geweest… Maar goed, we gaan op zoek. In eerste instantie zonder succes. Martin wil nog even een stukje verder lopen en terwijl ik terug loop naar de auto, zie ik de beer tussen de struiken. Ik zet de achtervolging in (uiteraard vanaf een veilige afstand) en uiteindelijk lukt het zelfs om de beer op de gevoelige plaat vast te leggen. Is dat even boffen! Als die mensen ons niet hadden gewaarschuwd hadden we hem zeker niet gezien.

Als we de Crescent Meadow willen verlaten, wordt meteen duidelijk waarom we dit gisteren gemist hebben. De weg is namelijk afgesloten. Vanochtend konden we er gewoon inrijden, maar nu is de ingang afgezet. Eruit kan gelukkig wel. Ik neem aan dat het te maken heeft met de drukte die ze verwachten. De weg is vrij smal en als je hier met twee auto’s langs elkaar moet rijden, is dat wel een dingetje. En zeker als er dan ook nog overal auto’s langs de kant van de weg geparkeerd staan. Dubbel boffen dus!

Via een prachtige route rijden we van Sequoia National Park, via Sequoia National Forest, naar Kings Canyon National Park. Onderweg komen we verschillende brandweerauto’s tegen die in volle vaart de andere kant uit rijden. Als dat maar goed gaat! Je ziet op genoeg plekken flinke stukken met zwartgeblakerde bomen. Hopelijk kunnen we vanavond wel nog terug naar de lodge…

De route die we rijden is ontzettend mooi! De drukte van gisteren laten we achter ons en geheel op eigen tempo rijden we slingerend door het prachtige landschap. Onderweg maken we diverse tussenstops bij mooie uitzichtpunten, watervallen en andere bezienswaardigheden (o.a. General Grant Tree, Kings Canyon Overlook, Grizzly Falls, Canyon View, Roaring River Falls en Zumwalt Meadow). Dit is echt een aanrader!

Omdat we vanochtend zo vroeg vertrokken zijn, zijn we lekker op tijd weer bij de lodge en kan ik op mijn gemak mijn reisverslag van de afgelopen dagen maken. Heel fijn, want dan kan ik na het eten lekker op tijd naar bed. Dat vroege vertrekken is zo goed bevallen, dat we besluiten dit ritueel morgen weer te herhalen.

Het eten in de lodge is overigens ook vanavond weer smaakloos. En dat terwijl ik een simpel pasta’tje heb en Martin een soort van pizza. Wat zou ik graag de keuken in lopen en kok eens een lesje pasta maken geven. Of misschien kan ik Gordon Ramsay eens op ze afsturen. Hier is zeker winst te behalen!

Terug naar boven

Wuksachi Village – Monterey

Ook vandaag is het weer vroeg dag. Om half 7 zijn we al uitgecheckt en rijden we via dezelfde toeristische route als gisteren het park uit. Het is een aardig eindje rijden naar Monterey, maar rond half twaalf komen we op onze bestemming aan. Ik dacht in eerste instantie dat het een klein schattig plaatsje was, maar in de grootte heb ik me dus duidelijk vergist. Het schattige gedeelte klopt wel. In het toeristische gedeelte aan de kust, zijn allemaal knusse restaurantjes en winkeltjes en het ziet er heel sfeervol uit.

Onze eerste stop is het aquarium. Dat schijnt een van Amerika’s bekendste aquariums te zijn, dus dat kunnen we niet zomaar overslaan. Ik moet eerlijk bekennen dat het inderdaad een erg mooi aquarium is. Ik denk dat ik die in Vancouver mooier vond, maar deze komt toch aardig in de buurt. Bij binnenkomst kom je direct in het Kelp Forest terecht. Een soort onderwaterwoud van 8 meter diep. Hier zwemmen verschillende haaien, waaronder de mooie leopard shark. Verder hebben ze diverse mooie vissen, roggen in verschillende soorten en maten, hamerhaaien en een zeer grote tonijnvariant. Ook staan ze bekend vanwege de Giant Pacific Octopus. Dit schijnt een gigantische inktvis te zijn, maar hij zit lekker weggestopt in een hoekje van zijn tank, dus erg indrukwekkend lijkt hij zo niet.

De zeeotters zijn altijd schattig om naar te kijken. Ze spelen gezellig samen en maken van iedere hoek van hun aquarium gebruik. Verder hebben ze ook een voelgedeelte in het aquarium. Hier kun je bepaalde soorten aanraken. Zo kun je bijvoorbeeld abalony aanraken en dat wil ik wel doen. Volgens het vrouwtje voel je verschil tussen een levende variant en eentje waarvan alleen nog de schelp over is. Ik denk het inderdaad te voelen.

Mijn favoriete gedeelte is dat van de jellyfish. Daar kan ik uren naar kijken. Zulke mooie en bijzondere varianten en geen moment hetzelfde. Maar ook de kleine kleurrijke squids zijn erg leuk. Vooral de varianten die van kleur veranderen of een soort lichtgolf laat zien. Wat ook grappig is, is het buitengedeelte. Daar hebben ze een soort bassin dat in verbinding staat met de zee en waarin honderden kleine rode krabjes zwemmen. Erg leuk om te zien.

Na ons bezoekje aan het aquarium gaan we naar de 17 Mile Drive. Dit is een scenic drive over het Monterey schiereiland met diverse uitzichtpunten over de mooie ruige kustlijn. We zien (en ruiken!) een zeeleeuwenkolonie. Terwijl we hiernaar staan te kijken, wordt Martin bijna beklommen door een groundsquirl. Ongelofelijk wat een brutale rakker!

We speuren het water af in de hoop op zeeotters. We hebben geluk! Op twee plekken langs de route is het prijs. Zien is één ding, maar fotograferen van actieve zeeotters in de verte is een ander. Hoe dan ook is het genieten om deze dieren in het wild te zien. Alsof dat nog niet genoeg is, zien we ook diverse walvissen in de verte. Meestal zien we het water spuiten, maar in een enkel geval ook de rug of zelfs de staart. Het is boffen vandaag!

Het bekendste punt langs de route is de Lone Cypress. Het is even zoeken naar het juiste fotopunt, maar natuurlijk is dat geen probleem voor ons.

Als we de gehele route gereden hebben, koersen we richting onze overnachtingsplek. Bij de Stage Coach Lodge worden we vriendelijk ontvangen door de eigenaresse. Dit is een prima plek om te verblijven. Gratis parkeren op eigen terrein, prima kamer en voor de liefhebbers ook nog een klein zwembad. Nadat we ons geïnstalleerd hebben in kamer 208 gaan we naar Fisherman’s Wharf. Daar willen we een foto maken bij zonsondergang. Helaas zit er vanavond niet veel kleur in de lucht. Dan maar op zoek naar een eettentje.

Bij veel eettentjes is het relatief rustig, maar bij Old Fisherman’s Grotto is het zo druk dat je zelfs moet wachten tot een tafeltje vrij komt. Het menu ziet er goed uit, dus we besluiten hier te gaan eten. Met een pager kunnen we aan de bar wachten. Gelukkig duurt het niet heel erg lang voordat het apparaat begint te knipperen en trillen. We krijgen een tafeltje aan het raam. Martin kiest voor een clamp showder en ik ga voor de treasure of the sea (specialiteit van het restaurant van gevulde en gegratineerde kreeft). Dit is de eerste keer dat we echt lekker gegeten hebben. Ik heb ook kreeftscharen op mijn bord en ik dacht dat je hier ook het vlees uit moet halen. Maar ja, geen kraker om de scharen open te krijgen, dus ik zal met wel vergissen. Vervolgens komt onze ober Ricardo vragen of we klaar zijn en ziet dat ik de scharen niet heb gekraakt. Hij laat deze in de keuken kraken, zodat ik alsnog alles kan oppeuzelen. Bij het afrekenen krijg ik een roos van hem. Zal wel standaard in de bediening (en de prijs) zitten, maar is toch leuk.

Als we richting parkeerplaats lopen, zien we een groepje wasberen. Typische nachtdieren, dus ik ben blij dat we ze toch gezien hebben. Ik vermoed dat veel inwoners het een plaag vinden, maar ik vind ze erg schattig met hun mooi gemaskerde kopjes.

Het is al laat voordat we eindelijk weer terug bij het hotel zijn en we besluiten onze plannen voor morgen wat aan te passen zodat we niet weer voor dag en douw moeten opstaan.

Terug naar boven

Monterey – San Francisco

Voor het ontbijt werk ik nog even snel de website bij. We hebben niet overall (gratis) internet, dus optimaal gebruik ervan maken als we het wel hebben is het motto. Vanaf half 8 kunnen we ontbijten en we kunnen blij zijn dat we een van de eersten zijn. De ontbijtruimte is erg klein en het aanbod is vrij beperkt. Desondanks vind ik dit hotel nog steeds een aanrader met een prima prijs/kwaliteitverhouding.

Na het ontbijt rijden we via de Highway 1 naar San Francisco. Natuurlijk hebben we eerst file. Als we voorbij Santa Cruz zijn, wordt het echter prettiger rijden. Minder druk en Highway 1 staat bekend om zijn vele mooie uitzichtpunten onderweg. Je ziet hier vooral steile kliffen en strandjes. Op een van de punten zien we zelfs zeehonden. Ze liggen er een beetje lui bij en vertonen weinig activiteit.

In San Francisco gaan we natuurlijk eerst naar de Golden Gate. Na even zoeken vinden we de route naar het strandje met een mooi uitzicht op de brug. Via een steile wandelroute lopen we hier naar toe. Onderweg zien we meer dan we willen zien. Of er is hier een naaktstrand, of het is een dingetje om hier alles tentoon te spreiden wat je hebt. Aantrekkelijk is het niet. We zien een aantal oude naakte mannen met een lichaam dat op zijn minst “vergane glorie” kan worden genoemd. Bah!

Gelukkig verlicht het mooie uitzicht op de brug de pijn aan de ogen van de eerdere ervaring. Wat een mooie plek! Even een momentje pakken om hiervan te genieten!

Dan kunnen we weer aan de klim naar boven beginnen. In gedachten ren ik als een jonge slanke hinde naar boven. De werkelijkheid is echter wat weerbarstiger. Ik denk dat “Puffy” een passendere bijnaam is. Verhit komen we bij de auto even bij met een lekker koel colaatje.

Op weg naar het hotel, zien we dat je op stukken niet linksaf mag slaan op bepaalde tijdstippen. Uiteraard ligt ons hotel ergens waar we linksaf moeten slaan. Via een omweg weten we er toch te komen. Het aantal parkeerplekken bij Seaside Inn is erg beperkt en de plekken zijn ook nog eens redelijk smal. Bij het inchecken wordt zelfs gevraagd of we de auto netjes tussen de lijnen hebben geparkeerd om zoveel mogelijk gasten parkeergelegenheid te bieden. Als we de spullen naar kamer 206 hebben gebracht, vertrekken we snel om de stad verder te gaan verkennen.

San Francisco doet gezellig aan en de huizen zijn erg schattig. De straten kunnen enorm steil omhoog gaan, zoals we merken als we richting Lombard Street gaan. Wat een kuitenbijter! De hellingsgraad is zo hoog dat als je wilt stilstaan op de helling, je moet oppassen dat je niet achteruit valt. Lombard Street is de “crookedest street in the world”. De lange rechte hoofdweg Lombard Street gaat opeens over in een kort kronkelig stukje met haarspeldbochten. De weg slingert midden tussen bloemperken naar beneden. Ik heb hier leuke foto’s van gezien. Helaas valt de werkelijkheid een beetje tegen. De beplanting is te hoog, waardoor je de kronkeling van de weg nauwelijks kunt zien. Jammer hoor!

We lopen verder naar wederom een Fisherman’s Wharf. Hier is van alles te zien en te beleven. Een groepje mannen zit niet onverdienstelijk te zingen en krijg zelfs de neiging om mee te zingen en dansen op hun muziek. Je kunt een oorlogsschip en een onderzeeboot bekijken. Ook heb je mooi uitzicht op Alcatraz. Een populair trekpleister is Pier 39. Dit is de plek waar de zeeleeuwen rondhangen.

Verder staat San Francisco natuurlijk bekend om zijn trammetjes. We hadden graag een trammetje genomen, maar er staat een meterslange file van toeristen die hetzelfde idee hadden. Nou, wij laten ons idee maar snel varen en gaan een hapje eten.

Tegen de tijd dat we klaar zijn met eten, is het koud en winderig. Gelukkig zijn de winkeltjes nog open en kan ik een leuk San Francisco vest kopen. Tevens nog een paar kleine souvenirtjes gekocht en daarna naar het hotel voor een welverdiende nachtrust.

Terug naar boven

San Francisco – Yosemite NP

Plannen zijn mooi, maar als het weer niet meewerkt is het af en toe balen. We zijn heel vroeg opgestaan om bepakt en bezakt naar de zonsopkomst bij de Golden Gate te gaan en daar een ontbijtje te doen. Het is een stukje rijden, maar bij het beste viewpoint aangekomen, is het zo mistig dat je de brug niet eens kunt zien. We rijden een stukje terug naar een van de wat minder goede viewpoints. Daar parkeren we de auto in de hoop dat de mist nog optrekt. Ondertussen eten we ons ontbijt. Met vlagen is de brug te zien, maar na geruime tijd te hebben gewacht, besluiten we te vertrekken omdat er geen verbetering in zit.

Als we weer richting stad rijden, zien we dat er een mooie roze gloed in de lucht zit en dat de mistbanken vooral rond de brug en de bergen hangen. Jammer!

Voordeel is dat we nu San Francisco door kunnen rijden voordat de ochtendspits begint. De stad en voorsteden zijn echter zo groot dat we ook vandaag een file niet kunnen vermijden. Onze lange tocht naar Yosemite kan beginnen! Terwijl we onderweg zijn, krijg ik een smsje van Bianca. Toch grappig dat je zo ver weg kunt zijn en dan even via een paar smsjes toch zo dichtbij bent.

Op aanwijzing van onze gastvrouw (via bevestigingsmail) doen we boodschappen in Gloveland, het laatste plaatsje buiten het park waar boodschappen betaalbaar zijn. We slaan goed in, want we verblijven de komende nachten in een cabin waar we zelf kunnen koken. Gezien het gebrek aan kooktalent bij de Amerikaanse koks, koken we zelf. Dan weten we tenminste zeker dat we lekker eten!

Eigenlijk kunnen we pas vanaf 3 uur bij de cabin inchecken, maar we besluiten de gok te wagen en te kijken of Lauren en Bill thuis zijn. We hebben geluk. Lauren is net terug van boodschappen doen in Gloveland. Sterker nog, ze heeft ons gezien in de supermarkt. De cabin is nog niet klaar, maar we kunnen gelukkig wel al de boodschappen in de koelkast zetten.

Op naar Yosemite! Via de ingang Big Oak Flat rijden we het park binnen en het eerst punt dat we aandoen is Tunnel View. Daarna rijden we door naar Glacier Point Road, waar we na een aardige rit een erg mooi uitzicht hebben op de Half Dome. We zien zelfs nog een fractie van de Vernal en de Nevada Falls.

Vervolgens gaan we de Taft Trail lopen. Deze route wordt ons zowel door onze gastvrouw Lauren als de man van het Visitor Centre aangeraden. De trail leidt naar een indrukwekkende rotspartij. Terwijl wij bovenop een overhangende rots het uitzicht bewonderen, zie ik iemand foto’s van ons maken. Even later komt het meisje naar ons toe gelopen en laat de foto zien die ze heeft gemaakt. Wauw! Je ziet niet dat wij het zijn, maar je ziet wel hoe onbeduidend klein we zijn in dit immense landschap. Wat ook indruk maakt is hoe de rots overhangt. Dat heb je dus echt niet in de gaten als je erop staat. Ze belooft de foto naar mij te mailen en ik hoop dat ze het ook doet. Dit plaatje wil ik zeker hebben!

We mogen weer aan de tocht terug beginnen. Geen enkel pad loopt hier lekker vlak en door de hoogte waarop je loopt, is het al snel hijgen geblazen. Ik heb inmiddels dan ook de bijnaam “Puffy the Hillslayer” verdient. Ik kom iedere berg wel op, maar het gaat wel gepaard met aardig wat gepuf.

Net voor zonsondergang komen we bij de cabin aan, waar hond Clyde al op ons zit te wachten. Clyde is pas 10 maanden oud, maar heeft een aardig formaat. In beginsel is hij een beetje verlegen, maar inmiddels zijn we vriendjes geworden. Wellicht dat mijn hondenmassage a la Cesar Milan hier een positieve bijdrage aan heeft geleverd. Mijn nieuwe vriend is niet meer weg te slaan!

Terwijl Martin lekker pasta maakt, werk ik het reisverslag bij. En dan zit het er weer op voor vandaag!

Terug naar boven

Yosemite NP

We hebben van Lauren verse eitjes gekregen, dus vanochtend krijg ik een lekker ontbijt met een omelet. De keuze in de supermarkten hier is niet echt gericht op de Nederlandse ontbijtcultuur, dus de keuze aan broodbeleg is erg beperkt. Een goed kaasomeletje gaat er echter altijd in!

Het is nog fris als we bij de Bridalveil Falls aankomen. Terwijl ik op de parkeerplaats mijn bergschoenen aantrek, horen we van een van de rangers dat bijna alle watervallen van het park droog staan. Is dat even jammer, want die zijn toch wel echt een van de highlights van Yosemite.

We besluiten toch de korte wandeling naar de Bridalveil Falls te maken. Er komt nog een beetje water naar beneden, maar echt de moeite is het niet. Jammer!

Onze volgende stop is de wandeling naar de Lower Yosemite Falls. Ook hier weer een gevalletje jammer. Deze staat namelijk helemaal droog. We zien wel een schattige grijze squirl, dus dan maak ik daar maar een foto van. Altijd leuk!

Het is een drama om in Yosemite rond te rijden. Je wordt van de ene detour naar de andere geleid en het aantal plaatsen waar je kunt parkeren is toch een absurd minimum beperkt, omdat veel gereserveerd is voor personeel. Over klantvriendelijkheid gesproken! Uiteindelijk vinden we een parkeerplaats waar we de auto voor de dag kunnen parkeren. Bij de ingang van de parkeerplaats staan twee oudere dames bij een standje waar je informatie kunt vragen. We besluiten in de rij aan te sluiten. Het is zo’n zoektocht in het park omdat alles zo slecht is aangegeven en je niet weet hoe je op de diverse plekken moet komen. We zijn hier gekomen om te wandelen en te genieten van de natuur en niet om waardeloos aangegeven detourroutes te volgen. Terwijl we in de rij staan te wachten, horen we ook diverse andere mensen hierover klagen. Gelukkig maar, het ligt dus niet aan ons!

We hadden nog graag de wandeling naar Mirror Lake willen maken. Daar kun je met wat geluk de reflecties van de omliggende bergen en de Half Dome in het water zien. Het vrouwtje vertelt ons echter dat ook dit meertje droog staat. Tja, dan is het hele effect weg en we hebben gisteren al mooie viewpoints op de Half Dome gezien.

Nou, dan wordt het maar de wandeling door Cook’s Meadow. Op weg naar deze wandeling zien we een hert met jong langs de kant van de weg. De herten zijn hier totaal niet schuw. Er staan al een paar mensen bij te kijken. Opeens schiet het kleintje de weg over. Net als er een auto met redelijke snelheid aan komt rijden. Ik slaak een gilletje omdat ik denk dat het kleintje dit niet gaat overleven. Hij heeft echter een bijzonder goede beschermengel, want hij bereikt heelhuids de overkant. Gelukkig!

Aansluitend aan onze wandeling lopen we naar Yosemite Village, waar we nog even wat boodschappen doen (erg duur!) en de kaartjes posten.

Weer op weg terug naar de auto en ons huisje komen we tot de conclusie dat Yosemite niet is wat we ervan gehoopt hadden. De geijkte uitzichtpunten zijn mooi, maar door gebrek aan water zijn de vele watervallen (die erg mooi schijnen te zijn) niet de moeite van het bezoeken waard, evenals een sporadisch meer. Ik kan me voorstellen dat het in het voorjaar meer de moeite waard is, maar voor dit jaargetijde hoef je hier niet veel tijd te besteden.

Onze laatste stop voor we het park verlaten is de Valley View Point. Ook hier weer een mooi uitzichtpunt op de bezienswaardigheden en er stroomt zelfs wat water door de rivier!

Weer terug bij de cabin komt Lauren net aangelopen. Ik maak even een praatje met haar (Martin is net weggelopen om foto’s te maken van een cowboy die koeien drijft). Tot een paar meter voor de huisjes zijn de bomen zwartgeblakerd. Ze geeft aan dat dat van “de grote brand” van een drie jaar geleden is. De brandweer stond klaar om hun huisjes te redden, maar op een of andere manier heeft de brand een draai rondom het perceel gemaakt. Ze hebben enorm veel geluk gehad. Heb je net het ene gehad, volgt het volgende. De bomen die de brand overleefd hebben, kregen vervolgens te maken met een keverplaag. Je ziet de schade hiervan door het hele park.

Als ik Lauren aangeef dat we cowboys met hun kudde hebben gezien, geeft ze aan dat dit een uitstervend ras is. De overheid wil niet dat de koeien nog in de nationale parken komen, maar voor families waar dit al jarenlang hun bestaansrecht is, geldt een overgangsregeling. Zij mogen dit blijven doen. Slaan ze één jaar over, dan verliezen ze hun rechten.

Het eten is vanavond top. Een lekkere angus beef steak, wat aardappelpartjes met olijfolie en knoflook en een heerlijke frisse salade. Hmmm, dat is pas smullen!

Gisteravond hadden we tijdens het eten al gezien dat de lucht hier prachtig rood kleurt. Volgens Lauren is dit ook de beste plek om de zonsondergang te bekijken. Vanavond gaan we dus gewapend met camera vanaf het perceel foto’s maken. Terwijl de zon onder gaat en ik foto’s sta te maken, vliegen de vleermuizen me letterlijk om de oren.

Terug naar boven

Yosemite NP

We hebben inmiddels ontdekt dat Nationale Parken in het weekend een slecht idee zijn. Alsof het normaal gesproken nog niet druk genoeg is, lijkt heel Amerika in het weekend de natuur in te trekken. We hebben niet zo veel voor vandaag op het programma staan, maar staan toch vroeg op om de drukte en de warmte voor te zijn.

Een van de weinige watervallen die nog water heeft is Vernal Fall, dus besluiten we dat onze tocht vandaag hier naar toe gaat. Je kunt de waterval van beneden en boven bekijken, maar niet zonder fysieke inspanning. De route ernaar toe is namelijk een behoorlijke hijgroute. Als we het gedeelte tot aan de viewpoint aan de onderkant van de waterval hebben afgelegd, besluiten we niet verder te gaan. De normaal zo indrukwekkend stromende waterval heeft nu zo weinig water, dat je goed moet zoeken om hem te vinden. Vanaf één plekje kun je de waterval zien, maar als je even niet oplet ben je er voorbij. Er staan dan ook heel wat toeristen foto’s te maken richting de verkeerde kant.

We lopen weer terug naar het beginpunt van de route en zijn erg blij dat we zo vroeg zijn vertrokken. We waren vanochtend zeker niet de enigen en konden nauwelijks nog een plekje op de parkeerplaats vinden (en dat terwijl we er toch al om half negen waren). Nu is het echter nog vele malen drukker. Hele mensenmassa’s lopen hijgend en puffend naar boven. Sommigen zelfs met kleine kinderen van nog geen jaar oud. Ik weet niet wie ze denken hiermee een plezier te doen, maar ik zou met kleine kinderen toch voor een wat toegankelijkere wandelroute kiezen.

Weer terug bij ons huisje hebben we een lekker relaxt middagje. Eerst op het gemakje wat foto’s op de website zetten. Terwijl Martin buiten een boekje zit te lezen, doe ik lekker een middagdutje. Al die ochtenden om half zes opstaan en actief bezig zijn hakken er toch wel een beetje in als je boven de 40 bent…

Voor de zonsondergang gaan we vandaag naar het Valley View Point. Daar aangekomen is het erg druk, maar gelukkig zijn het bijna allemaal snapshotters die niet hier zijn voor de zonsondergang. Twee jongens hebben zich al geïnstalleerd met hun statief en camera, dus dat zijn wel blijvertjes. We dachten dat wij al behoorlijk vroeg waren, maar er zijn altijd gekken die er nog vroeger op uit zijn. Uit hun verhalen af te leiden, reizen ze de hele wereld over met als belangrijkste doel te fotograferen. Daar hou ik wel van!

De zonsondergang op dit punt laat niet zien hoe de lucht kleurt, want de zon gaat aan de andere kant onder. Het is echter de bedoeling dat de ondergaande zon de rotsen rood kleurt met haar licht. Ondanks de bewolking die is komen opzetten, lukt het om de mooie rode kleur vast te leggen. Een goede keuze!

Daarna in het donker naar de cabin. Het is een bochtige weg en je moet alert zijn op overstekend wildlife. Vermoeiend rijden dus. Weer bij de cabin aangekomen, maken we snel een bordje pasta. Dat hebben we wel verdiend.

Terug naar boven

Yosemite NP

Vanochtend geniet ik van mijn voorlopig laatste omeletje. Volgens Lauren is Hetch Hetchy erg warm, dus we vertrekken (wederom) vroeg. Op weg naar de ingang worden we verrast door de hoeveelheid loslopende koeien op en langs de weg. Waarschijnlijk is dit de kudde van de cowboys die we eerder deze week gezien hebben.

Net voor 8 uur komen we bij de poort van de toegangsweg aan. Deze is nog dicht. Stipt op tijd komt de ranger aangereden en dan kunnen we verder. Bij het entreepunt moet de medewerker de boel nog opstarten voordat we mogen passeren. En dan staan we weer voor een poort. De ranger moet blijkbaar eigenlijk als eerste naar binnen, maar hij geeft aan dat hij nog een computerprobleempje moet oplossen voordat hij mee naar beneden kan. Hij laat ons alvast door en geeft aan dat we bij de grijze poort moeten wachten. Bij de andere gedeeltes van het park heb je slechts één toegangspoort, maar hier kunnen ze er blijkbaar geen genoeg van krijgen.

We staan al een tijdje bij de grijze poort en net als ik een tukkie wil doen, komt onze vriend de ranger er aan. We rijden achter hem aan naar de O'Shaughnessy Dam en parkeren daar met de speciale parkeerkaart die we hebben gekregen.

Om bij de verschillende trails te komen, moet je over de dam lopen en vervolgens door een zeer slecht verlichte tunnel. Lauren dacht dat de Wapama Falls wel het hele jaar water hebben, maar na navraag bij de ranger blijkt dit wederom niet het geval te zijn. We hadden inmiddels al niet anders verwacht. In plaats van de gehele trail naar de waterval te lopen, lopen we deze nu zo lang als we er zin in hebben.

Het is hier om half negen ’s ochtends al bloedheet. Wat de tocht vervelend maakt zijn de talloze kleine irritante vliegjes. Het type vliegjes dat continu voor je gezicht blijft vliegen en het op je ogen gemunt lijken te hebben. Gelukkig heb ik mijn vakantiewaaier vanuit Nicaragua bij me. Die helpt prima tegen de warmte en ook tegen de vliegen. Kortom: een must voor iedere vakantieganger!

Het is een erg mooie wandeling. Eigenlijk de mooiste die je in deze tijd van het jaar hier in Yosemite kunt doen. Ongelofelijk dat zo weinig mensen dat weten of de moeite nemen naar dit wat wellicht wat minder bekend deel van Yosemite te komen.

Na een uurtje of drie door de brandende hitte te hebben gewandeld, houden we het voor gezien. Via een relaxte route rijden we terug naar de cabin. Nauwelijks verkeer, mooi uitzicht en een verfrissend briesje. Wat wil je nog meer…

We hebben een relaxte middag. Morgen rijden we de Tioga Pass, dus eens kijken welke stops we daar willen maken. Verder natuurlijk weer even foto’s op de website zetten en het reisverslag bijwerken.

Tegen de avond krijgen Lauren en Bill hun zoon en schoondochter op bezoek. Zij hebben Lupin, een grotere versie van Clyde meegenomen. Terwijl we lekker buiten op ons balkonnetje zitten, genieten we van de honden die lekker samen spelen. Clyde probeert de Lupin uit de dagen en springt puppyachtig in de rondte.

Terwijl Martin staat te koken, dek ik de tafel op ons balkon. Op de huid gebakken wilde zalm, in het licht van de ondergaande zalm. Wat een idyllisch tafereeltje en het smaakt heerlijk!

Terug naar boven

Yosemite NP – Mammoth Lakes – Mono Lake

Even na middernacht word ik wakker van een schrapend geluid. In eerste instantie denk ik dat het van buiten komt. Martin is ook wakker en we zijn blij dat we de ramen gisterenavond toch maar dicht hebben gedaan. Het is namelijk redelijk warm in de cabin en gezien het muskietengaas voor de ramen, hadden we de neiging om deze lekker open te laten. Nu zijn we echter blij dat we de kans om wildlife binnen te laten tot een minimum beperkt hebben. Ik probeer te slapen, maar het geluid blijft aanhouden. Als ik goed luister, lijkt het geluid niet van buiten te komen, maar van binnen. Boven het bed is een soort vide (waar je overigens niet op kunt komen) en daar lijkt iets te zitten. Gewapend met onze Petzl proberen we erachter te komen wat het is, maar zonder succes. Even later hoor ik een zacht piepend geluid, alsof er een nestje jonge muizen zit. Maar die kunnen volgens mij dat schrapend geluid niet veroorzaken, daarvoor heb je meer de nagels van een eekhoorn nodig. Uiteindelijk val ik toch in slaap. ‘s Ochtends is het geluid niet meer te horen. Wat het was? We zullen er waarschijnlijk niet achter komen…

Via de Tioga Road rijden we Yosemite uit. Dit is een mooie route om te rijden en bevestigd het beeld dat ik van tevoren van Yosemite had. Langs de weg liggen mooie landschappen, veel groener dan lager in het park waar de bosbranden schade hebben toegebracht. En met veel meer rotspartijen. Uiteraard maken we een stop bij Olmsted Point, dat bekend staat als een van de beste uitzichtpunten langs deze weg. In eerste instantie zijn we een beetje teleurgesteld, want een paar grote bomen blokkeren het uitzicht. Dan blijkt echter dat je nog via een route over granieten rotsen naar een beter punt kunt lopen. Niet iedereen neemt de moeite om dit te doen, dus we kunnen hier lekker met z’n tweeën genieten van het vergezicht. Tenaya Lake is een ander hoogtepuntje. Op deze hoogte hebben de meren en riviertjes nog voldoende water om indrukwekkend te zijn. Tenaya Lake wordt omringd door massieve, ruige bergen. Absoluut een stop waard. Een ander bekend punt is Tuolumne Meadows, een grote uitgestrekte vlakte met een paar sequoia bomen. Ik kan me voorstellen dat het in het voorjaar, als de verschillende bloemen in bloei zijn, een prachtig gezicht is.

Nu is het echter grotendeels een dorre vlakte. Desondanks is het hier enorm druk met mensen die een van de vele trails ontdekken. Wij rijden echter verder, want we hebben nog meer op het programma staan vandaag. Het hoogste punt op de route is de Tioga Pass en ligt op nog net geen 10.000 feet (+/- 3.000 meter) hoogte. Hier staat een file van auto’s die het park in willen. Gelukkig rijden wij de ander kant op, dus daar hebben we geen last van.

Als we het park uit zijn, zien we een aantal bergen, waar zelfs nog een beetje sneeuw op de top ligt. Natuurlijk wil ik hier een foto van maken, maar als ik uit stap, word ik bijna weggeblazen door de straffe wind die er staat. Het is moeilijk om je hier staande te houden!

We rijden door naar het Mono Lake Visitor Centre. Even een rondje rond Mono Lake lopen, zit er niet in, want dit grote zoutmeer heeft een oppervlakte van 180 km². Het meer staat bekend om de vele grillige kalksteentorens, tufa’s genaamd. In de South Tufa Area staat de grootste verzameling van deze bijzondere creaties. Na deze benodigde informatie ingewonnen te hebben, rijden we met de auto naar de South Tufa Area. Het is een fotogeniek gebied en de kleur van het water lijkt te variëren met de hoek waaronder je ernaar kijkt. Ik probeer alvast een goed plekje te ontdekken voor de zonsondergang, zodat ik me hier vanavond kan installeren. Er zijn echter zoveel mooie plekjes, dat het moeilijk kiezen is.

Eerst maar eens een bezoekje brengen aan Mammoth Lakes. Ook hier blaast de wind je bijna omver. Ik weet niet of het vandaag toevallig zo winderig is of dat het hier altijd zo waait. Op sommige plekken krijg je je autodeur bijna niet open, zo krachtig is de wind! We doen de diverse meren aan waar Mammoth Lakes bekend om staat. Twin Lakes, Lake Mary, Horseshoe Lake en Lake Mamie. Bij de voorbereiding van onze reis heb ik ergens een mooie foto gezien met uitzicht op verschillende meren achter elkaar. Het is even zoeken, maar uiteindelijk weten we het verstopte uitzichtpunt te vinden.

We zijn nog aan de vroege kant als we bij de Lake View Lodge willen inchecken, maar het lukt. Onze Cozy Cottage (10C) is al klaar voor gebruik. We kunnen de auto voor het huisje parkeren. Waarbij overigens de toelichting nodig is, dat cozy vooral staat voor erg klein en het er van buiten een stuk cozy-er uitziet dan van binnen. Ook de voorzieningen zijn erg beperkt (slechts 1 handdoek, die dienst moet doen als handdoek, theedoek en vaatdoek; geen lucifers om de 2 gaspitjes mee aan te steken; een toilet dat alleen kleine boodschappen kan wegspoelen; etc). Gelukkig zitten we hier maar één nacht. Naast de lodge zit een kleine supermarkt, dus dat is wel handig. Aangezien we vanavond naar de zonsondergang gaan kijken, zal het wat later zijn voordat we kunnen gaan eten en dan is het wel handig als je zelf snel iets in elkaar kunt draaien.

Op naar de tufa’s by sunset. We zijn er meer dan één uur te vroeg, maar toch heeft al een hele kudde Aziaten (Japanners of Chinezen) zich geïnstalleerd. Tja, iedere ervaren reiziger weet dat Aziaten een nogal onbeschoft en luidruchtig volkje is. Geen respect voor anderen en de spelregels die gelden om de natuur zo weinig mogelijk te beschadigen met hun bezoek. Ik besluit daarom een ander plekje te zoeken, zodat ik kan genieten van de zonsondergang. De lucht achter de tufa’s kleurt niet zo mooi als ik had gehoopt, maar de lucht achter de bergen daarentegen lijkt alsof deze in brand staat. Het is soms moeilijk kiezen waar te kijken. Fotograferen is overigens wel enigszins frustrerend, want alles moet met statief en als je net weer iets moois gezien hebt, staan er weer 20 Jappen met hun neus voor. Als ze nu nog konden fotograferen, kon ik er nog mee leven. Het is echter duidelijk dat de meesten die kwaliteiten niet hebben, maar ondertussen wel de foto’s van mensen die wel kunnen fotograferen verpesten. Als ze nu eens gewoon lekker rustig in een hoekje gingen zitten genieten van het moois wat zich voor hun ogen afspeelt en het fotograferen aan andere overlaten. Dat zou de wereld een stukje aangenamer maken…

Terwijl iedereen afdruipt, blijven Martin en ik nog even achter. Er zitten nog wat mooie effecten in de lucht en als het bijna helemaal donker is probeer ik een nachtshot met de maan erop te maken. Niet eens zo’n gek resultaat!

Voordat we weer terug zijn in onze cottage is het alweer kwart over acht en Martin is een beetje gefrustreerd omdat hij honger heeft en omdat de voorzieningen in het keukentje niet werken zoals ze horen. Uiteindelijk kunnen we rond negen uur aan tafel en gaan daarna vroeg naar bed.

Terug naar boven

Mono Lake – Death Valley – Las Vegas

Vandaag is een van de langste rijdagen, dus om half 7 zijn we al aan het karren. Het zonnetje is net op en het is lekker rustig op de weg. Onderweg naar Death Valley zien we een auto naar de verkeerde kant van de weg rijden en in de berm parkeren. Wat blijkt, er lopen drie coyotes langs de kant van de weg. Natuurlijk laten we deze kans niet schieten en volgen het voorbeeld van onze voorganger. Terwijl zij vanuit de auto fotograferen, stap ik uit. Meteen komt een van de coyotes op me afgelopen. Ik denk dat hij denkt dat ik wat te eten voor hem heb, want als hij ziet dat ik niet interessant voor hem ben, loopt hij de andere kant op. Ze lijken zich niks van de auto’s van toeristen aan te trekken, totdat een ranger komt aanrijden. Het lijkt wel alsof ze de auto kennen, want opeens druipen ze af. Jammer hoor…

De weg door Death Valley is erg steil en erg lang. Op een gegeven moment, krijgen we problemen met onze remmen. Iedere keer als Martin remt, voel je dat de auto gaat bobbelen. Geen idee wat er aan de hand is, maar dit is best wel akelig. Natuurlijk hebben we geen mobiel bereik en is het volgende dorpje nog 20 km verwijderd. We stoppen langs de kant van de weg en Martin kijkt zo goed en zo kwaad als het kan wat er aan de hand is. Hij vermoed dat de remmen oververhit zijn. Als hij er water op giet om zijn vermoeden te checken, verandert het gelijk in stoom. Niet goed dus! We besluiten de remmen eerst te laten afkoelen voordat we verder rijden en iemand te zoeken om ernaar te kijken. Wellicht is het verholpen als de remmen zijn afgekoeld, maar voor hetzelfde geld is er meer aan de hand.

De steile daling duurt nog tot het dorpje Stove Pipe Wells Village, dus iedere 5 km stoppen we langs de weg op de remmen te laten afkoelen en uiteindelijk lukt het ons om de bewoonde wereld te bereiken. Helaas blijkt hier geen monteur of iets aanverwants te zijn. We moeten nog een dorp verder rijden, waar blijkbaar een klein servicestation is. Gelukkig is de weg hier naar toe vlak en worden de remmen gespaard. Rond half 12 zijn we wederom 40 km verder en komen we in Furnace Creek aan. De automonteur is om een of andere vage reden vertraagd en wordt ergens na half 2 verwacht. Gelukkig is er wel een andere man die verstand heeft van auto’s. Hij hoort onze omschrijving van de symptomen aan en werpt een blik op de auto. Zijn conclusie is dat de remmen inderdaad oververhit zijn, maar dat de remschijven nog niet aan vervanging toe zijn. Wat een geruststelling! Gewoon rustig aan doen dus, totdat ze helemaal zijn afgekoeld en dan zou alles goed moeten zijn. Ik had het eigenlijk al gehad met Death Valley, maar dit nieuws maakt dat we toch wat highlights gaan bezoeken. Het jammere is dat onze gehele voorsprong van vroeg opstaan in één keer verdwenen is, maar ik ben blij dat we veilig verder kunnen rijden.

Onze eerste stop is Devil’s Golf Course. Vanwege de naam denk ik dat dit het punt is waar je de zwervende rotsen kunt vinden. Verkeerd gedacht. Het ziet er uit als een omgeploegd veld en geen zwervende rots te bekennen.

Op naar Badwater Basin. Dit is, met 86 meter beneden zeeniveau, het laagste punt van het Noord-Amerikaanse continent en het westelijk halfrond. Het waait hier ontzettend hard, wat eigenlijk wel fijn is (oké, tikkeltje minder mag wel), omdat het de hoge temperatuur een beetje draaglijk maakt. We weten een parkeerplekje te bemachtigen en lopen over de zoutvlakte. In tegenstelling tot mijn verwachting is deze niet wit, maar een soort witte aders met bruin erom heen. Dat bruin is waarschijnlijk stof van de omringende bergen. Het contrast van deze uitgestrekte vlakte met de omringende bergen is groot.

Na ons bezoekje hier, rijden we nog iets verder door, op zoek naar de zwervende rotsen, maar zonder succes. Dan maar terug en de Artists Drive doen. Het landschap is Death Valley is erg mooi. Er zitten verschillende kleuren in de bergen (roze, groen, paars, bruin en zwart) en het gedeelte bij Artists Palette is hier het meest sprekende gedeelte van. Op deze route zie ik de fotograaf die ik gisteren ook al bij de Tufa’s heb gezien. Hij is me iedere keer een stap voor. Terwijl zijn vriendin/vrouw in de auto blijft zitten, stapt hij overal uit om mooie plaatjes te schieten. Het lijkt wel alsof ik hem stalk, maar gelukkig kan hij erom lachen en geeft hij me nog een tip over een mooi overzichtspunt. Tja, dat heb je als fotogekken onder elkaar…

Dan wordt het echt tijd om naar Las Vegas te vertrekken. We maken wel nog een stop bij Zabriskie Point, dat ligt op de route. Dante’s View moeten we helaas overslaan, want dit gaat te veel tijd kosten en we willen natuurlijk ook voldoende tijd hebben om de poppenkast van Las Vegas te bekijken.

In Las Vegas aangekomen, rijden we naar Marriott’s Grand Chateau. Bij onze kamer (811) aangekomen, worden we aangenaam verrast. Blijkbaar heb ik een speciale kamer geregeld, want er is nog een extra beveiligde deur om in het goede gedeelte te komen. De kamer is meer een appartement. Een mooie grote kamer met keuken, eettafel, zithoek, ruime slaapkamer en veel te grote badkamer. Dit valt niet tegen! Snel een hapje klaarmaken en dan kunnen we Las Vegas by night ontdekken.

Het is uiteindelijk half negen voordat we de stad in gaan. We duiken eerst even snel een souvenirshop in om een flesje water te scoren en het “bestelde” Las Vegas bordje van Frank. Dan is het een heel eind lopen naar de alom bekende “Welcome to Las Vegas” sign. We zien verschillende bruidsparen. Eentje ervan trouwt bij het bordje. Ze hebben een fotograaf met allemaal extra hulpmiddelen bij zich, die hij blijkbaar voor het bord moet houden, waardoor fotograferen niet mogelijk is. Dan maar wachten totdat Elvis (in zijn slankere jaren) het stelletje in de echt heeft verbonden. Hij maakt er een showtje van! Ik moet er niet aan denken om op deze manier te trouwen. Geen romantiek, geen persoonlijke touch, geen privacy. Jakkes! Maar goed dat smaken verschillen…

We vervolgen onze fototocht langs de diverse over-the-top hotels (Luxor, Excalibur, New York New York, Paris, The Venetian en Bellaggio). Natuurlijk ontbreekt ook een foto van het straatbeeld van The Strip niet. Aan het einde van onze fototocht willen we nog gaan genieten van het fonteinspectakel bij Bellaggio. Blijkbaar stopt dit festijn op een bepaald moment, want als wij er komen en geïnstalleerd zijn voor de show komt er niks meer. Gelukkig hebben we eerder al een stukje hiervan gezien. Als zelfs het licht van de Eifeltoren (het beste punt om de fonteinen te bekijken) uitgaat wordt ons vermoeden bevestigd. Het is klaar voor vandaag!

Tijd om naar bed te gaan. Doodmoe liggen we net voor twee uur ‘s nachts in bed. Pfff wat een lange dag! En dat terwijl we er morgen toch alweer vroeg uit moeten…

Terug naar boven

Las Vegas – Bryce Canyon NP

Poeh, het opstaan valt vanochtend wel erg zwaar. Zeker na zo’n latertje als gisteren. Misschien heb ik e.e.a. toch iets te ambitieus gepland om allemaal binnen 30 dagen te combineren. Maar goed, het is wat het is, dus we bijten door de zure appel heen en maken ons op voor onze tocht naar Bryce Canyon.

Het valet parking systeem in Vegas werkt overigens prima. Je kunt je kaartje scannen in de lobby en vervolgens zie je welke chauffeur je auto haalt en wanneer hij voor de deur voor de klaar staat. We laden de hele handel in en “hit the road”.

De route naar Bryce is goed te doen. In tegenstelling tot hetgeen Google Maps aangaf, weet de TomTom een snellere route, die maar liefst anderhalf uur van de tijd af haalt. Hadden we dat geweten, dan hadden we dus langer in bed kunnen blijven liggen…

Wat opvalt in Amerika, zijn de vele roadworks en diversiteit aan bordjes met een bepaald commando, gevolgd door de tekst “it’s the law”. O ja, en een ander nieuwtje. De legging is weer helemaal terug van weg geweest. Het is de nieuwste trend om heel erg sportief gekleed in een legging (eventueel met zo’n ouderwets kort sportbroekje in een flitsende kleur erover) rond te lopen. Het maakt niet uit welke leeftijd en welk figuur je hebt. Ook niet of je actief bezig bent of door de stad loopt. Dus als je de laatste trend wil volgen, dan weet je wat je te doen staat. Persoonlijk denk ik dat ik deze even oversla…

Op weg naar Bryce rijden we door maar liefst drie staten (Nevada, Arizona en Utah) en komen we met 1 uur tijdverschil aan. Dat gaan we deze reis nog wel vaker meemaken. Je bent zomaar een uur armer of rijker gedurende een dag.

Voordat we in Bryce komen, rijden we door een mooi gedeelte, de Red Canyon. De kleuren hier lijken nog roder dan in Bryce. Net voor de ingang van het nationale park ligt het uitzichtpunt Fairyland Canyon. Er is geen parkeerplaats beschikbaar, dus ik stap alvast uit om te kijken of het de moeite waard is en Martin rijdt rondjes totdat er iemand weg rijdt (wat meestal niet al te lang duurt bij de uitzichtpunten). Het is zeker de moeite waard om hier uit te stappen. Naar mijn mening is dit een van de mooiste uitzichtpunten van Bryce Canyon.

Daarna rijden we het park in en doen we alle beschikbare viewpoints aan (Rainbow Point, Yovimpa Point, Black Birch Canyon, Ponderosa Canyon, Agua Canyon, Natural Bridge, Farview Point, Piracy Point, Swamp Canyon en Inspiration Point). Bryce Point kan helaas niet bezocht worden, omdat dit is afgesloten voor zowel alle rijverkeer als voetgangers. Persoonlijke favorieten zijn de Natural Bridge en Inspiration Point. Natural Bridge heeft, zoals de naam al suggereert, uitzicht op een natuurlijk boog, die door wind, regen en ijs is gevormd. De rode kleur van de 38 meter hoge boog vormt een mooi contrast met het groene bos van de onderliggende canyon. De verwachting is dat deze boog uiteindelijk zal instorten. Inspiration Point is vooral een heel wijds uitzicht over een grote verzameling hoodoos. Natuurlijk maken we ook nog even een stop bij Sunset Point voordat we inchecken.

We overnachten in de Bryce Canyon Lodge en hebben een sunset point room (132). We pikken onderweg nog even snel een pizza to go op en eten deze op in het licht van de ondergaande zon op ons balkonnetje.

Ik ben redelijk moe en ga naar bed. Martin wil echter toch nog even naar het sunset point. De zonsondergang is hier niet erg bijzonder. Je zou het niet zeggen, gezien het grote aantal toeristen dat erop af komt. Nee, de zonsopkomst, is waar het hier om te doen is en die zal ik morgen ook zeker niet overslaan.

Terug naar boven

Bryce Canyon NP – Zion NP

De zonsopkomst in Bryce schijnt erg mooi te zijn. Doordat we in de lodge in het park slapen, hoeven we maar een paar minuten te lopen voordat we bij de uitkijkpunten hiervoor zijn. Terwijl we geduldig staan te wachten totdat de zon haar licht laat schijnen, bevriezen we bijna. Het is echt ijs- en ijskoud. Het heeft vannacht zelfs gevroren!

Het is zeker de moeite waard. Langzaam aan verschijnt de zon en geeft de hoodoos langzaam hun rode kleur. Overal wordt druk gefotografeerd. Als het moment voorbij is, gaan we snel terug naar onze kamer om op te warmen. Ik kruip zelfs nog even met kleren aan onder de deken, want ik kan het maar niet warm krijgen.

Na opgewarmd te zijn, brengen we de spullen naar de auto en gaan we uitchecken. Daar wacht ons een verrassing. De prijs blijkt namelijk gedaald te zijn nadat wij geboekt en betaald hebben. We krijgen dus geld terug!

Voordat we een wandeling doen, lopen we nog even langs de souvenirshop. Dit is de beste tot nu toe. Ze hebben mooie spullen, waarvan een aantal zeer knap gemaakte muurdecoraties van koper of messing. Enorm duur en veel te groot voor bij ons, maar wel erg mooi. Daarnaast ook een aantal indianensierraden. Ondanks dat ik ze eigenlijk te duur vindt, koop ik toch een ring, armbandje en kettinkje. Bij de auto aangekomen blijken ze een fout gemaakt te hebben met afrekenen, waardoor ik het duurste artikel (van USD 45) gratis heb gekregen. Ach ja, af en toe moet je een mazzeltje hebben, toch?

We lopen naar het Sunrise Point en starten vanaf daar met de Queens Garden Trail en een stukje van de Horse Trail. Het is een mooie wandeling totdat een of andere schoolexcursie met ongeïnteresseerde en luidruchtige scholieren het pad betreed. Ik snap best dat ze die kids iets over de natuur en de bijzondere landschappen willen bijbrengen, maar doe dat lekker vanuit een klaslokaal, want het is duidelijk dat ze er klaar mee zijn voordat ze gestart zijn. Als we weer terug boven op de rim zijn, gaat Martin nog even snel het statief halen, zodat we nog een foto van ons samen kunnen maken.

Dan is het tijd om richting Zion te vertrekken. Onderweg kopen we nog snel ontbijt voor de komende dagen, waar we op een toplocatie zullen verblijven. Dit is de overnachtingsplek waar ik het meest enthousiast over ben. Het ligt iets verder buiten het park, maar we hebben daar een schattig huisje, met uitzicht op een wei met buffels. Tevens heeft de locatie een restaurant met allemaal lokale producten, dat zelfs voor onze begrippen goed is. Maar goed, eerst het park in en dan kijken of deze toplocatie zo goed uitpakt als ik hoop.

Als we Zion inrijden, mogen we gelijk in de file aansluiten. Wat blijkt, een groep Bighorn Sheep kan vanaf de weg gezien worden. Aangezien er weinig turnouts zijn in dit park betekent dit, dat iedereen vanuit de auto foto’s gaat maken. Ik stap uit en loop er naar toe. Een oudere man zegt dat ik maar mijn telelens moet gebruiken en de beesten niet moet “spooken”. Blijkt duidelijk dat hij er geen verstand van heeft. De juiste hoek heeft niks met telelens te maken en mijn ervaring met dieren is dat als je heel rustig dichterbij komt en zacht tegen ze praat, ze je niet als bedreiging zien en gewoon blijven staan. Zo ook deze schaapjes. Even later komt zijn vrouw aangelopen en zegt dat ze iets verderop ook nog twee grote rammen heeft gezien, die met elkaar in gevecht waren. Ik weet ze te vinden. Blijkbaar zijn ze inmiddels weer vriendjes geworden, want gezamenlijk kijken ze me schaapachtig aan.

Op zoek naar de kleine parkeersplaats voor de Canyon Overlook Trail, zien we dat je daar vanuit onze kant niet op mag rijden. Dat betekent dus eerst een hele lange tunnel door, daarna keren op de weg en weer door dezelfde lange tunnel terugrijden. Deze tunnel is zo laag, dat je maar vanuit één kant tegelijk door de tunnel mag, omdat anders campers en bussen er niet doorheen kunnen. Terwijl we voor de tweede keer door de tunnel rijden, hopen we dat nog een plekje beschikbaar is en we hebben geluk.

De wandeling is geen “walk in the park”, maar zeker de moeite waard. De trail is slecht/niet aangegeven, waardoor we halverwege verdwalen. Een ouder stel komt achter ons aan en samen gaan we in conclaaf wat de juiste weg is. Samen weten we hem te vinden en het uitzicht aan het einde van de route is een ware beloning voor de geleverde inspanning. Na de nodige foto’s gemaakt te hebben, raken we verder aan de praat met het stel en zij blijken uit LA te komen en voor een deel dezelfde route als ons af te leggen. Ze bieden aan nog een foto van ons samen te maken en willen de rollen daarna omdraaien. Ik zoek even een plekje in de schaduw op en zie tot mijn verbazing boven op de bergrand weer een Bighorn Sheep staan. Een mannetje met een indrukwekkend stel hoorns. Een stukje onder ons zien we ook een groepje, waarschijnlijk jonge mannetjes.

We lopen weer terug naar het beginpunt en rijden vervolgens het park uit. Onderweg wederom Bighorn Sheep. Deze keer staan ze direct langs te weg te poseren (helaas wel met het achterwerk naar ons gericht). Als we willen doorrijden schiet opeens de grootste ram met een enorm stel hoorns rakelings voor onze auto de weg over. Hij mist ons op een haar na. Gelukkig maar, want dat zou voor beiden een erg onprettige ervaring zijn geweest.

Bij de Zion Mountain Ranch aangekomen, worden de hoge verwachtingen waargemaakt. Ons huisje 152 met Buffalo Vista ligt er prachtig bij en het interieur past helemaal bij de omgeving. Nadat we ons geïnstalleerd hebben, gaan we lekker een hapje eten. Ook hier geen teleurstelling. We hebben een lekkere Buffalo Carpaccio (heerlijk mals vlees met zonnebloemspruiten). Een echte aanrader! De specialiteit van het huis is een hamburger. Eentje van indrukwekkend formaat en het lukt mij niet om deze helemaal te verorberen.

Voldaan gaan we terug naar ons huisje en bekijken we de plannen voor morgen. Mijn enkel is inmiddels dik en stijf en veel klimmen lijkt niet de beste remedie. We beperken het aantal wandelroutes dat we willen doen en laten het van morgenvroeg afhangen of nog verdere aanpassingen nodig zijn.

Terug naar boven

Zion NP

Vandaag begint een beetje als een baaldag. We hebben de komende dagen doorgenomen. De Coyote Buttes liggen in het vooruitzicht. Ik heb zoveel moeite voor gedaan om een van het zeer beperkte aantal vergunningen te krijgen, dat ik die dag echt niet wil missen. Die wandeling is ongeveer 10 km, dus dat is wel te doen. De moeilijkheidsgraad van 7 op een schaal van 1-10, is echter wel een uitdaging (in combinatie met de afstand en de enorme hitte). Na lang dubben besluiten we dat het verstandiger is voor mij om een paar dagen rustig aan te doen met wandelen, zodat mijn enkel kan herstellen. Dat betekent dus dat ik vandaag niet mee kan om Zion verder te verkennen. En dat, terwijl dit een van de nationale parken is waar ik me het meeste op heb verheugd. Tja, het is niet anders…

Als het licht is, vertrekt Martin alleen het park in om de Watchman Trail te lopen. Nadat ik hem heb uitgezwaaid, besluit ik nog even terug in bed te kruipen (het is tenslotte pas 7 uur). Vanuit het bed kijk ik over de bizonweide uit en zie ik in de verte de lucht ontzettend mooi roze kleuren van de zonsopkomst. Echt een fotomomentje. Helaas heeft Martin de camera mee…

Ik ben eigenlijk van plan eens lekker wat slaap in te halen, maar opeens zie ik dat de bizons dichterbij komen. Natuurlijk kan ik dat moment niet voorbij laten gaan, dus spring ik in mijn pyjama naar buiten. Ze komen niet heel dichtbij, maar dichtbij genoeg om ze goed te kunnen zien. Het is een prachtig aanzicht, zo’n kudde in een wat dor ogende wei.

Na lekker gedoucht te hebben, installeer ik me buiten op het schommelbankje en werk ik op m’n gemakje alles bij. Het duurt even voordat Martin terug komt. Halverwege de middag komt hij aanrijden en zie ik de wandelingen door zijn ogen op camera vastgelegd. Hij heeft eerst de Watchman Trail gedaan, die het mooiste is rond zonsondergang. Zo vroeg in de ochtend is het eigenlijk nog te donker voor mooie uitzichten en foto’s. Daarna heeft hij de Emerald Pools Trail gedaan, die vooral het eerste stuk erg druk was. Het hogere (en wat moeilijk begaanbare) gedeelte was rustiger en meer de moeite waard. Daarna via de Kayenta Trail naar de volgende shuttle stop gelopen. Deze route is misschien wel de mooiste die hij vandaag heeft gedaan. Je hebt een mooi uitzicht op de vallei en Angels Landing.

Ik geloof wel dat hij een beetje spijt heeft dat hij de wandeling Angels Landing niet heeft gedaan. Het is een pittige wandeling van 4-6 uur met een aantal prachtige uitzichten. Hij zou deze makkelijk aankunnen, maar heeft geen zin in de drukte die ermee gepaard gaat. Als hij lekker kon doorlopen op eigen tempo, zou hij het zeker gedaan hebben.

Als ik de foto’s zie, baal ik dat ik niet mee ben kunnen gaan. Al is het wel de verstandigste keuze.

’s Avonds gaan we weer eten in ons favoriete restaurant en ook deze keer is het heerlijk!

Terug naar boven

Zion NP – North Rim

Vannacht was het volle maan. Wat is er mooier dan wakker te worden, met uitzicht op een wei met bizons en het licht van de opkomende zon, terwijl je de volle maan in de verte ook nog ziet. Jammer dat we hier niet langer kunnen verblijven, want dit is echt een toplocatie!

Onderweg naar de North Rim van de Grand Canyon gaan we weer een andere staat (Arizona) en dus ook een andere tijdzone in. We krijgen er zomaar een uurtje bij vandaag. Nog voordat we het park inrijden, zien we een bordje dat waarschuwt voor bizons de komende 5 miles. Deze belofte wordt al snel waargemaakt, want even verderop ligt een hele kudde te relaxen in het zonnetje. In tegenstelling tot de bizons in Zion, zit hier weinig beweging in.

In het park rijden we eerst naar het Visitor Centre en het populaire uitzichtpunt Bright Angel Point. Daarna gaan we eens kijken of we mazzel hebben en alvast kunnen inchecken. Helaas is ons hutje nog niet klaar.

Op naar de scenic drive naar Point Imperial. Blijkbaar vinden ze het in Amerika leuk om spelletjes met chauffeurs te spelen, want er staan bordjes met opdrachten langs de weg om het spannend te houden. Bijvoorbeeld het bordje “watch for rocks”. Erg moeilijk zijn de opdrachten niet, want om de bocht zie je dan alweer de volgende stapel rocks liggen. Ze mogen het wel iets uitdagender maken…

We vervolgen onze scenic route en doen nog de volgende highlights aan: Vista Encantada, Roosevelt Point, Walhalla Overlook, Angels Window en Cape Royal. Persoonlijke favorieten zijn Roosevelt Point en Cape Royal. Het landschap van de Grand Canyon is zo immense groot, dat het moeilijk in een foto te vatten is. Door de grootsheid is het ook erg mistig, waardoor de kleuren wat minder tot hun recht komen.

We hadden eigenlijk de zonsondergang en zonsopkomst hier willen bekijken, maar door het beperkt aantal viewpoints (zeker vanaf de lodge waar iedereen verblijft omdat het de enige mogelijkheid is op de North Rim) is het een dringen geblazen. We besluiten hier geen energie in te steken. We gaan ten slotte ook nog naar de South Rim. Deze is wel drukker, maar heeft ook meer viewpoints en daardoor meer opties.

We kunnen eindelijk inchecken in de Grand Canyon Lodge North Rim. De cabin (108) ziet er best schattig uit van buiten, maar als je naar binnen gaat, wil je je het liefst weer omdraaien. Het is ook erg onhandig dat je je auto moet parkeren op de plek waar ook alle dagtoeristen de auto parkeren. Je hebt dus kans dat je je auto niet kunt parkeren en als dat wel lukt, moet je een heel eind met je bagage slepen. Daar hadden ze een wat praktischere oplossing voor mogen bedenken…

Snel een hapje eten, ogen dicht en proberen het luidruchtige gepraat van de buren te negeren.

Terug naar boven

North Rim – Grand Canyon NP

Zo goed als ons verblijf in Zion was, zo slecht is het hier. Het bed is te klein om met z’n tweeën in te kunnen slapen, er is niet eens een klein koelkastje om je drinken in te koelen, het is ’s nachts erg koud en er ligt een veel te dun dekentje op het bed (en geen extra deken zoals in de meeste hotels), het is ontzettend gehorig (zelfs het kraken van een plastic tas bij de buren kun je al duidelijk horen) en als je als vrouw de douche uit komt moet je meteen naar beneden duiken anders kunnen langslopende gasten je borsten in vol ornaat aanschouwen. Absoluut geen aanrader en een slechte review op tripadvisor waard!

Blij dat we uit deze toko kunnen vertrekken, al ben ik bang dat het verblijf op de South Rim niet veel beter zal zijn. Vanochtend werden we al weer vroeg gewekt door onze luidruchtige buren (die overigens de hele nacht zo hebben gesnurkt en scheten hebben gelaten dat het gewoon gênant is). Na een minimale douche vertrekken we dan ook snel naar de andere kant van de Grand Canyon. Deze keer geen bizons onderweg, maar hertjes. Het is zelfs oppassen geblazen met rijden, want sommigen zitten vlak langs de weg en hier en daar steken ze ook gewoon de weg over zonder blikken of blozen. Je wilt toch niet het leven van z’n schattig dier op je geweten hebben.

Op sommige stukken langs de weg, zie je al het begin van de Indian Summer. Mooie oranje, rode en gele kleuren sieren het landschap. Hopelijk hebben we mazzel en mogen we dit fenomeen ook nog in volle glorie aanschouwen deze vakantie. Wie weet hebben we mazzel…

Ook het spelletje onderweg hebben ze moeilijker gemaakt. Nu zien we bordjes met “watch for ice”. Met een temperatuur van zo’n 30 graden is dat een wat grotere uitdaging…

Als we het nationale park Grand Canyon van de zuidkant inrijden, beginnen we met de Desert View Scenic Drive. Deze kent natuurlijk weer de nodige viewpoints (Desert View Watchtower, Navajo Point, Lipan Point, Moran Point, Grandview Point en Mather Point). Favoriet is in elk geval Lipan Point. Het voordeel hier is dat, naast het mooie uitzicht, je hier ook een gedeelte hebt waar niet al die malloten op rotsen kunnen klimmen en je uitzicht bederven. Dit wordt in elk geval ons sunset punt. Grandview Point en Mather Point zijn ook erg mooi, maar o zo druk. Ongelofelijk wat een mensenmassa en dan zijn er nog mensen die denken dat iedereen aan de kant gaat als hij van zijn schatje een foto wil maken. Zoals een of andere Rus, die wel vijf keer “excuse me” tegen me zegt als verzoek om op te rotten. Ik buig zover mogelijk naar voren, zodat ik hem niet in de weg sta, maar ik ben natuurlijk ook gewoon hier om foto’s te maken. Ik denk overigens dat zijn foto er beter uit zou zien zonder zijn “popje” op de voorgrond, maar dat zeg ik maar niet tegen hem…

Als we inchecken bij de Bright Angel Lodge en we onze cabin (6192) hebben gevonden, valt deze reuze mee. We hebben in elk geval een koelkastje, een extra deken en het lijkt zelfs een tikkeltje minder gehorig.

Voor de zonsondergang gaan we, zoals gezegd, naar Lipan Point. Er zijn slechts een beperkt aantal parkeerplaatsen, dus we vertrekken ruim op tijd. Ik vind het perfecte plekje om mijn statief te installeren. Dan is het wachten op de zonsondergang…

Ik ben door de receptioniste gewaarschuwd om bij het terugrijden naar de lodge op te passen voor overstekende Elks. We rijden op ons gemakje naar de cabin en ik zie op een gegeven moment inderdaad een grote Elk langs de andere kant van de weg staan. Het is pikkedonker, dus een foto zit er niet in. Martin heeft het beest overigens niet eens gezien, zo geconcentreerd als hij op de weg let. We hopen even ook nog op een poema die de weg op komt (er staat tenslotte waarschuwingsbordjes voor overstekende poema’s langs de weg), maar die blijft toch in het donker verscholen.

In de cabin horen we dat onze buren thuis zijn. Al snel hebben ze de tv hard aanstaan, dus ik klop op de muur om hen aan te geven het iets stiller te doen. De reactie is erg kinderachtig. Ze zetten de tv zo hard als ze kunnen en zappen om de meest luidruchtige zender te vinden. Ik snap dat op een muur kloppen niet de meest vriendelijke actie van mij is, maar om nu door het donker om te lopen en aan te kloppen om dit te vragen vind ik ook nogal ver gaan. Ik verwacht dat ze zelf meer last van hun actie hebben dan wij, dus we doen gewoon onze dingetjes. Tegen de tijd dat ik van het toilet af kom en naar bed wil gaan, is het muisstil aan de andere kant. We kunnen dus gewoon in stilte gaan slapen.

Terug naar boven

Grand Canyon NP – Page

De zonsopkomst is vanochtend al erg vroeg. Omdat we alleen met de shuttle bij de mooiste punten kunnen komen (wat betekent ergens rond 5 uur ’s ochtends vertrekken), besluiten we lekker in bed te blijven liggen. We staan gewoon op tijd op en gaan dan de viewpoints in het ochtendlicht bekijken.

We hebben de juiste lodge gekozen om te overnachten, want deze is dichtst bij de rode shuttle route. Eerst even uitchecken, want we weten natuurlijk niet hoe laat we terug zijn. Onze eerste stop is Powell Point. We zijn hier nagenoeg alleen, terwijl het uitzicht toch echt de moeite waard is. Van hieruit lopen we naar Hopi Point. Dit is zo ongeveer het meest populaire punt op deze route, maar ook hier is het nog relatief rustig. Dit is echt heerlijk! Lekker op je gemakje genieten van het uitzicht en foto’s maken. Vanwege mijn manke poot moeten we de shuttle naar de volgende punten pakken. We doen nog Mojave Point en Pima Point aan. Al met al is de conclusie dat de Grand Canyon vanuit de zuidkant gezien fotogenieker is dan de noordkant. Het uitzicht vanuit beide kanten is wel echt anders. Ik weet niet als ik het nog eens had moeten plannen of ik dan weer beide kanten zou doen. Waarschijnlijk zou ik me dan beperken tot de zuidkant.

Onze buschauffeur Bob weet ons trouwens te vertellen dat dit jaar al minimaal 35 mensen omlaag zijn gevallen. Het aantal kan ondertussen toegenomen zijn, want de info is al van een poos terug. Hij betwijfelt of een van hen het overleefd heeft. Ik schrik absoluut niet van het aantal. Als je kijkt hoeveel mensen over de balustrades en op uitstekende rotsen klimmen. Gewoon niet verantwoord. Alleen maar om een of andere mislukte selfie te maken. Dan is het eigenlijk alleen maar verrassend dat het aantal niet veel en veel hoger ligt.

Rond een uur of elf vertrekken we richting Page. Het is nog best een stukje rijden en ook vandaag krijgen we weer te maken met een andere tijdzone, waarbij weer een uurtje verliezen.

Het is vooral een lange tocht, maar het mooie is dat je het landschap ziet veranderen. Daar waar de Grand Canyon vooral rode rotsen zijn, vinden we op weg naar Page roze rotsen en afwisselende patronen in het landschap.

Voordat we in Page aankomen, maken we nog een laatste stop bij de Big Bend. De parkeerplaats staat behoorlijk vol en we zien waarschuwingsborden voor “extreme heat”. We denken dat het alleen een korte wandeling naar boven is, maar dan begint de tocht pas. Nu snap ik ook dat ze willen dat je minimaal één flesje water per persoon meeneemt. Daar gaan we dan, slecht voorbereid met te weinig water en niet ingesmeerd omdat we een korte wandeling verwachtten. Het is wel een mooi punt om op uit te kijken, maar het is zo enorm groot dat het moeilijk op de foto te krijgen is. Weer terug bij de auto, heb ik een knalrood hoofd en ik ben bang dat het niet alleen van de hitte is.

We komen om 5 voor 4 aan bij Red Rock Motel. Inchecken is vanaf 4 uur, dus goed getimed. Althans, dat denk je dan. Volgens onze apparatuur is dit Arizona tijd, maar volgens de klok die bij de dichte ingang van het kantoortje hangt, is het nog 1 uur vroeger in Arizona. Ik snap er niks van. We besluiten maar te wachten en dan zien we wel. Soms heb je van die motelletjes die niet heel flexibel zijn in de inchecktijden en dit is er een van. Ze hebben diverse bankjes buiten voor het kantoortje staan en ik installeer me op een van deze plekjes en werk het reisverslag bij. Martin kan niet stil blijven zitten en besluit ondertussen maar te gaan pinnen en boodschappen te doen.

Als Pamela eindelijk aan komt lopen, is het al even na 4-en (ook volgens hun klok). Ze geeft aan dat ze aan het tarief kan zien dat we een behoorlijke tijd geleden hebben geboekt. Inmiddels zijn de tarieven gestegen, maar dat maakt mij niks uit. Als we cash betalen, krijgen we 5% korting, dus ook dat pikken we mee.

Ik krijg de sleutel van ons huis (104). Volgens mij hebben ze ooit een gedeelte van de straat opgekocht en verhuren ze nu al deze huizen. Helemaal top! We hebben een woonkamer en keuken, twee slaapkamers, een badkamer en een voor- en achtertuin ter beschikking. Dit valt zeker niet tegen!

Na een heerlijke zelf gekookte maaltijd (een verademing!), gaat Martin naar de wasserette en doe ik de afwas. Tja, de praktische dingen moeten ook gewoon gebeuren…

We leggen alvast een deel van de spullen voor morgen klaar, want dan hebben we 2 fototours geboekt en dan moeten we beide spiegelreflex en statief bij ons hebben. En dan heerlijk naar bedje. Hopelijk met minder lawaai dan de vorige dagen.

Terug naar boven

Page (dagtocht Antelope Canyon)

Als we vandaag opstaan, worden we onaangenaam verrast. Het regent. De hele vakantie hebben we stralend weer gehad (oké, behalve een beetje miezerige ochtend in LA), maar nu regent het echt. De vooruitzichten zijn niet goed, de hele dag regen. De vraag is of onze phototours wel kunnen doorgaan. In de canyons kunnen zogenaamde flashfloods voorkomen en als je dan in de canyon bent, overleef je het niet. Daarnaast is de phototour naar de Upper Antelope Canyon erop gericht dat we de ultieme foto kunnen maken, net op het moment dat de zonnestralen in de canyon tot op de grond binnendringen. Met de bewolking die er nu hangt, wordt de “sunbeam” foto in elk geval geen succes.

De Antelope Canyon bestaat uit twee delen: de Upper en de Lower Antelope Canyon. De twee “slot canyons” zijn uitgesleten door water en wind. De canyon ligt in de Navajo Nation en kan alleen onder begeleiding van een gids bezocht worden.

We rijden het verzamelpunt van de Adventurous Antelope Canyon Photo Tours. Tot onze verbazing gaan de tours toch gewoon door. Je mag geen rugzakken meenemen de canyon in, omdat het op sommige punten te smal is. Alleen statief en spiegelreflex kunnen mee. Voor degenen die geen fotografietocht hebben geboekt, geldt dat ze alleen een camera mogen meenemen, maar geen andere hulpmiddelen zoals statief of selfiestick.

Met een groepje van zes gaan we met onze gids Bart op pad. Op weg naar de Upper Antelope Canyon pikken we nog een extra stel en gids (waarvan ik de naam helaas niet meer weet) op. De rit naar de canyon is al een avontuur op zich. In een open minitruck zitten we te hobbelen en probeert onze Bart zich een weg te banen door het diepe zand. Heupgordel om is verplicht, want anders zou je zo maar door de lucht kunnen vliegen…

Bij de ingang van de canyon aangekomen, staat er een behoorlijke rij trucks. Blijkbaar is het echter rustig, want in het drukke seizoen staan zelfs de trucks in de file om hier een plekje op dit immense terrein te vinden. Eenmaal in de canyon blijkt dat het fotograferen toch echt de moeite waard is, ook zonder sunbeam. De kleur van de rotsen is nu wat meer bruinrood dan oranjerood, vanwege het gebrek aan zonlicht, maar de vormen zijn prachtig. Wat zijn we blij dat we de speciale phototour geboekt hebben. Hij is wel behoorlijk prijzig, maar als je kijkt hoe iedereen moet schuiven of wachten tot wij onze foto’s hebben genomen, dan is dat echt de moeite waard. Vereiste is wel dat iedereen die meegaat een spiegelreflex en statief mee heeft. Toen we wilden vertrekken, was er zelfs nog een stel dat probeerde mee te sneaken, maar omdat ze slechts één camera en statief hadden, werden ze geweigerd voor deze tour.

De gidsen moeten hard werken. Ze wijzen ons de mooie plekjes om foto’s te maken. Vervolgens hebben we even om ons te installeren en dan per locatie 2 minuten om de foto’s te maken. In die tijd houden zij de andere bezoekers tegen en kunnen wij onze mooie plaatjes schieten. Het resultaat mag er wezen en deze boys hebben wel een fooitje verdient. Het is natuurlijk gewoon hun werk, maar ze doen echt hun best om ons alle gelegenheid te geven om er iets moois van te maken.

De tocht duurt eigenlijk twee uur, maar uiteindelijk zijn we pas na drie uur terug. Gisteravond heb ik gelukkig nog een mailtje gestuurd naar de Dixie Ellis’ Lower Antelope Canyon Tours om aan te geven dat we eerst nog een andere tour doen. We hadden eigenlijk een uur speling, maar omdat de tocht een uur langer heeft geduurd, wordt het nu een beetje krap. Je moet hier namelijk één uur voor vertrek aanwezig zijn, anders komt je reservering te vervallen.

Als we het terrein op willen rijden, komt een vrouwtje aangelopen en zegt dat ze gesloten zijn. Dat was te verwachten. Toen we uit de Upper Antelope Canyon kwamen, kwam er een auto van de National Parc Service aanrijden. Waarschijnlijk om de canyon te sluiten. We hebben dus net op tijd de eerste tour gedaan, want degenen die later vandaag hadden geboekt, krijgen een annulering voor hun kiezen. Net zoals wij die nu voor de Lower Antelope Canyon voor onze kiezen krijgen. Jammer, maar we hebben gelukkig al mooie foto’s (althans, dat hoop ik).

Terug naar ons huisje en daar maar eens alles schoonmaken. Het mooie rode zand in de canyon is namelijk funest voor alle apparatuur. Vooral de statieven hebben erg te lijden gehad. Helemaal schoon krijgen we ze niet, maar in elk geval weer operationeel. Thuis maar eens kijken of we het statief uit elkaar kunnen halen om het helemaal schoon te krijgen.

De rest van de middag is het relaxen. Ook een bezoekje aan Lake Powell zit er niet in, want het blijft regenen. Ach ja, eens even niks “moeten” is ook wel lekker. Kunnen we onze accu opladen voor de zwaarste tocht van deze vakantie, de Coyote Buttes South.

Terug naar boven

Page (dagtocht Vermillion Cliffs National Monument)

Vandaag is de dag waar we zo lang naar uit hebben gekeken. De Coyote Buttes en Yellowstone zijn de absolute highlights van onze reis! De Coyote Buttes staan voor vandaag op het programma.

Het liefste hadden we de Coyote Buttes North bezocht, met de o zo mooie “wave”, maar volgens mij heb je meer kans om de staatsloterij te winnen dan om een vergunning hiervoor in de wacht te slepen. Via een maandelijkse loting worden per dag 10 toegangskaarten toegekend. Daar bovenop worden op de dag zelf nog eens 10 kaarten toegekend en dat is het dan. De Coyote Buttes South zijn iets minder spectaculair, maar ook hier worden net zo veel kaarten uitgegeven. Het voordeel hier is dat de vergunningen die op voorhand worden uitgeleverd op basis van “eerst komt, eerst maalt” zijn. Hiervoor hebben we op 1 juni in spanning gezeten en met twee laptops sterk geprobeerd deze te bemachtigen. Binnen 10 minuten was alles voor de hele maand september weg, maar het is ons gelukt!

Om te kijken wat we moeten meenemen en aantrekken, check ik de weersverwachting voor vandaag. Oei, die is niet goed. Regen en onweer. Het is ongelofelijk! Dit is een gebied dat kurkdroog is en vooral uit rotsen en zand bestaat en dan hebben we twee dagen op rij dergelijk weer. En net de dagen dat het weer alles bepalend is voor het kunnen doorgaan van de tocht. Ik stuur dus maar een mailtje naar Dreamland Safari Tours om te vragen of de tocht door kan gaan. Tot mijn verbazing krijg ik binnen het kwartier al een mailtje terug met de boodschap dat ze het weer nog aan het bestuderen zijn en dat ze nog iets laten weten. Vervolgens een hele tijd niks. Dan komt een mailtje of we zo snel mogelijk ons telefoonnummer willen doorgeven, zodat ze ons kunnen bellen. Ik heb dit al bij de reservering doorgegeven, maar ik mail ons nummer nogmaals. Ik durf nog bijna niet naar de wc te gaan, bang dat ik dit belangrijke telefoontje mis, maar aan half uur later heb ik nog steeds niks gehoord. Het weer hier in Page wordt steeds beter, dus wellicht hebben ze zich bedacht? Het wordt in elk geval tijd om te vertrekken, want hier wordt bij iedere reservering aangegeven dat als je niet op tijd bent, ze zonder je vertrekken en je je geld kwijt bent. En de tochten naar de Coyote Buttes gaan slechts bij hoge uitzondering niet door, dus het zal wel goed komen.

Onderweg check ik iedere keer of ik bereik heb met mijn telefoon, wat gelukkig het geval is. Het is zo’n 40 minuten rijden, maar nog steeds geen telefoontje. Op de meeting point (ergens op een afgelegen parkeerplaatsje langs de snelweg) staan we braaf te wachten. En te wachten… En nog meer te wachten. We wachten ruim 1,5 uur lang. We waren namelijk wat te vroeg voor de tour die we eigenlijk geboekt hadden en de volgende tour vertrekt 1 uur later, dus daar hebben we ook nog op gewacht. Maar niks dus. En dat terwijl het erop lijkt dat het weer beter begint te worden. Net op deze plek heb ik geen mobiel bereik, dus even bellen waar ze blijven zit er niet in. Uiteindelijk gaan we teleurgesteld naar ons huisje. Het enige positieve dat we kunnen bedenken is dat de teleurstelling nog groter was als we de vergunning voor de Coyote Buttes North hadden kunnen bemachtigen en dit was gebeurd.

Dan blijkt ook dat ze ons ruim 1 uur na het “spoed”bericht een mailtje hebben gestuurd dat de tocht geannuleerd wordt. Waarom vraag je dan met spoed mijn telefoonnummer, vraag ik me af. Dit mailtje hadden ze ook direct kunnen sturen. Ik besluit als reactie op hun tekortgeschoten communicatie een klachtenmail te sturen. Het is inmiddels bijna 1 uur ’s middags, dus een andere tour regelen behoort nu niet meer tot de mogelijkheden. En eerlijk gezegd vraag ik me af wat ze gedaan hadden, als ik niet zelf het contact had gezocht. Had ik dan überhaupt iets gehoord?

De reactie in de mail is schandalig. Ongelofelijk hoe zo'n hufter een bedrijf kan runnen (sorry voor het taalgebruik, maar andere woorden zijn te netjes voor wat hier gebeurt). In plaats van verantwoordelijkheid te nemen en excuses aan te bieden, is hij beledigd, krijgen wij de schuld van zijn miscommunicatie, zeurt hij over de omzet die het slechte weer hem kost en beticht hij ons van laster. Hij vindt de telefoonnummer vanuit Europa maar belachelijk, omdat je het landnummer met 00 ervoor moet draaien (hetgeen ik overigens ook in mijn mail had gezet, maar hij blijkbaar pas later had uitgevogeld). O, en de volgende passage uit zijn mail is ook wel bijzonder “the customer is not always right, that was always a bunch of bull”. Nou wordt hij helemaal mooi… De stoom komt uit mijn oren en het is maar goed dat eigenaar William niet op loopafstand te bereiken is!

Als ik op Tripadvisor kijk om een slechte review voor hem achter te laten, zie ik meer van dit soort gedrag. Meestal krijgen ze goede review op hun tours (daarom hebben we ook bij hen geboekt), maar er gaat blijkbaar wel vaker wat mis in de communicatie, en dan reageert hij slecht. Geen verantwoordelijkheid nemen en anderen verwijten zijn bedrijf een slechte naam te willen bezorgen. Tja, ik heb zoiets laats ook gezien bij Gordon Ramsay. Die betreffende tent was nagenoeg failliet. Boontje zal wel om zijn loontje komen…

We kijken of we nog iets in Page kunnen ondernemen, maar behalve een paar viewpoints, is het eigenlijk overal te laat voor. Daarnaast heeft mijn hubby nu ook niet bepaald een zonnig humeur (net als ik), dus is er weinig lol te beleven. Laat deze dag maar snel voorbij zijn…

Terug naar boven

Page – Monument Valley NP – Moab

Vanochtend geniet ik van mijn waarschijnlijk laatste omeletje van deze reis. Daarna is het inpakken en wegwezen. Het weer onderweg is wisselend. Veelal zonnig, maar er zijn plekken met aardig wat bewolking en zelfs regen.

Op onze weg van Page naar Moab, maken we een detour naar Monument Valley. De plek waar vroeger de indianenfilms werden opgenomen, met een heel karakteristiek landschap. Terwijl ik om me heen zit te kijken, rijdt de auto voor ons een hond dood. Ik zie het gelukkig niet gebeuren, maar ben helaas wel getuige van het resultaat. Het arme diertje ligt midden op straat dood te bloeden. De plas bloed kleurt rood en blinkt in het zonlicht. Wat verschrikkelijk! Het dier ziet er nog niet al te oud en goed verzorgd uit. Waarschijnlijk iemands huisdier. Mijn maag draait zich drie keer om en het liefst zou ik uitstappen en bij het dier blijven. Hij beweegt echter al niet meer, dus ik denk dat hij op slag dood was. Toch zou ik hem het liefste aan de kant van de weg leggen, zodat hij niet nog meer wordt overreden door auto’s. Gezien de drukte op deze weg is de kans groot dat ik naast hem kom te liggen als ik het doe. Met pijn in mijn hart en een misselijk gevoel rijden we verder. Er komt ons een auto met een van de natives achter het stuur aangereden. Hij moet het beest ook gezien hebben, dus ik ga ervan uit dat hij er wel voor zal zorgen dat het dier met respect wordt behandeld. In mijn beleving zijn de natives erg spiritueel en begaan met hun dieren.

Bij het Visitor Centre aangekomen, zien we direct het spectaculaire uitzicht over Monument Valley. We maken een mooie panorama en gaan vervolgens het centre in op zoek naar cadeautjes. Helaas, weer niks voor de ouders, voor ons of voor Julia. Het enige wat we kunnen vinden is een shirtje voor Max. Hopelijk past het, want ze kennen hier niet de voor ons gebruikelijke kindermaten en zelfs het kleinste shirtje lijkt erg groot.

Van bovenaf gezien lijkt de Valley Drive te doen. Ik heb ergens gelezen dat nagenoeg alle huurbedrijven deze route als verboden terrein bestempeld hebben, maar het stikt van de mensen met huurauto’s die de gok wagen. Net als wij. Voorzichtig rijden is het recept en dan lukt het prima om de drive zonder kleerscheuren af te leggen. We rijden tot aan John Ford’s Point, waar je tegen betaling een indiaan op zijn paard op de foto kunt zetten. Beetje jammer dat hij geen traditionele klederdracht draagt en zijn hoed moet vasthouden tegen het wegwaaien. Verder dan dit punt gaan we niet, want de weg wordt vanaf hier een stuk slechter. Daarnaast denk ik dat we de belangrijkste highlights op dit stuk wel gezien hebben: Merrick Butte, Elephant Butte, Three Sisters en Camel Butte.

Als we Monument Valley weer uitrijden, ligt de dode hond er nog steeds. Blijkbaar had ik het mis over natives en hun verbondenheid met de natuur en de dieren om hen heen.

Dan is het nog ruim 2,5 uur rijden naar Moab. We checken in bij Moab Valley RV Resort and Campground. Ook hier geldt, dat je hier niet spontaan kunt aankloppen voor een overnachting, want alles is uitverkocht. Dat hebben we al op heel veel overnachtingsplekken gezien. Blij dus dat ik alles van tevoren geregeld heb. Bij het inchecken krijgen we zelfs een zakje koekjes (erg lekker!) cadeau.

Bij onze Deluxe Cabin (nr 1) aangekomen, brengen we de spullen naar binnen en weten we eigenlijk niet waar we alles moeten laten. Het klinkt natuurlijk best luxe, zo’n Deluxe Cabin, maar echt groot is het niet. Sterker nog, het is echt erg klein, maar heeft wel alles wat je nodig hebt. Het is maar goed dat we elkaar nog steeds aardig vinden, want hier zit je echt bijna letterlijk op elkaars lip…

Het bed is erg smal. Het formaat van een twijfelaar die wel heel erg twijfelt of hij wel een 2-persoons bed is. Slapen wordt een uitdaging, maar we gaan het ervaren. Het blijkt best te doen, maar omdat het hier ’s avonds flink afkoelt en we deze avond met een aardige storm te maken hebben, is het aantal uurtjes slaap beperkt. Het waait zo hard, dat ik verwacht dat ons huisje met ons erin, ieder moment de lucht in kan vliegen. De enorme regenbui die ermee gepaard gaat is ook niet mild. Morgen dus maar gelijk het raam dicht doen als we gaan slapen en meteen een extra dekentje erop.

Terug naar boven

Moab (dagtocht Arches NP)

Vandaag gaan we Arches National Park ontdekken. Als we naar buiten kijken, dan zien we wat zonnige plekken en wat bewolking. Het weer kan beide kanten opgaan. Volgens de voorspelling zou het echter rond het middaguur een paar uurtjes zonnig zijn, dus dat hopen we dan maar.

Als we het park inrijden is het nog erg rustig. Voor sommige viewpoints moet je ochtendzon hebben en voor sommigen middagzon, dat wordt nog een beetje puzzelen. Het eerste gedeelte, met onder andere uitzicht op de La Sal Mountains (met sneeuw! op de toppen), zit vol in de bewolking. We rijden door naar het gedeelte van de Delicate Arch. Dit is de bekendste Arch van het park en staat ook op de nummerplaten van auto’s uit Utah. De wandelroute, die als “difficult” te boek staat, willen we laat in de middag doen. De zon staat nu van de verkeerde kant, dus dan kun je alleen de schaduwzijde fotograferen. Zeg nou zelf, een zonnetje erop dat de stenen mooi rood verlicht is toch veel beter. Het viewpoint, van waaruit je de Arch vanuit de andere kant kunt bekijken, is nu wel een goed idee.

We maken nog een stop bij Fiery Furnace Viewpoint, waarbij je een aantal hoodoos hebt. Niet heel bijzonder om eerlijk te zijn. In Bryce hebben we al zulke mooie gezien, dat deze hierbij in het niet vallen.

De weg door het park eindigt in Devils Garden. Van hieruit beginnen diverse wandelroutes. We willen in elk geval naar de Landscape Arch lopen en als het meezit ook nog naar de Double O Arch. De Landscape Arch is een smalle boog van 90 meter en een van de langste natuurlijke bogen ter wereld. De boog is zo smal, dat het slechts een kwestie van tijd is voordat hij aan de elementen bezwijkt. Het vervolg naar Double O Arch is een wel heel avontuurlijke route. Er staat ook bij vermeld dat het een primitive trail is. Nou, dat kun je wel stellen. Ik besluit niet mee te gaan en met mijn spannende boekje op Martin te wachten. Hij is echter veel sneller terug dan gedacht. Hij kwam erachter dat het nog wel een paar kilometer is, dus wilde mij niet zo lang alleen laten. Ik wist echter dat dat het geval was en vindt het erg jammer dat hij de wandeling niet heeft afgemaakt. Maar goed, het is niet anders. Hij heeft bovenop wel nog foto’s gemaakt van de Partition Arch, waarbij je een mooi uitzicht door de boog hebt. Als we terug lopen, begint het aardig te regenen. Achteraf pakt het dus goed uit dat Martin niet verder is gelopen, want het is een route waarbij je geen gladheid door de regen kunt gebruiken.

We rijden naar de Windows Section. De Double Arch, de North en South Window en de Turret Arch zijn hier de hoogtepunten. In de Double Arch is het druk met mensen die langs de steile wanden omhoog klimmen. Voor ons gaat het om een mooi uitzicht op deze creatie van de natuur, dus al dat geklauter voegt voor ons helemaal niks toe. Ik heb zelfs liever dat anderen het ook niet doen, kan ik tenminste een mooie foto maken zonder toeristen erop…

We steken de weg over naar het gedeelte van de andere drie bezienswaardigheden. De North en South Window zijn niet heel bijzonder. De Turret Arch, is echter een mooi exemplaar, met bijzondere vormen. Helaas is dit er dus eentje die in de ochtend de zon op de goede kant heeft, dus hier moeten we morgen nog even terugkomen. Als we de North Window beklimmen, zien we door de “window” een mooi landschap. Tevens schijn je van hieruit ergens een punt te kunnen vinden, om deze “window” als frame te kunnen gebruiken voor de Turret Arch. Ik heb er verschillende foto’s van kunnen vinden op internet, maar de locatie van deze foto’s is mij een raadsel. Het lijkt alsof je daarvoor door de North Window moet klimmen en dan van daaruit ergens op een richel moet staan om de foto te maken. Ik heb de richel niet kunnen ontdekken, maar het lijkt mij gezien de hoogte en de lange val naar beneden niet de meest verantwoorde optie.

Dan zit ons dagje Arches erop. Weer terug bij onze cabin, gaan we lekker BBQ-en en is het tijd om te relaxen.

Terug naar boven

Moab (dagtocht Canyonlands NP)

Ergens rond de klok van 3 hoor ik een geluid. Een soort slepend geluid. In eerste instantie denk ik dat het Martin is. Hij maakt wel vaker vreemde geluiden in zijn slaap. Als hij echter rechtop schiet omdat hij hetzelfde geluid hoort, weet ik dat hij het niet is. Het geluid komt van buiten het huisje. Het lijkt net alsof ons gepraat de oorzaak afschrikt, want even later is het geluid weg. Geen idee of het een wild beest was of zo. Het geluid was niet echt te plaatsen. Toch nog maar een paar uurtjes proberen te slapen…

Het weer ziet er niet veel beter uit dan gisteren. Toch typisch hoe je in gebieden waar je verwacht in korte broek en topje te kunnen lopen voor een lange broek met vestje moet kiezen en omgekeerd. Gelukkig trekt het weer gedurende de dag op en wijkt de bewolking op genoeg momenten voor de zon.

We gaan eerst naar Canyonlands. Braaf overhandig ik onze Nationale Park pass, maar blijkbaar is het vandaag gratis. Nationale parkdag of zoiets. Ondanks dat we al aardig wat parken gratis hadden kunnen doen, loont het zich nog steeds om de jaarpas “America the Beautiful” te kopen. Een toegang tot een nationaal park kost al snel USD 30, terwijl de pas slechts USD 80 kost en toegang geeft tot nagenoeg alle nationale parken die wij bezoeken.

Canyonlands bestaat uit drie gedeelten, waarvan eigenlijk alleen het gedeelte “Islands in the Sky” goed te bezoeken is. Veel trekpleisters zijn er niet, maar Mesa Arch en de Green River Overlook zijn wel heel mooi. De Green River Overlook bezoeken we zelfs twee keer. Een keer als de zon zich nog achter de wolken verstopt en een keer als de zon in volle glorie op het landschap schijnt. Beide fotoresultaten zijn mooi, maar zo verschillend!

’s Middags gaan we terug naar Arches. Het zonnetje doet nu wat meer zijn best dan gisteren, dus als we het park inrijden, hebben we vanaf het La Sal Mountains Viewpoint een prachtig zicht op het gedeelte “Courthouse Towers”. Het licht komt van de goede kant, dus ook de Balanced Rock gaat op de foto. Het is nogal afhankelijk vanuit welke hoek je hem bekijkt om het balanceerpunt mooi erop te krijgen. Leuk detail is dat er net een kraai (en die hebben hier een indrukwekkender formaat dan bij ons) op de rots landt, waardoor je bijna zou denken dat hij om zou kiepen.

Onze belangrijkste reden om Arches opnieuw te bezoeken is de wandeling naar de Delicate Arch. Gisteren hebben we het viewpoint gedaan, maar er is ook een wandeling helemaal naar boven, zodat je de beroemdste boog van Utah van dichtbij kunt bekijken. Tja, en ondanks dat deze wandeling als “difficult” te boek staat, willen we dit niet missen. Ik kijk best wel tegen de wandeling op, want de gradaties hier zijn meestal nog wat lastiger dan wij denken. Hun referentiekader is natuurlijk heel anders. In Nederland hebben we een beetje drempels vergeleken met de VS, dus dat plaatst ook de inschaling in een ander perspectief.

Ik moet zeggen dat de wandeling me mee valt. Het onderste gedeelte is nog het vervelendste lopen. Veel los gruis en op sommige plekken moet je echt even goed kijken waar je je route kunt vervolgen. Maar zodra we op het hogere gedeelte aankomen, loopt het gestaag omhoog, maar kun je eigenlijk overal lopen waar je wilt. Geen gekke hobbels en knobbels die je moet beklimmen en gewoon lekker op je eigen tempo kunnen lopen. We hebben, denk ik, ook geluk dat de zon schijnt, maar er tevens een fris briesje waait. Je loopt namelijk een kale berg op en nergens is een plekje schaduw te ontdekken. Als de zon in volle kracht zou branden en het zuchtje wind was er niet, dan is het wel een uitputting om boven te komen.

Bij een wandeling is het altijd fijn als je ziet waar je naar toe loopt, maar dat is hier duidelijk niet het geval. De boog is met zijn 20 meter hoogte echt geen kleintje, maar pas echt op het einde van de wandeling, krijg je ‘m te zien. Het uitzicht is zo de moeite waard! Jammer van dat groepje toeristen die in de rij staan te wachten om een foto van zichzelf te laten maken onder de Arch. Gelukkig is er op een gegeven moment een meid, die in de rij is gaan staan en in plaats van te poseren, de boog vrij houdt zodat er een foto gemaakt kan worden zonder al die mafkezen. En er lopen bijzondere figuren bij. Natuurlijk de Japanners en de uitslovers, maar een bepaald vrouwtje is wel heel bijzonder. Deze dame is al in de 70, maar gedraagt zich alsof ze 18 is. Nu is er niks mis mee om jong van geest te zijn, maar daarbij moet je je wel realiseren dat je lijf dat niet meer is. Om op die leeftijd je theezakjes in een bikinibovenstukje te hangen en een flinke navelpiercing is je gerimpelde en uitgelebberde vel te hangen… Nee, voor mij hoeft het niet. Gezien de hoeveelheid los hangend vel is ze waarschijnlijk flink wat kilo’s verloren. Maar een prettig gezicht is het niet.

Boven op de berg komen we ook een jongen in een rolstoel tegen. Ongelofelijk hoe hij het voor elkaar heeft gekregen. Op de stukken waar hij niet kan rijden, kruipt hij over de grond (puur op armkracht) en draagt zijn vriendin de rolstoel. Waar het enigszins te doen is, gaat hij in zijn rolstoel verder. Waarbij hij volledig moet vertrouwen op zijn armspieren. Berg op is een uitdaging, maar berg af is ook geen makkie. Hier kun je alleen maar respect voor hebben!

Het leuke van zo’n tocht lopen is dat mensen allemaal hetzelfde doel hebben. Zeker als er toch een beetje fysieke of soms mentale uitdaging bij komt kijken, raak je gemakkelijk met vreemden aan de praat. Bergop krijgt je te horen dat het niet ver meer is en dat de inspanning met een prachtig uitzicht wordt beloond. Als we zelf aan de terugweg begonnen zijn, is er een ouder vrouwtje die vraagt of het nog ver over de smalle rand is. Ze heeft letterlijk nog ongeveer 50 stappen te gaan, maar ze denkt erover om terug te gaan. Ik geef haar een peptalk en verzeker haar dat ze het smalste stuk gehad heeft en het hoogtepuntje echt om de hoek ligt. Ik heb haar daarna niet meer gezien, dus ik denk dat ze de tocht heeft afgemaakt.

Na de wandeling hebben we het erop zitten voor vandaag en gaan we terug naar de cabin. Vanavond weer BBQ-en en de restjes opmaken. Na vandaag hebben we niet meer de beschikking over keukentjes en andere kookfaciliteiten. Nee, dan wordt het helaas weer de niet zo heel bijzondere Amerikaanse kost.

Terug naar boven

Moab – Idaho Falls

Vandaag is de dag waar Martin het minst naar heeft uitgekeken. Maar liefst 720 km af te leggen, zonder leuke tussenstops. Tja, de afstanden hier zijn al fors, maar als je vanuit Moab naar Yellowstone wil (wat nu eenmaal niet een geijkte route is), dan moet je een flink eindje karren. We hebben nu al ruim 5.600 km op de teller staan, maar ik denk dat we de 7.000 km gemakkelijk gaan halen deze reis. Misschien tikken we zelfs wel de 8.000 km aan.

Ik heb vanochtend nog even het actuele nieuws omtrent Yellowstone bekeken en de verschillende branden zijn inmiddels onder controle. Wel zijn er nog een aantal gedeeltes van het park afgesloten en zijn er in gedeeltes werkzaamheden, maar als het goed is, kunnen we nagenoeg overal naar toe waar we naar toe hoopten te gaan. De vraag is natuurlijk wel wat is zichtbaar is van het effect van de branden en of er niet te veel verwoest is. We zullen het gaan ontdekken…

De weg naar Idaho Falls is lang en saai. Vooral lange doorgaande wegen in een weinig afwisselend landschap. Hier en daar zien we wel de mooie herfstkleuren en een beetje sneeuw op de toppen van de bergen, maar dat is het dan ook.

Bij ons hotel Le Ritz aangekomen, is onze kamer (130) nog niet klaar. We zouden eigenlijk vanaf 3 uur kunnen inchecken en het is nu later dan dat, maar ze hebben de toko niet helemaal op orde. De jongen aan de receptie geeft aan dat ze slechts 5 kamermeisjes hebben voor meer dan 100 kamers. De kamers zijn hier niet duur, maar aan alles is te zien dat ze voor minimale kosten gaan.

Het hotel heeft een privébrug (met toegangscode) naar de Snake River. Met een paar minuten ben je vanuit hier bij de Idaho Falls. Wij denken dat het een echte waterval is, maar dat blijkt niet zo te zijn. Een aangelegde waterval om stroom op te wekken en niet bijster indrukwekkend. Toch lopen we een stukje over de “Green Belt”, het wandelpad langs de rivier.

Als we daarna bij ons hotel aan komen, is onze kamer wel klaar. Voor het diner hebben we niet veel keuze. Het is zondag en dan zijn diverse restaurants dicht. Naast het hotel ligt restaurant Sandpiper, dat goed staat aangeschreven op Tripadvisor. Tot en met september is het restaurant nog op zondag open, dus we hebben geluk. Vanaf een tafeltje aan het raam kijken we uit over de rivier. Een prima plekje na een lange vermoeiende dag.

Martin gaat voor de forel en ik voor het lammetje. Beide gerechten zien er goed uit en zijn prima te eten. Bijkomend voordeel is dat we met de keycard van het hotel hier 10% korting krijgen. Dat is toch weer mooi meegenomen.

Terug naar boven

Idaho Falls – Grand Teton NP – Yellowstone NP

Nog voor het ontbijt besluit ik de route van vandaag helemaal om te gooien. Volgens de weersverwachting is het nog maar 3 dagen mooi weer. Daarna wordt het bewolking en regen totdat we naar huis gaan. Eigenlijk zouden Grand Teton op de laatste dag bezoeken (wanneer we vanuit Yellowstone naar Salt Lake City rijden), maar we besluiten vandaag via Grand Teton naar Yellowstone te rijden. Het is wel omrijden, maar dan kunnen we wel gelijk de highlights van dit mooie park meepikken.

De aangepaste route is een succes. In plaats van over saaie snelwegen, rijden we nu een soort scenic route. Meer cross country en door mooie natuur. Op een gegeven moment rijden we richting een vallei die volledig in de mist gehuld is. Het is echt een bizar verschijnsel. Zo rijd je in het ochtendlicht met een lekker zonnetje en opeens bevind je je omgeven door een dikke mist en zie je geen hand voor ogen. Als we weer een beetje uit de vallei klimmen maken we een fotostop. Wat een onverwacht cadeautje is dit! Een prachtig berglandschap, ochtendzonnetje, misvlagen tussen de bergen en damp die van de rivier af komt. Terwijl we hier staan te genieten, zien we de mist voor onze ogen minder worden. Als we hier een half uur later waren gekomen, dan hadden we dit prachtige plaatje gemist. Vroeg opstaan loont!

Onderweg hebben we wederom problemen met oververhitting van onze remmen. De Teton Pass waar we over rijden, kent restricties voor de voertuigen die er overheen mogen en heeft op stukken een hellingsgraad van 10%. Daar kan onze Dodge niet zo goed tegen. Het zijn weer de voorremmen die het niet aankunnen, dus we houden rust langs de kant van de weg om de remmen te laten koelen. Dit is toch niet echt goed, want geen van de andere auto’s lijkt hier problemen mee te hebben. In Death Valley had de man ons geadviseerd in een lagere D-stand te rijden, maar die dachten we niet te hebben. Ik zag toen echter wel een + en – onder de D staan, dus opperde om dat te proberen. Maar ja, het staat niet in de handleiding, dus dan weet mijn mannetje niet wat het effect is en dan doet hij het niet. Ik doe een nieuwe poging om hem hierop te attenderen. Deze keer besluit hij het toch maar uit te proberen. Wat blijkt… het helpt. Nu kunnen we ook op de motor afremmen.

In Grand Teton NP aangekomen, zien we de indrukwekkende bergen in een landschap gehuld in herfstkleuren. Na een korte pipistop rijden we naar een uitzichtpunt op Jenny Lake. In eerst instantie van beneden, maar dat is minder spectaculair. Daarna via de Jenny Lake Scenic Drive vanaf een hoger gelegen punt, waarbij je uitkijkt op het meer met de bergen erachter. De wandelroute die je hier kunt doen is helaas afgesloten. Het uitzicht is echter zeker de moeite waard!

We doen verder nog wat uitzichtpunten aan en rijden omhoog op Signal Mountain. Van hieruit heb je een wijds uitzicht aan twee fronten op het park. Aan de ene kant de bergen met dennenbomen en een meer ervoor. Aan de andere kant de vallei met een slingerende rivier en bomen gehuld in herstkleuren.

We maken een kleine detour naar Oxbow Bend. Dit is echt een hoogtepuntje! De Snake River kronkelt hier in een prachtig landschap met als achtergrond Mount Moran met een tikkeltje sneeuw erop.

We hebben veel meer tijd in Grand Teton besteed dan we van tevoren hadden bedacht, maar het is absoluut een mooi park. Ze zeggen wel eens dat je niet in Grand Teton bent geweest als je geen Moose hebt gezien. Die vlieger gaat helaas niet op. Elk en Pronghorns hebben we wel gezien. Wie weet komt die Moose nog wel op de terugweg…

Als we Grand Teton uit rijden zien we een gedeelte van het resultaat van de brand (genaamd Berry) die hier recent gewoed heeft. Hele stukken liggen in de as.

In Yellowstone is het eerst een stuk rijden voordat we bij onze eerst stop komen. West Thumb Geyser Basin, waar we voor het eerst kennismaken met de geysers en hotsprings in het park. Met name de Black Pool, die verrassend mooi blauw is, en de Abyss zijn erg mooi. Verder diverse kleine geysers en pruttelende poeltjes.

Gezien de tijd kunnen we nog iets meepikken van de geysers in het gebied rondom Old Faithful, dus rijden we naar Biscuit Basin. Daar is de Sapphire Pool mijn favoriet. We willen ook nog naar Black Sand Basin. Daar aangekomen zien we echter dat de zon achter de berg is verdwenen en de mooie kleurrijke pools in de schaduw liggen. Die doen we morgen opnieuw!

Voordat we gaan inchecken, brengen we eerst nog even een bezoekje aan het Visitor Centre in Yellowstone om te achterhalen waar we wel en niet kunnen komen. Twee weken geleden kreeg ik nog een mail van de Park Service dat er een aantal fikse branden zijn. Nu krijgen we te horen dat alles is opgelost en er geen branden meer zijn. Gelukkig! Er zijn wel een aantal wegafsluitingen, maar die hebben te maken met wegwerkzaamheden.

Ik vraag waar een goede plek is om wildlife te spotten. De man geeft aan dat dit Hayden Valley is. Hierbij doet hij tevens het verzoek om verantwoord te rijden, zeker ‘s ochtends vroeg. Recent hebben ze drie bizons moeten afmaken omdat deze te zwaar gewond waren geraakt door een aanrijding. Waarschijnlijk een auto die te hard of onoplettend had gereden. Zoiets vind ik altijd triest om te horen. Dieren die moeten worden afgemaakt omdat een stel toeristen zich niet aan de waarschuwingen/spelregels houdt. In Canada hebben we destijds ook zo’n verhaal gehoord, maar dat was een moederbeer die haar kleintjes wou beschermen tegen een of andere idioot die te dichtbij kwam. Vervolgens moest de beer afgemaakt worden omdat dat de regel is voor beren die mensen aanvallen. Ondanks dat ze gewoon hun moederinstinct volgen en de mens in hun territorium komt. Daarmee heeft die toerist dus 4 doden op z’n geweten, want de kleintjes kunnen niet overleven zonder moeder. Triest hoor!

We checken in bij Old Faithful Snow Lodge and Cabins. Via een zeer slechte weg met veel potholes weten we ons Western Cabin (nr 725) te vinden. Het is niks bijzonders, maar voldoet prima. Alleen het koelkastje ontbreekt, dus moeten we het maar met zakken ijs en onze koelbox doen.

Na het diner in de lodge gaan we snel nog even kijken of we iets leuks voor het thuisfront kunnen vinden. Deze keer wordt het een shirtje voor Julia. Ik zie ook nog een erg leuk vestje voor de kids (stoere jongens en roze meidenvariant). Deze zijn niet goedkoop, maar als ik zeker wist dat ze zouden passen, gingen ze mee. Ik vraag de verkoopster naar toelichting op de maten, maar met haar uitleg kan ik vrij weinig. In plaats van maanden, hebben ze hier één maat voor een kind van 2 tot 4 of van 6 tot 8 jaar. Nou, je kunt me veel vertellen, maar op die leeftijd hebben ze niet 2 jaar lang dezelfde maat. Het shirtje durf ik nog wel te gokken. Waarschijnlijk is het te groot, maar daar groeit ze wel in. De vestjes zijn wellicht t.z.t. niet meer volgens de mode, dus die laten we toch maar liggen. Krijgen ze gewoon nog een leuke knuffel erbij en dan is het ook goed.

Terug naar boven

Yellowstone NP (dagtocht Geyser Country)

Vandaag is een druk dagje. We staan op tijd op, zodat we zodra het licht is op pad kunnen. Vandaag doen we Geyser Country (waar we gisteren al een beetje van hebben kunnen proeven). Het vriest nog als we vertrekken. Met als effect dat naast de gebruikelijk mist, ook heel veel mistwolken worden veroorzaakt door de geysers en andere warmwaterbronnen. Het is net een beetje “gorilla’s in the mist”, maar dan zonder gorilla’s.

In deze mistige omstandigheden zien we 3 Elk (vrouwtjes) langs de weg en even later ook bizons die de weg over willen steken. Terwijl wij en het tegemoetkomend verkeer stil staan om de bizons in alle rust te laten oversteken, komt achter ons een bus aangereden. Het is meteen duidelijk dat hij niet van plan is om te stoppen en ons wil inhalen, de mafkees! Ik weet hem gelukkig te seinen dat er wildlife op de weg is en met tegenzin sluit hij achter ons aan. Door dat soort gasten gebeuren dus de ongelukken. Gehaast en geen respect voor de omgeving! Zodra de bizons ook maar een beetje van de middenstrook af zijn, begint deze erg ongeduldige gast al te toeteren dat we moeten doorrijden. Tja, sommige mensen komen naar een nationaal park om de natuur en het dierenleven te bekijken en sommige mensen komen er blijkbaar naar toe om er zo snel mogelijk doorheen te jassen. Ieder zijn voorkeur…

Bizons vormen een essentieel onderdeel van het park. Als je niet in een Bison Jam (file veroorzaakt door bizons) hebt gestaan, ben je gewoon niet in Yellowstone geweest. We besluiten een detour te nemen langs de wei waarin we nog veel meer bizons in de mist te zien zijn. Ik stap uit en loop gewapend met mijn camera langs de weg, terwijl Martin in de auto langzaam naast me rijdt. De bizons zijn over het algemeen gemoedelijke, vriendelijk dieren. Ze kijken wel naar je, maar het maakt ze niks uit als je lekker langs wandelt.

Dan hebben we de volgende bizonfile te pakken. Er staat een hele rij auto’s voor ons. Op een gegeven moment maken de bizons een stuk van de weg vrij en kunnen een aantal auto’s passeren. Voordat wij aan de beurt zijn, worden de gelederen echter weer gesloten. Nu zitten we wel op de eerste rang, want we staan helemaal vooraan. Helaas schijnt de zon vol in mijn lens waardoor het frustrerend fotograferen is, maar de ervaring is top. Een flinke kudde midden op de weg, met een paar indrukwekkende mannetjes, omringd met wolkjes condens van hun warme adem.

Onze eerste stop is Porcelain Basin, waar een behoorlijke hoeveelheid stoom en enkele mooi gekleurde poelen het landschap bepalen. We brengen ook een bezoekje aan de Steamboat Geyser. Dit is ’s werelds grootste actieve geyser. Het is al een paar jaar geleden sinds de laatste grote uitbarsting, maar ook zonder uitbarsting is dit een mooi zicht. Het is duidelijk waar deze geyser zijn naam aan te danken heeft, want er hangt een stoomwolk boven waar menige stoomboot jaloers op zou zijn.

Bij de Artists Paint Pots is het even zoeken voordat we het mooiste gedeelte gevonden hebben. Volgens mijn informatie ligt het mooiste gedeelte rechts achterin, hetgeen links achterin blijkt te zijn. Tja, alles is relatief…

De Clepsyndra Geyser willen we eerst overslaan vanwege de tijd, maar als we langs willen rijden, zien we dat dit een erg actieve geyser is. Hij spuit eigenlijk continu, dus we zijn blij dat we hier toch een bezoekje aan gebracht hebben. In het Lower Geyser Basin waar deze gelegen is doet zich ook weer een wonderbaarlijk verschijnsel voor. Een Japans vrouwtje met hoedje en synthetisch bloemengordijn aan staat me toch een partij te poseren. Ze houdt met de ene hand haar hoedje subtiel vast alsof ze in de verte tuurt en tilt met de andere haar lange rok een tikkeltje naar achteren op. En dit maar liefst minuten lang, terwijl een oudere Japanse vrouw druk aan het fotograferen slaat. Dit is zo’n belachelijk tafereel dat we beiden onze lach niet kunnen inhouden. Wat een typisch volkje is het toch. Ik wil een foto van deze slapstick maken voor in het reisverslag, maar als ze dat in de gaten krijgen is de reportage snel voorbij. Flauw hoor!

De Grand Prismatic Spring is een van mijn persoonlijke favorieten. Dit is de grootste hot spring van Yellowstone en heeft een diameter van 113 en een diepte van 37 meter. Deze bron heeft zoveel mooie kleuren. Prachtig! Jammer dat er geen uitzichtpunt van bovenaf is, waardoor je deze zonachtig gevormde spring in zijn volledigheid op de foto kunt zetten. Voorheen was er een informeel en blijkbaar illegaal uitzichtpunt hierop, maar dat hebben ze inmiddels gesloten omdat daar als eens iemand is omgekomen. Echt een mooi fotogeniek punt met zijn vele felle kleuren en stoom die over het landschap wordt geblazen.

Ook vandaag maken we weer een stop bij de Black Sand Basin, maar deze keer wel met zonlicht. Mooi is hier de Sunset Lake en de Emerald Pool.

Dan rijden we terug naar de parkeerplaats van Old Faithful en lopen we via de kortste route naar de Morning Glory Pool. Dit is een van de weinige pools waar je echt een beetje moeite voor moet doen om hem te bezoeken. Ik heb foto’s ervan gezien, dus ik weet dat dit een exemplaar is dat ik absoluut niet over wil slaan. Ik word niet teleurgesteld. De pool is mooi van kleur, ontzettend helder en omdat de temperatuur van de pool wat lager is, heeft hij ook weinig stoom op de oppervlakte.

Terug lopen we via de toeristische route naar Old Faithful. We boffen, want we komen toevallig op het juiste moment bij de Grand Geyser aan. Mensen zitten hier uren te wachten om deze geyser zijn kunstje te zien vertonen, want dit doet hij slechts eens per 7 tot 15 uur. Persoonlijk vind ik deze de mooiste van het park. Old Faithful heeft de naam, maar deze is veel spectaculairder en spuit gedurende zeker 10 minuten. Op het einde zien we zelfs een regenboog verschijnen.

We zijn ook nog op tijd om Old Faithful te zien. Er heeft zich al een aardig publiek verzameld, maar we hebben nog een goed plekje op de eerste rij. Terwijl we zitten te wachten, rent een of andere grapjas voor de eerste rij langs. Hard schreeuwend dat we allemaal de wave moeten doen. Terwijl hij langs rent, horen we iets vallen. Het blijkt zijn pistool te zijn. Ik denk in eerste instantie nog dat het misschien een nepper is, maar de heren naast mij weten zeker dat het een echte is en herkennen het kaliber. Tja, dit is dus ook Amerika. Het land waar iedere gek een pistool kan kopen. Voor hetzelfde geld was het pistool afgegaan toen het neerviel en was een onschuldige toeschouwer gewond geraakt. Daarnaast mag je in de nationale parken niet eens een wapen meenemen, maar daar wordt niet echt op gecontroleerd.

Na een half uurtje wordt ons wachten beloond. Het is grappig om mee te maken dat even na de “uitbarsting” de uitgeblazen stoom wordt omgezet in druppels water en op het publiek terecht komt.

Voor vandaag zijn we klaar met het bezoeken van toeristische attracties. Alleen nog even op zoek naar een mooi fotoboek van Yellowstone. Ik kan er geen vinden met foto’s van zowel wildlife als de karakteristieke landschappen, dus koop ik een mooi dierenboek dat tevens het verhaal van een van de beroemde wolven van Yellowstone vertelt.

Na het diner gaan we terug naar onze cabin en kan ik beginnen aan het bijwerken van 3 dagen achterstallig reisverslag. Pfff…

Terug naar boven

Yellowstone NP (dagtocht Canyon en Mammoth Country)

We vertrekken vanochtend lekker vroeg. Na uitgecheckt te hebben, rijden we via Lake Yellowstone richting Hayden Valley. Voordat we goed en wel aan het rijden zijn, staan we alweer in een Bison Jam. Buiten een jong mannetjes Elk zien we verder eigenlijk niks van wildlife. De hoge verwachtingen naar aanleiding van de man van het Visitor Centre, worden helaas niet waargemaakt.

In Canyon Country rijden we eerst naar Artists Point, van waar je blijkbaar het beste uitzicht hebt op de Lower Yellowstone Falls. Het is eigenlijk nog te vroeg, want licht schijnt maar een klein beetje op de waterval. We besluiten eerst de andere viewpoints aan te doen en later terug te komen. We doen Lookout Point aan, die ook een mooi uitzicht op dezelfde waterval biedt. Ook hier geldt dat de zon eigenlijk nog te laag staat voor een mooi plaatje. Vanuit Grand View heb je uitzicht op de Grand Canyon van Yellowstone. Lang niet zo indrukwekkend als de echte Grand Canyon natuurlijk, maar toch een mooi puntje. Inspiration Point willen we ook nog aandoen, maar deze weg is afgesloten. Dan maar naar de Upper Falls. Door de kou heb ik dringend behoefte aan een toilet en ben blij deze bij de Upper Falls gevonden te hebben. Helaas blijkt ook deze “closed for the season” te zijn, zoals zo veel zaken. Je merkt echt dat we aan het einde van het seizoen zitten.

De Upper Falls is op zich een indrukwekkende waterval. Het viewpoint gaat naar de bovenkant van de waterval, waardoor je er met je neus bovenop zit. Er is geen mooi uitzichtpuntje op de waterval zelf, wat echt een gemiste kans is.

We rijden opnieuw naar Artists Point. Bij het punt waar ik eerst foto’s heb gemaakt, staat een hele rij van mensen met statieven. Terwijl ik braaf op mijn beurt wacht, blijkt er geen beweging in te komen. Als ik aan een vrouwtje vraag of ze nog foto’s gaat maken, krijg ik een snauwend antwoord dat ze wacht totdat het licht in de kloof valt. Nou, als ik kijk hoeveel de zon ten opzichte van ruim een uur geleden is opgeschoten, gaat dat nog wel zeker één uur duren. Ik ga dus even op haar plek staan, maak nog een foto en geloof het wel. Er is nog meer te zien in dit immense park en dit is zeker niet het mooiste punt.

Op weg naar Mammoth Country, maken we eerst nog een stop bij de Tower Falls. Er is een mooi uitzichtpunt vanaf beneden, maar deze route is afgeschermd (althans op het routebord). We lopen eerst naar het View Point van bovenaf. Ook hier zien we dat de waterval nagenoeg volledig in de schaduw ligt (en het is toch al na twaalven). We besluiten niet te kijken of we toch bij het lagere punt kunnen komen, maar rijden verder.

Als we het stadje van Mammoth Country binnen rijden, zie ik weer een Elk staan. Ook nu weer een jong mannetje, maar mooi in het zonlicht. Ik loop de bouwplaats op (die eigenlijk is afgezet, maar wat ik pas later zie) om een foto te maken. De bouwvakkers zijn heel aardig en attenderen me erop dat iets verderop een volwassen mannetje met groot gewei ligt. Ik heb hem al snel gevonden. Lekker lui, gewoon in de tuin van een huisje. Om het hoekje liggen twee vrouwtjes en een jong. Een van de bouwvakkers komt naar me toe en zegt dat ik moet oppassen. Het volwassen mannetje trekt zich van mij in principe niks aan, maar blijkbaar is het jonge mannetje op weg hier naar toe en dan kunnen de hormonen de overhand nemen en tot een gevecht leiden. Hij geeft nog aan dat dat wel een hele geweldige foto zou zijn. Dat kan ik alleen maar beamen. Het jonge mannetje komt er aan en ik kijk vanaf veilige afstand naar het spel dat zich voor mijn ogen afspeelt. Het jonge mannetje daagt de oudere uit, die vervolgens gaat staan en een paar stappen richting het jongere exemplaar zet. Dit gaat gepaard met een paar kreunen en weg rent de jongeling. Tja, het was van tevoren duidelijk, dat het geen gelijkwaardig gevecht zou worden. Met zijn nog kleine gewei kan hij het gevecht nog niet winnen.

Ik bedank de bouwvakkers vriendelijk en ga op zoek naar Martin. Die was namelijk doorgereden, omdat hij hier nergens kon parkeren. Als ik hem vertel wat ik gezien heb, baalt hij natuurlijk wel een beetje dat hij er niet bij was.

Na een parkeerplaats gevonden te hebben, lopen we door de Mammoth Hot Springs. En hot is het! In de brandende zon lopen we heuvel op over het hele terrein. Verschillende hot springs bevatten nauwelijks tot geen water, maar een aantal zijn echt de moeite waard. Met name de Canary Spring and Terrace is erg mooi. Zeker als je nog net wat verder door loopt dan wat het viewpoint lijkt te zijn. De meesten lopen niet verder en missen daardoor het mooiste. Vanaf het viewpoint zie je maar het topje van de ijsberg. Loop je verder door, dan zie je uit hoeveel terrassen het bestaat en hoe mooi het water naar beneden loopt en verschillende pasteltinten vormt.

Een ander mooi punt is Mound Spring. Erg fotogeniek en geschikt voor mooie macro’s. Het water stroomt hier nog rijkelijk. Er zijn echter ook droge terrassen en die zien eruit alsof er rijp in ligt. Gezien de temperatuur kan dat niet, maar het effect is hetzelfde. Erg mooi, zeker in contrast met de oranje en gelige kleuren van de omgeving.

Na ons bezoekje aan de hot springs, lopen we terug naar de auto en zie ik het volwassen mannetje van eerder die dag weer. Vanaf een afstandje kan ik zien hoe het beest belaagd wordt door allerlei toeristen. Hij heeft er duidelijk genoeg van en rent er vandoor. Sommigen hebben echter geen respect voor de grenzen van dit mooie dier en rennen er gewoon achteraan. Ik loop op mijn gemakje een stuk verder en hoop dat het dier dit mooie plekje opzoekt. Ik heb geluk, hij komt op zijn gemak mijn kant op gelopen, totdat de groep Aziaten weer als een stel bezetenen op het dier komen afrennen. Je kunt het gedrag van het dier gewoon voor je ogen zien veranderen. Hij schrikt zelfs als kleine vogeltjes opvliegen en is duidelijk behoorlijk opgefokt. Begrijpelijk. Dat effect hebben die Aziaten ook op mij… Gelukkig grijpt een ranger in en geeft aan dat iedereen op afstand moet blijven en het dier rust gunnen. De irritante Aziaten worden persoonlijk door hem tegengehouden. Meerdere keren, maar ze zijn hardleers.

Ik ben inmiddels al weer richting auto gelopen, want ik wil geen oorzaak zijn van de overspannen toestand van dit arme dier. Ze kunnen overigens in deze tijd (bronstijd) ook behoorlijk agressief worden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me daar niet zo druk over maak. Ik heb gemerkt dat als je het dier rustig benaderd en zijn ruimte geeft, er niks aan de hand is. Nee, ik maak me alleen druk om het dier zelf. Wie zou er niet gek worden als er vanuit alle richtingen gekken op je af komen rennen. Gelukkig krijgt de ranger de boel onder controle.

In plaats van direct naar Lake Yellowstone terug te rijden, rijden we eerst nog door een stuk van Lamar Valley. Dit staat overal beschreven als de dieren hotspot van Yellowstone. Natuurlijk zien we hier weer de vele bizons, maar pas als we de vallei weer uitrijden, zien we ook Pronghorns en Mule Deers.

Nu snel door naar Lake Yellowstone Hotel and Cabins om in te checken. Het vrouwtje achter de balie vraagt waar ik vandaan kom. Ze dacht al te horen dat ik Nederlands was. Als ik vraag hoe ze dat weet, geeft ze aan met een Nederlander (uit de omgeving van Enschede) getrouwd te zijn. We krijgen de sleutel van ons Frontier Cabin (nr 543). Als ik vraag hoe het met eten zit, blijkt dat je hier wel moet reserveren en dat het voor vanavond vol zit. Ongelofelijk. Alles in de buurt is gesloten en voor de gasten die hier logeren, kunnen niet eens in het restaurant van het hotel eten. Belachelijk! Ze hebben ook een Deli, waar we een broodje kunnen kopen. Maar ook hier is er een aardige rij en na ongeveer drie kwartier hebben we besteld en ons broodje to go in ons bezit.

Deze keer hebben we een “vrijstaand” huisje, dus minder last van de gehorigheid van de huisjes. Dat wordt weer lekker slapen, al is het bed wel erg smal…

Terug naar boven

Yellowstone NP (dagtocht Lamar Valley)

Aangezien we de afgelopen dagen in Yellowstone de bezienswaardigheden, viewpoints en andere spektakels hebben bezocht die we wilde bezoeken, hebben we vandaag omgedoopt tot Wildlife day. Dat betekent uiteraard weer vroeg uit de veren. Via Hayden Valley rijden we naar Lamar Valley. In Hayden Valley is het wildlife spotten niet erg succesvol, net als gisteren. Het is nog relatief rustig en terwijl we van het licht van de opkomende zon staan te genieten en de nevel zien wegtrekken, horen we de roep van een aantal Elks door de vallei. Je ziet ze niet omdat ze te ver weg zitten, maar hun roep draagt ver genoeg om ze te kunnen horen.

Ik heb mijn camera natuurlijk altijd in de aanslag. Vanuit de auto fotografeer ik meestal met de kleine camera en als ik kan uitstappen en beter kan manoeuvreren, gebruik ik de spiegelreflex. Helaas komen we vanochtend tot de ontdekking dat de kleine camera spontaan stuk is. Gisteren deed hij het nog prima en nu opeens is het over. Dat is balen. Dit ding hebben we drie jaar geleden in Canada gekocht omdat onze kleine camera toen ook tijdens de reis stuk ging. We gaan er toch voorzichtig mee om, maar ik krijg de indruk dat ze die dingen gewoon maken om niet al te lang mee te gaan. Gelukkig doet de spiegelreflex het wel nog, al heeft die ook kuren met de flitser. Dit zou wel eens een duur reisje kunnen worden…

Lamar Valley is een ander verhaal dan Hayden Valley. ‘s Ochtends direct na zonsopkomst is hier nog meer wildlife te spotten, dan aan het einde van de middag. Het is de bizon hotspot van het park. Eigenlijk zouden ze de vallei moeten omdopen naar Bison Valley. Een dag geen Bison Jam is een dag niet geleefd, dus daar wordt ruimschoots aan voldaan. Vandaag zien we hier echt zoveel grote kuddes bizons, dat het lijkt alsof de bizons van heel Yellowstone naar de vallei zijn getrokken. Op een gegeven moment struikel ik zelfs bijna over een bizon. Het lijkt onwaarschijnlijk bij zo’n groot beest, maar geloof me, het kan. Ik loop naar de rand van de weg om een foto te maken van de bizons aan de overkant van de rivier in een mooi kleurrijk landschap. Naast de rand van de weg zit een kleine afgrond en hierop staat dus een bizon lekker te grazen. Ik zie ‘m pas op het laatste moment en besluit toch maar een paar meter verder te gaan staan. Een stel andere toeristen gebeurt daarna hetzelfde. Niet dat het de bizon iets boeit, hij graast gewoon lekker door. Aan zijn formaat en horens te zien is het ook nog niet zo’n oud beest, dus ook wat minder last van geldingsdrang. De oude mannetjes moet je wat meer in de gaten houden.

We zien natuurlijk ook weer Pronghorns. Grotere groepen dan gisteren, maar helaas wel verder weg. Tot twee keer toe denken we een wolf gezien te hebben. Ver weg, met een mooie fluffy staart. Beide keren zien we echter aan het loopje dat het Coyotes zijn. Ook leuk natuurlijk, maar ik had wel heel graag een wolf in het wild gezien. Helaas zit dat er niet in.

Lamar Valley is als vallei ook erg mooi. Yellowstone bestaat voor een groot gedeelte uit dennenbomen, dus vooral veel groen. Lamar Valley heeft echter ook andere boomsoorten, waardoor je de herfstkleuren hier mooi tot hun recht ziet komen. Hier en daar met de Yellowstone River er doorheen slingerend en natuurlijk de vele bergen die het park rijk is als achtergrond. Hier op deze plek zou ik wel willen wonen. Al zou ik in de zomer waarschijnlijk wel een beetje gek worden van de busladingen toeristen die hier rondrijden...

Op weg terug naar het hotel, doen we nog een korte tussenstop in Canyon Village. Even tanken, zodat we er morgen weer tegenaan kunnen en knuffels voor de kids kopen.

Rest ons een middagje relaxen. Heerlijk!

Het diner is vanavond al vroeg. Gisteren bij het inchecken kon ik kiezen tussen kwart over 5 of half 9. Er tussenin was geen plek meer. Aangezien we morgen weer een lange reisdag voor de boeg hebben, willen we op tijd naar bed en is de keuze op kwart over 5 gevallen. Het restaurant is best wel een sjieke tent. Onze serveerster Vivien is erg vriendelijk en beveelt mij de Buffalo Tenderloin aan en Martin de Wild Alaskan Salmon. Ik besluit haar aanbeveling te volgen en Martin kiest weer voor de Trout. Hij kan er maar geen genoeg van krijgen… Het eten is echt goed. Misschien wel de beste maaltijd die we op onze hele reis gegeten hebben!

Terug naar boven

Yellowstone NP – Grand Teton NP – Salt Lake City

Vandaag hebben we weer een lange rit voor de boeg. We verlaten Yellowstone en rijden via Grand Teton naar Salt Lake City. In Yellowstone deze keer geen buffels te zien, wel diverse Mule Deer en een aantal Elk. Het is duidelijk dat het in het zuidelijke deel van het park beduidend meer geregend heeft dan het gedeelte waar wij hebben overnacht. De straten zijn nog steeds nat.

In Grand Teton rijden we deze keer niet via de toeristische route, maar via Highway 89. Het park is grotendeels in mist gehuld en we zijn erg blij dat we de route naar Yellowstone een paar dagen geleden hebben omgegooid. Natuurlijk maken we nog even een stop bij Oxbow Bend, maar het ziet er zo anders uit. Er hangt zoveel mist dat je Mount Moran totaal niet ziet. Een aantal bomen die een paar dagen geleden nog volop in de gele blaadjes zaten, zijn nu helemaal kaal. Typisch hoe een landschap in een paar dagen tijd en met gewijzigde weersomstandigheden er zo anders uit kan zien.

We gaan vandaag voor Moose spotten (althans dat hopen we). We hebben een paar detours uitgezocht, waar je een grotere kans hebt om Moose te zien (Antelope Flats Road en Moose Wilson Road). Langs de grote weg zie ik op een gegeven moment één auto staan met een fotograaf ernaast (aan de gigantische toeter van een lens te zien). Ik speur de horizon af om te kijken of ze iets interessants hebben gespot. Wat overigens vaak niet het geval is. Dan zie ik hem… de Moose! Oké, hij zit wel heel ver weg en is eigenlijk alleen te zien als hij voor wat geelgebladerde bomen loopt, maar toch. In Canada is het ons niet gelukt om er eentje te spotten en hier is het dan eindelijk gelukt!

In het stadje Jackson Hole maken we een stop om te kijken of we nog een mooi souvenir voor ons zelf en iets voor de ouders kunnen scoren. We lopen het hele winkel gedeelte door, maar helaas is er niks moois te vinden. In een van de winkels hebben ze een houten bizon. Als hij mooi gemaakt was, dan hadden we die zeker gekocht, maar zijn kop lijkt het werk van een kleuter. Dit wordt dan helaas toch de eerste reis waarbij we geen mooi groot stuk kunnen vinden om aan onze reiscollectie toe te voegen. Dat is wel jammer, maar wellicht ook wel inherent aan een reis naar een westers land.

Op de autosnelweg zien we toch een bijzondere actie. We mogen hier 105 km/uur rijden en op de vluchtstrook fietst een man op een wielrenfiets. Op sommige plekken mag dat, maar ik weet niet of dat hier mag. Hij zit over zijn schouder te kijken en ik maak nog een grapje “of hij denkt dat hij de vrachtwagen naast hem kan inhalen”. Nou dat doet hij niet, maar gooit het stuur om, verlaat de vluchtstrook en gaat achter de vrachtwagen hangen. Ik geloof mijn ogen niet. Wie in zijn volle verstand, haalt zo’n levensgevaarlijke actie uit? Nou ja, blijkbaar deze waaghals.

In Salt Lake City aangekomen, rijden we rechtstreeks naar ons hotel Little America Hotel Salt Lake City. Hier heb ik een Garden Room gereserveerd, zodat we de auto voor de deur kunnen parkeren. Ik hou meer van kleinschalige accommodaties, maar in grote steden ontkom je vaak niet aan de massatenten. We krijgen de sleutel van onze kamer (5215) en dat blijkt ook weer meer de grootte van een appartement te zijn. Mij hoor je niet klagen.

Er liggen niet veel eettentjes in de buurt van het hotel en we hebben geen zin om met de auto te gaan, dus wordt het een van de restaurants van het hotel zelf. Niet het dure, luxe restaurant, maar het gezelligere deli-achtige restaurant. Onze verwachtingen zijn niet hooggespannen, maar tot onze verbazing krijgen we een erg lekkere burger voorgezet. Misschien wel de lekkerste burger die we hier gegeten hebben. Goede keus dus!

Terug naar boven

Salt Lake City – Amsterdam (vlucht)

Vandaag kunnen we eindelijk uitslapen tot acht uur. Dat is de hele vakantie nog niet gelukt. Op ons gemakje maken we ons klaar voor de terugtocht en na nog even snel getankt te hebben, rijden we naar het vliegveld. Het is een kort ritje van nog geen kwartier. De huurauto inleveren gaat ook een stuk sneller dan het ophalen. In totaal hebben we bijna 8.000 km gereden in 4 weken tijd!

En dan kan het hangen beginnen.

Terwijl ik bij gate D8 mijn laatste hand aan het reisverslag leg, hoor ik bij een andere gate van Delta omroepen dat ze geen ruimte meer hebben in de handbagage compartimenten. Ik hoop dat dat bij onze vlucht niet het geval is. Wij houden ons netjes aan de afmetingen en het aantal stuks. Dat in tegenstelling tot de hutkoffers waar je sommigen mee ziet slepen. No way dat ik mijn dure camera apparatuur in de ruimbagage laat plaatsen. Dan moeten ze de mensen met de te grote handbagage maar aanpakken…

Als het onze tijd is om te boarden, zien we hetzelfde ritueel ontstaan. Gelukkig zijn we een van de eersten die in het vliegtuig zijn en onze tassen fijn kunnen opbergen. Nadat iedereen er is loopt de stewardess rond om te kijken of ze mensen met een hutkoffer nog aan bagageruimte kan helpen. Even zit ze in te twijfelen of ze dit ten koste van onze bagage wil laten gaan, maar uiteindelijk loopt ze hier toch aan voorbij. Niet dat ik ermee akkoord was gegaan, maar die discussie is me gelukkig bespaard gebleven.

We vertrekken redelijk op tijd rond 20 over 2 met vlucht DL 056 van Salt Lake City naar Amsterdam. De vlucht verloopt verder rustig en met wat entertainment van het in-flight system doden we de tijd.

Terug naar boven

Amsterdam

Na een uurtje of 9 vliegen komen we rond kwart over 7 aan op Schiphol, bijna 1 uur eerder dan gepland. En dan is het weer het vaste ritueel: bagage verzamelen, met de trein met vertraging naar huis en dan Bossche bollen eten met pap en mam als welkom thuis.

Na een uurtje of 9 vliegen komen we rond kwart over 7 aan op Schiphol, bijna 1 uur eerder dan gepland. En dan is het weer het vaste ritueel: bagage verzamelen, met de trein met vertraging naar huis en dan Bossche bollen eten met pap en mam als welkom thuis.

Terug naar boven