Reisverslag Canada

Dag-tot-dagbeschrijving:

Amsterdam – Vancouver (vlucht)

Gelukkig zijn we gisteren al naar Schiphol gekomen en kunnen we vandaag de dag relaxt beginnen. We staan rond half negen op en maken ons op ons gemakje klaar voor ons volgend avontuur. We scoren een vers ontbijtje bij de appie. Als we door de paspoortcontrole gaan, vraagt de douanier “Waar gaan we naar toe?”. Geen ongebruikelijke vraag natuurlijk, maar door de commanderende toon in zijn stem, voel ik me een beetje overvallen en moet ik zelfs even denken wat onze bestemming is. Gelukkig geef ik het goede antwoord en mag ik doorlopen.

Bij de bagage is het redelijk druk, dus we besluiten nog even te wachten voordat we in de rij gaan staan. In plaats van onhandig te doen en de tassen in de rij voor de bagage in de flightbags proberen te murwen, doen we het dit jaar anders. Lekker een plekje langs de kant zoeken, rustig inpakken en dan een karretje halen en wachten tot de drukte een beetje is afgenomen.

Bij de gate beginnen we al anderhalf uur voor vertrek te boarden. Dat krijg je bij vluchten met een bodyscan. Aangezien een beugel bh vaak tot fouilleren leidt, denk ik ze dit jaar te slim af te zijn. Tja, dat dacht ik inderdaad. Blijkt die scan ook al af te gaan op de bh-sluiting als die wat meer dan de gebruikelijk twee of drie haakjes bevat. Word ik weer onder handen genomen…

Onze vlucht (KL 0681) vertrekt met een kwartiertje vertraging even na half twee. We hebben twee stoelen in het middengedeelte, waarbij we hopen dat de stoel naast mij vrij blijft. Maar helaas, de vlucht is aardig volgeboekt, dus ook de stoel naast me. Gelukkig is het een rustige gast, waar je weinig last van hebt. En niet iedereen is zo gelukkig. Bij een ander stel, zit er een stuiterbal bij, die aan het raam zit en steeds van zijn plek wil. Die mensen zijn dus continu rek- en strekoefeningen aan het doen om hem eruit en erin te laten…

De vlucht schiet redelijk goed op. Het is maar negen en een half uur vliegen, er zijn genoeg leuke films en de catering is deze keer ook niet slecht.

Rond kwart over twee (’s middags) komen we aan in Vancouver. Natuurlijk moet er weer papierwerk geregeld worden, maar dat schiet aardig op. Onze bagage ligt al op ons te wachten en we kunnen op zoek naar Alamo voor de huurauto. Na een korte speurtocht weten we de balie te vinden en natuurlijk hebben we weer de verhuurder waar de langste rij staat. Ik heb van thuis uit een pre check-in gedaan, maar geloof niet dat dat heel veel uitmaakt. De commerciële rakker die ons te woord staat, wil ons diverse extra’s en een upgrade aansmeren. Als we hiervoor bedanken, halveren de extra kosten hiervoor wel erg snel. We willen graag de huurvoorwaarden van Sunny Cars (waarbij we verhuur hebben geregeld) handhaven en weten niet of dit bij een upgrade ook nog geldt. Ondanks dat ik denk dat ik dit voor een schijntje had kunnen regelen, handhaven we onze oorspronkelijke reservering. En als we de auto zien, hebben we er geen spijt van. We krijgen een zwarte Toyota Camry, die er prima uit ziet en diverse handige snufjes heeft.

Even na vier uur komen we bij het Blue Horizon Hotel aan. Tja, iedereen weet dat de foto’s van een hotel altijd voordelig worden genomen, maar hier is een ware kunstenaar aan het werk geweest. Niet dat het een slecht hotel is, maar het is wel een beetje oude meuk en het ruikt op de kamer ook redelijk muffig. Maar goed, tegen betaling kun je hier parkeren, het ligt redelijk centraal en het personeel is vriendelijk. Nadat we onze intrek in kamer 408 hebben genomen, besluiten we even de stad in te gaan.

We willen een prepaid sim voor Canada, maar ondanks onze inspanningen lukt het niet. Fido heeft een goed bereik, maar als we hier binnen gaan, worden we doorverwezen naar concurrent Virgin omdat zij een beter aanbod hiervoor hebben. Bij Virgin blijkt mijn toestel niet geschikt te zijn om het netwerk te kunnen ontvangen (vreemd?!) en worden we doorverwezen naar concurrent Rogers. We vinden het wel prima. Aangezien het alleen voor nood is, gebruiken we onze Nederlandse mobiel wel, ondanks dat dat een aardige duit per minuut kost.

’s Avonds eten we bij het hotel en gaan we op tijd naar onze kamer. Uiteindelijk is het rond middernacht voordat we naar bed gaan.

Terug naar boven

Vancouver

Na een veel te korte nacht, gaat vanochtend al om zes uur de wekker. De kamer is behoorlijk warm, dus we zetten lekker de balkondeur open en al snel komt de frisse lucht en de geluiden van een wakker wordende stad de kamer binnen. Als we helemaal klaar zijn voor de dag, gaat Martin even naar de receptie om te vragen waar de shuttlebus stopt. Blijkt deze gewoon recht voor de deur te stoppen. Wij hadden gedacht om naar Canada Place te lopen, maar dat is dus helemaal niet nodig. Als we dat hadden geweten, hadden we zo’n drie kwartier langer in bed kunnen blijven liggen…

Als we op de bus staan te wachten, blijkt al snel dat we niet de enigen zijn die het plan hebben om de Capilano Suspension Bridge te bezoeken. Een stel late vijftigers staat achter ons. Na ons gesprek gevolgd te hebben spreken ze ons aan in het Nederlands. En wat blijkt… het zijn Limburgers, uit Roermond. Wie had gedacht dat ik op m’n eerste dag in Canada gewoon “plat” zou kunnen praten! Zij zijn, net als wij, gisteren aangekomen. Morgen gaan zij hun camper ophalen en maken een rondje via de Rockies. De reis is een lang gekoesterde wens van de man, maar voor de vrouw is het één grote uitdaging (beren, hoogtevrees, etc).

Dan komt de bus aan en waar we bang voor waren, gebeurt. Er zijn niet genoeg plaatsen voor iedereen om mee te kunnen in de shuttlebus. Gelukkig staan wij helemaal vooraan en kunnen wij, net als het andere Nederlandse stel, nog mee met de eerste bus. Voor een aantal betekent het echter een kwartiertje wachten op de volgende bus. Er zijn nog meer hotels waar de bus stopt, maar ook voor hen geldt de mededeling dat ze niet mee kunnen en op de volgende moeten wachten.

Rond half tien komen we aan bij de Capilano Suspension Bridge, een van de populairste attracties van Vancouver. Er zijn diverse dingen te doen. Direct na de ingang staan er een aantal totempalen. Onze Limburgse vrienden vragen of wij een foto van hen samen willen nemen en uiteraard bewijzen zij ons deze wederdienst. Altijd handig, want zo krijgen we ook weer eens wat leuke foto’s van ons samen. Als snel volgt de bekende loopbrug, waar het park naar vernoemd is. Je moet wel goede zeebenen beschikking, want in het begin is het aardig wiebelig, maar het went al snel. Een aantal jaar geleden is er een stevig boom op de brug gestort, maar toch heeft deze het overleefd. En gezien de boompjes die hier groeien, kun je wel stellen dat er een behoorlijk stevige constructie voor nodig is om dit te kunnen overleven. Al met al geen “pongel” (= prul (voor degene die geen Weerts begrijpen)). Van de brug lopen we door naar de Treetops Adventure. Via zeven hangbruggen, loop je zo’n 30 m boven de grond. Het zonnetje schijnt op sommige plekken prachtig door de bomen heen. Blijkbaar krijg je vanuit deze hangbruggen een eekhoornperspectief. Nou, als dat het geval is, is het leven van een eekhoorn niet verkeerd. Tot slot gaan we naar de Cliffwalk. Dit is een erg knappe constructie. Aan een granieten rots is een vrijdragende metalen loopbrug gemaakt, die hoog boven de Capilano River hangt. Een kunstige constructie.

Ze hebben zelfs een klein stukje nevelwoud gemaakt. Als je op een knop drukt, krijg je via een soort sprinklersysteem een neveleffect. En met het zonlicht dat tussen de bomen door valt, geeft dat een prachtig effect. En dan zien we ons eerste wildlife, een echte squirl. Wellicht wel een hondsdolle, want hij ligt zich wel heel bijzonder in een holletje in een boom rond te draaien. Even laten spurt hij eruit en gaan prachtig voor de lens van mijn camera een nootje zitten eten.

We duiken nog even het souvenirwinkeltje in en rond kwart voor twaalf pakken we de shuttle bus weer richting Stanley Park. Nog maar net in het park aangekomen, vragen diverse mensen ons of ze ons kunnen helpen. En dat omdat we met een plattegrondje in de hand kijken, hoe we de wandelroute willen lopen. Vriendelijke jongens, die Canadezen.

Het park heeft een enorme oppervlakte en het kost dan ook weinig moeite om hier de hele middag te vertoeven. Het is stralend weer, zonnetje op het gezicht en hier en daar een verkoelend briesje, wat wil je nog meer… Het park is overigens wel vernuftig aangelegd. Er is een speciaal pad voor de voetgangers en een apart pad voor de “wheelers” (fietsers, skaters, etc.). Omdat beide partijen veelvuldig gebruik maken van het park, is dat wel zo makkelijk.

Natuurlijk bezoeken we ook de totempalen. Deze zijn door inheemse Indiaanse stammen uit de noordwest kust van Canada gemaakt. De oudste paal is 100 jaar oud. Alle palen zijn replica's van al bestaande totempalen. Een totem is een voorwerp, wezen of dier dat een persoonlijke betekenis voor iemand heeft, en met wie men zich sterk verbonden voelt. Totems worden gebruikt om hun relatie met dieren, geesten, planten en hun omgeving aan te geven. Het idee erachter is de verschillen te tonen tussen mensen, of stammen, en dieren, maar dat integratie en begrip voor de ander nodig is. Een mooie gedachte, toch?

Ook brengen we een bezoek aan het aquarium en ik kan zeggen dat ik het zeker de moeite waard vind. Ze hebben veel soorten jellyfish. Met hun prachtige kleuren en vormen, blijf je er naar kijken. Natuurlijk hebben ze diverse andere waterdieren, zoals dolfijnen, bruinvissen, zeeleeuwen, pinguïns, haaien, schildpadden en tropische vissen. Uitzonderlijk is het feit dat ze twee beluga’s hebben. Ongelofelijk zoveel blubber als die dieren hebben. Als ze zwemmen zie je hun “zwembandjes” lekker meebewegen. Ze hebben echter ook een wel heel schattig koppie. We hebben geluk, want als we de dieren zitten te bekijken, start net een show, waarbij een beluga naar het raam wordt gelokt en mooi poseert voor de foto.

Bij het aquarium hebben ze ook een tropisch gedeelte, waar niet alleen prachtige vlinders, een rode ibis en tropische vissen zitten. Ze hebben zelfs een echte luiaard. En deze doet het goed. Daar waar een luiaard zijn naam normaal gesproken eer aan doet, is deze redelijk actief.

Rond vijf uur verlaten we het aquarium en lopen we naar English Bay. Eigenlijk was het plan om hier een hapje te eten en te wachten tot zonsondergang. We hebben inmiddels al de hele dag gelopen en hebben allebei pijnlijke voeten. Uiteindelijk besluiten we de Inukshuk bij zonlicht te fotograferen en terug te lopen richting hotel. Kunnen we even lekker rug en voeten laten herstellen voordat we een hapje gaan eten. Na zo’n negen uur op de been (letterlijk) te zijn, hebben we dat wel verdient.

Rond kwart voor zeven zijn we terug in het hotel en plof ik lekker op bed. Terwijl ik lig te denken aan al het moois dat we vandaag gezien hebben en bedenk dat Vancouver, ondanks dat het een grote stad is, knus, gezellig en groen aandoet, val ik in slaap.

Rond negen uur ‘s avonds maakt Martin me wakker. Hij is nog even naar de supermarkt geweest en wil weten wat de plannen voor de avond zijn. We hebben eigenlijk beide geen honger, dus het avondeten slaan we deze keer maar over. We besluiten wel nog een rondje te maken voor een aantal avondfoto’s. Deze keer echter niet met de benenwagen, maar met de huurauto…

We rijden nog even naar Science World, wat vooral ‘s avonds een erg fotogeniek gebouw is en rijden naar Stanley park om een foto te maken van de kustlijn en Canada Place. We parkeren vlak bij de 9 o’clock gun, waar ook een partybus staat. Een dronken Canadees komt naar ons toegelopen, stelt zich netjes voor en praat vol enthousiasme over de stad. Het is duidelijk dat hij een slokje te veel op heeft (het flesje bier in z’n hand is een goeie hint), maar hij is wel heel vriendelijk. Zijn zusje viert haar verjaardag en heeft een partybus gehuurd die door het park rijdt.

Klaar met onze fototocht, besluiten we terug te rijden. Aan de rit door het park lijkt geen einde te komen. De rit slingert het hele park door en op een gegeven momenten schieten er twee wasberen de weg over. Tegen middernacht zijn we weer terug bij het hotel en duiken we snel het bed in.

Terug naar boven

Vancouver – Tofino (veerboot)

Vandaag gaat de wekker wederom om zes uur. Na een snel ontbijt op onze kamer, laden we de auto in en gaan we op weg naar de veerboot. Ondanks dat het een werkdag is, is het verkeer naar Horseshoe Bay (Vancouver West) goed te doen. Geen vertraging, dus we zijn veel te vroeg voor de gereserveerde veerboot van tien uur. We hebben echter mazzel. Er gaat iedere anderhalf uur een veerboot en de vorige wordt net klaargemaakt om te boarden en is nog niet vol.

De overtocht naar Vancouver Island (Horseshoe Bay – Departure Bay) duurt ongeveer anderhalf uur. We besluiten lekker op het sundeck te zitten. Hoewel lekker… het waait er behoorlijk en het weer is beduidend minder dan gisteren, maar al met al is het goed vertoeven. Rond kwart over tien komen we aan in Nanaimo.

Hier duiken we eerst nog even een supermarkt in om een ontbijtje voor de komende dagen te scoren en dan kunnen we aan de rit naar Tofino beginnen. De rit duurt een kleine vier uur, maar is zeker geen straf. Door een prachtige groene omgeving, met heldere meren rijden we naar onze eindbestemming van vandaag. We duiken wel nog even snel het Visitor Centre in om een “Discover Park pass” te kopen, zodat we onbeperkte toegang hebben tot alle parken.

Bij onze B&B aangekomen, worden we al opgewacht door Todd. Hij brengt ons naar onze kamer, waar ik bijna gelijk begin te balen van het feit dat we hier maar drie nachten zitten. Wat een toplocatie. Vanuit onze kamer kijken we uit op het strand en een klein eilandje voor de kust. Verder hebben we een knusse badkamer met een rond zitbad met een zakje lavendelbadzout. Een mooi houten hemelbed, een knus ontbijttafeltje voor het raam en een open haard en overdaad aan theelichtjes voor de sfeer. Het is goed dat we de reviews van Chesterman Beach B&B ter harte hebben genomen. Dit is echt een prima locatie en vooral de “Lookout Suite” is een aanrader.

Todd geeft ons tips over hoe we ons verblijf hier kunnen invullen. Wandelroutes, restaurants, winkels, alle info die we nodig hebben. We blijken de berentocht te hebben geboekt bij een van de besten, dus dat is een goed begin.

Nadat we ons geïnstalleerd hebben, besluiten we, ondanks dat het regent en er een redelijk straf windje staat, een wandeling over het strand te maken. Het is nog laag water, dus we kunnen naar het eilandje toe lopen. We moeten echter al weer snel terug, want het water komt snel opzetten en anders moeten we terug zwemmen. Heerlijk verfrissend zo uitwaaien, maar we zijn we nat tot op het ondergoed! Gelukkig is ons paleisje ook voorzien van badjassen. Terwijl Martin een middagdutje doet, kruip ik in mijn badjas onder een fleecedeken op de bank. Wat een heerlijke manier om het reisverslag bij te werken. Kopje thee erbij, genieten van de storm voor de kust en het prachtige uitzicht. Tja, en dat is dus vakantie…

 

We genieten zo, dat we beiden geen zin hebben om ons idyllische onderkomen te verlaten. In plaats van ons aan te kleden en in de stad een hapje te gaan eten, pakken we het beter aan. In de badjas, peuzelen we onze overheerlijke toastjes met roomkaas en gerookte zalm op en genieten van de prachtige omgeving.

Terug naar boven

Tofino (dagtocht Pacific Rim NP)

We staan vandaag weer redelijk op tijd op, want we hebben allemaal leuke activiteiten op het programma staan. Eerst gaan we Bear Watching met Mike White (Browning Pass – Tofino Boat Charters). In de haven zien we overal zeesterren en prachtige grote anemonen. Het water is hier echt ontzettend helder. Het weer is vandaag echter minder top. Er hangt een behoorlijke laag mist en deze lijkt alsmaar dikker te worden. We horen van Mike dat de voorspellingen voor de rest van de week ook niet al te best zijn. Voor de berenspeurtocht is het echter geen probleem. Als het te warm en zonnig is, blijven de beren liever in de bossen. Zo lang als het maar droog is, zullen we dus toch wat leuke plaatjes kunnen schieten.

Ondanks dat het wat aan de frisse kant is, blijven we de hele boottocht op het sundeck (alleen zonder sun dus…). We maken kennis met een ouder Engels stel, dat voor het eerst een verre reis maakt. Ondanks dat de vrouw toch al aardig op leeftijd is, zit ze te stuiteren van opwinding omdat ze beren gaat zien. Wij zijn de enigen die de hele tocht op het sundeck zitten, maar zij vergezelt ons het grootste gedeelte van de tocht.

Met een uurtje varen komen we in het gedeelte waar de beren bij laag tij de “rocky beaches” langs lopen, op zoek naar eten. We hebben meteen geluk. De eerste beer die we zien is een moeder met haar kleintje. Het is zo schattig! De kleine dribbelt achter moeder aan, maar moet wel zelf zijn eigen eten zoeken. Ook grote stenen keren ze zonder enige moeite met een duw van hun poot of neus om. Zelf stenen waarvan menig man zou willen dat hij hem zou kunnen optillen. Ongelofelijk hoe sterk deze beestjes zijn. Maar ja, nu is wel gelijk duidelijk waar de uitdrukking “beresterk” vandaan komt.

Als je zo’n vijf beren hebt gezien, dan heb je een goede dag gehad. Nou, wij hebben er in totaal zes gezien, dus we hebben een top dag! Eentje kunnen we zelfs zo dicht met de boot naderen, dat je hem kunt horen kauwen. Dit is echt super!

Maar we zien niet alleen beren. Naast de boot zwemt op een gegeven moment een grote jellyfish, een variant op degene die we eergisteren in het aquarium gezien hebben. We zien twee dolfijnen, een groepje zeehonden, een vers karkas van een zeehond die door orka’s is opgegeten (de bijbehorende orka’s laten zich helaas niet zien) en een zeeleeuw. Al met al niet slecht voor vier uurtjes varen…

Na onze tocht gaan we terug naar de B&B, waar we even lekker opwarmen. Net als we denken dat onze scenic flight van vanmiddag niet door zal gaan vanwege de dichte mist, breekt de zon door. We hebben onze vlucht dus goed getimed!

Even voor vieren zij we bij Atleo Air. Misty (degene die de boekingen verzorgt) heet ons welkom. Na even een praatje gemaakt te hebben, vraagt ze waar we vandaan komen. Ze meent zich te herinneren vanuit onze email dat we uit Duitsland komen, maar we passen niet in het plaatje dat ze van Duitsers heeft (onvriendelijk en chagrijnig volk). Als we zeggen dat we uit Nederland komen, dan valt het kwartje op z’n plek. Gelukkig zijn Nederlanders wel graag geziene gasten hier.

Onze piloot Dan moet nog even tanken en dan kunnen we de lucht in. Met een watervliegtuigje maken we een privévlucht van twintig minuten om het prachtige landschap te bekijken. Vanuit de lucht zien we de beroemde stranden, waaronder Chesterman Beach waar we overnachten. Verder zien we Meares en Vargas Islands. Het is echt genieten! Overal eilandjes, van klein en rotsachtig tot groot en groen. De mist die in de verte weer tussen de eilanden komt binnenrollen. En het zonnetje dat de andere eilanden prachtig doet afsteken tegen het heldere water. De vlucht gaat veel te snel voorbij, maar is zeker de moeite waard!

Weer terug in de haven, maakt onze fotograaf nog even een foto van ons met het vliegtuig en dan moeten we helaas afscheid nemen. We lopen nog even het dorpje in, op zoek naar mooie souvenirs. Het dorpje blijkt echter vrij klein en er zijn niet veel mooie houten souvenirs te koop. We zien wel een prachtige houten kingfisher, die gemaakt is volgens de houtbewerking waar ze hier bekend om staan, maar uiteindelijk besluiten we dit beestje (dat zo’n CAD 350 kost) niet te kopen.

Nog even snel boodschappen doen en dan kunnen we een hapje gaan eten. Eigenlijk willen we bij Schooner gaan eten, maar aangezien de wachtrij tot buiten staat, besluiten we verder te kijken. We komen uit bij Sobo. Ondanks dat zowel Rian als onze Todd dit restaurant hebben aanbevolen, zijn Martin en ik niet onder de indruk. Het eten is niet slecht, maar ook niet super. Het mist vooral smaak…

Weer terug bij de B&B loop ik nog even het strand op om een foto van het eilandje voor de kust te maken, in de hoop dat de zonsondergang de lucht mooi zal kleuren. Helaas mag dat niet zo zijn, dus na even gewacht te hebben, besluit ik om een lekker lavendelbad te nemen. Even lekker een momentje voor mezelf. Goed boek erbij en het is helemaal top.

Daarna duik ik lekker het bed in, nog nagenietend van een heerlijke dag.

Terug naar boven

Tofino (dagtocht Pacific Rim NP)

Vandaag kunnen we lekker uitslapen. Geen wekker, niks, gewoon door het zonnetje laten wekken en op ons gemakje de dag beginnen. Het weer is, zoals we inmiddels gewend zijn, weer vochtig. Rond het middaguur klaart het een beetje op en miezert het alleen een beetje. We besluiten de Schooner Trail te gaan lopen (de favoriet van Todd).

Het eerste gedeelte van de wandeling gaat door het regenwoud. De bordjes “slippery when wet” kunnen ze hier achterwege laten, want volgens mij is het hier altijd wet. Dat zorgt er wel voor dat het ontzettend groen is. Je vindt er reusachtige cederbomen, sparren begroeid met mossen en een dichte begroeiing van varens. Verdwalen is hier een uitdaging, want het pad met houten vlonders leidt je door de dichte begroeiing naar het strand.

Als je deze wandeling wil doen, moet je wel rekening houden met het tij. Het stukje regenwoud kun je natuurlijk altijd lopen, maar alleen bij laag water kun je over het strand naar het eilandje voor de kust lopen. Gelukkig had Todd ons hierop geattendeerd.

We klimmen over de rotsen en lopen de poeltjes af op zoek naar zeeleven. Er is een ruim aanbod van groene zeeanemonen en oranje en donkerrode zeesterren. Heerlijk om hier een beetje rond te schooien en te genieten van de zeelucht.

Rekening houden met het opkomend water, verlaten we het eiland en vervolgen onze tocht over het strand. De wind lijkt wat toe te nemen, maar voor een strandwandeling is het prima. Op sommige stukken is het strand nagenoeg verlaten.

Je kunt zien dat er een rijk zeeleven is, want op sommige stukken strand zijn er veel schelpen, dode krabben en zelfs een dode zeeleeuw aangespoeld. De zeeleeuw is een grote jongen van ruim twee meter lang. Er zijn geen wonden te zien, dus waarschijnlijk is hij gestorven van ouderdom, maar het is toch altijd zonde als zo’n mooi beest het leven laat.

Op de terugweg zien we een bananaslug (soort gele naaktslak). Gezien de naam had ik verwacht dat ze niet alleen de kleur, maar ook het formaat van een banaan zouden hebben, maar dat valt een beetje tegen. Niet dat het een lullig slakje is, want met zo’n vijftien centimeter is het best de moeite.

Als we bij de parkeerplaats aankomen zie ik een mooie vogel. Zwarte kop met een redelijk kuifje en een koningsblauw lijf. Natuurlijk moet deze ook op de foto. Waarschijnlijk zal het de Canadese variant van een ekster zijn en komen we deze nog op verschillende plaatsen tegen, maar desondanks is het een mooi beestje. Later komen we erachter dat deze blauwe vogel het symbool van British Columbia is.

Als we terug rijden naar de B&B begint het weer te regenen. We hebben onze tocht dus goed getimed. Bij de B&B aangekomen, zien we dat de surfers zich ook nu niet laten afschrikken. Het is ongelofelijk, maar ze zijn hier echt iedere dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat aan het surfen. Het is wel duidelijk waarom ze dit gedeelte het Californië van Canada noemen, het is de populairste surfspot van het land!

Martin overweegt nog even om te gaan zwemmen, maar besluit hier toch van af te zien. In plaats daarvan wordt het een lekker kopje thee met een timtammetje. Ja, onze favoriete Australische koekjes hebben we hier toevallig in een supermarkt op de kop kunnen tikken!

Omdat we morgen vroeg weg moeten en ik Todd en Lynnda hun nachtrust gun, ga ik kijken of ik nu al kan afrekenen. Todd heeft een foutje gemaakt in het emailverkeer. Bij de mail van de prijsopgave heeft hij de juiste prijs genoemd (CAD 280 per nacht), maar in de bevestigingsmail heeft hij een aanzienlijk lager bedrag genoemd (CAD 185 per nacht). Bij het inchecken heeft hij al melding gemaakt van zijn fout, maar ik ben benieuwd wat hij er nu mee doet. Hij laat de keuze aan mij. Als ik wil, kan ik CAD 300 verdienen door op mijn strepen te gaan staan. We hebben echter de beslissing genomen op basis van de prijsopgave en vinden de locatie en de voorzieningen deze prijs wel waard. Ik geef aan dat ik er vrede mee heb om de volledige prijs te betalen. Ik merk echter dat Todd zich hierbij bezwaard voelt, dus per saldo biedt hij zelf aan om CAD 100 korting op het totaalbedrag te geven. Nou, dat is dan toch weer mooi meegenomen!

Bij de balie heeft hij een bordje van Tripadvisor ophangen, waarop vermeld staat dat hij een awardwinner van 2013 is. Ik beloof hem een goede review te schrijven (dat moet ik dus echt niet vergeten) en geef aan dat wij Tripadvisor altijd als bron gebruiken om onze hotels e.d. te selecteren. Hij geeft aan dit zelf ook te doen als ze op reis gaan. Er zit natuurlijk altijd een nadeel aan, want als mensen wraak willen nemen, kunnen ze een negatieve review schrijven. Zo geeft Todd aan dat hij drie slechte reviews heeft van mensen die hij eruit heeft moeten zetten. Zo te horen was er sprake van redelijk asociaal gedrag wat tot hinder van andere gasten heeft geleid (extra gasten meenemen en luidruchtige feestjes geven). Ik vind het alleen maar goed als je dan ingrijpt, maar de keerzijde is natuurlijk dat mensen dan wraak nemen via reviews. Gelukkig lezen wij de negatiefste reviews meestal niet, omdat het vaak duidelijk is dat het niet alleen aan de accommodatie ligt.

Vanavond gaan we bij Schooner eten. We zorgen dat we op tijd zijn, want gisteren stond de wachtrij tot buiten… Vandaag is het echter een stuk minder druk. Aangezien ik nog geen oesters heb gehad, wil ik die toch graag een keer proberen. Ik verwacht eigenlijk dat ik het niet lekker vind en dat je het idee hebt dat je zoute snot naar binnen werkt. Niets is echter minder waar. Het snotterig valt reuze mee en de smaak is zeker niet slecht. Nu zit er waarschijnlijk ook verschil tussen verschillende soorten oesters, maar de Kushi Oysters kan ik in elk geval aanbevelen. Ook het hoofdmenu is niet slecht. Natuurlijk is vis hun specialiteit, maar het eten is hier echt stukken beter dan bij Sobo!

Weer terug bij de B&B maken we alles klaar voor morgen. We moeten op tijd weg, dus alles wat we vanavond al klaar kunnen maken, scheelt morgenochtend weer. We moeten wel nog even uitzoeken of we nog ergens een nieuwe camera kunnen kopen. De compact camera heeft het namelijk gisteren begeven. Gelukkig is de spiegelreflex nog prima, maar soms is de kleine toch wel handig en het is nooit verkeerd om een back-up bij de hand te hebben. Veel grote steden zijn hier echter niet op Vancouver Island, dus ik hoop dat we ergens een fotozaak kunnen vinden…

’s Nachts is het weer stormachtig. Het is zo heerlijk om vanuit bed de zee, de wind en de regen te horen… Het vervelende is alleen dat zowel Martin als ik iedere nacht rond vier uur wakker worden. Een gevalletje van jetlag denk ik, maar de tijd is op zich wel raar, want het is in Nederland één uur ’s middags. Tja, we doen het er maar mee…

Terug naar boven

Tofino – Campbell River – Port McNeill

Vanochtend is het weer vroeg uit de veren, want we hebben een lange reisdag voor de boeg. Zo slecht als vandaag is het weer nog niet geweest. Tofino staat er dan wel om bekend dat er behoorlijk wat neerslag op jaarbasis valt, maar volgens Todd is dit een van de slechtste augustusmaanden in tijden. Vanochtend valt de regen met bakken uit de lucht. En ondanks dat we hier nog wel even hadden willen verblijven, maakt het weer het afscheid iets makkelijker. Wie weet, is dit een van de plekjes, waar we ooit naar zullen terugkeren…

Om half acht zitten we in de auto en verlaten we de tsunami hazard zone (nee, dit is geen grapje, overal staan borden en ook is een evacuatieroute uitgezet). Het eerste gedeelte van de rit is hetzelfde als we op de heenweg hebben gereden, maar met de flinke regenval ziet het er toch anders uit. De hoeveelheid spontane watervallen langs de kant van de weg is enorm.

Ondanks dat we aardig wat kilometers voor de boeg hebben, is de rit geen straf. De weg slingert door het mooie groene landschap, terwijl in de verte de mist de bergen omarmt. En we hebben geluk, want we zien zelfs een babybeer langs de kant van de weg zoeken naar voedsel. Helaas is het op een stuk waar je niet kunt stoppen, want ik had deze levensechte knuffelbeer graag op de foto gezet.

In Campbell River maken we een stop om op zoek te gaan naar een fotozaak. Het blijkt echter dat ze deze niet hebben, dus we moeten naar grote winkels als Wallmart. Ze hebben hier diverse camera’s, maar de keuze in Nikons is erg beperkt. Ze hebben niet echt een vergelijkbaar iets, maar de verkoopster geeft ons de tip om naar Staples te rijden. We krijgen instructies en weten de megastore al snel te vinden. Hier is het aanbod Nikons iets uitgebreider en voldoen er twee camera’s aan onze wensen. We besluiten de meest uitgebreide te kopen. Zo snel als nu hebben we nog nooit een camera gekocht en eigenlijk is het wel een beetje decadent om gewoon even een nieuwe te kopen als je op vakantie bent. Maar goed, gelukkig zijn de camera’s hier wel wat goedkoper. Ik denk dat we per saldo zo’n 100 euro bespaard hebben.

Vanaf Campbell River begint de rit saai te worden. Alleen maar regen, regen en nog eens regen. En ook de intensiteit wordt er niet minder op. Geen leuke stops onderweg dus, maar aan één stuk doorkarren. Langs de hele route is het overigens erg dun bevolkt. Er zijn een paar grotere plaatsen en dat is het. Ook de weg zelf is rustig. Er is wel wat verkeer, maar als je hier ergens met pech komt te staan, zul je toch wel even op hulp moeten wachten. Bellen heeft geen zin, want er zijn geen noodtelefoons en ook geen hectometerpaaltjes om aan te geven waar je bent. Gelukkig blijft ons dat bespaard.

Het weer is inmiddels zo slecht dat de elks, waar ze om de zoveel km voor waarschuwen, zich niet laten zien. Ook deze beestjes zullen zich wel ergens verstoppen waar het aangenamer is.

Om kwart voor drie komen we bij onze B&B The Artists Point aan. Het is niet herkenbaar als B&B, maar Michelle en Rolf staan ons al bij de deur op te wachten, dus we zitten goed. We worden hartelijk ontvangen met een kopje thee en krijgen uitleg over ons verblijf. Ze zijn erg gehecht aan organisch, dus ze hebben hun eigen watersysteem, vangen zelf hun zalm, etc. We krijgen een leuk welkomstmandje met allerlei lekkers, waaronder zelf gevangen zalm die ze in de buurt hebben laten roken. Tijdens ons bakkie thee vertelt Rolf dat het leven als fotograaf lastig is en dat ze om in het onderhoud van hun gezin te voorzien voor alternatieve bronnen hebben moeten zorgen, zoals de B&B.

Ons verblijf is wederom top. We hebben een ruimte woonkamer/keuken en een grote slaapkamer met ensuite badkamer (met grote douche en verwarmde vloer). Helemaal goed! Ook kan het zijn dat we bezoek krijgen van een hert of de lokale zwarte beer. Ik word steeds enthousiaster over het verblijf in B&B’s. De mensen zijn vriendelijk, je hoort wat meer over de omgeving, het is lekker kleinschalig en de locaties zijn prima. Als Michelle hoort dat we morgen de grizzly tocht doen, biedt ze direct aan om een ontbijtpakketje voor ons te maken. Blijkbaar zit dit allemaal bij de prijs inbegrepen. Ook dit is natuurlijk organisch, met zelfgemaakte muesli.

Als we helemaal geïnstalleerd zijn, bel ik nog even naar Tide Rip om onze tocht van morgen te bevestigen. We krijgen te horen dat felle kleuren en vooral roodtinten niet handig zijn om te dragen. Volgens Rolf is dit echter onzin, want beren hebben slechte ogen en hebben je al lang geroken voordat ze je kunnen zien.

Volgens Rolf zijn er in de omgeving maar drie restaurants waarin de kwaliteit van het eten constant is. Dat komt prima uit, want we verblijven hier drie nachten. Vandaag wordt het Northern Lights in Port McNeill. De entourage is die van een niet heel erg bijzonder wegrestaurant. En het eten, tja wat moet ik daar over zeggen, het is binnen te houden…

Weer terug bij de B&B komt Michelle het take-away ontbijt voor morgen brengen. Het ziet er goed uit, verse yoghurt, zelf gemaakte muesli, muffin, vers gekookt eitje en een banaan. Nou, zo’n ontbijtje gaat er wel in!

Vanavond is het op tijd naar bed, want de grizzlyberentocht begint morgen al vroeg.

Terug naar boven

Port McNeill (dagtocht Knight Inlet)

Vandaag gaat de wekker al om kwart over vijf. Even douchen om wakker te worden en dan vertrekken we naar Telegraph Cove. We zijn de eersten die ons melden bij Tide Rip voor de Grizzly Bear Expedition. We krijgen een regenbroek te leen (geen overbodige luxe zoals later zal blijken). Omdat we nog even moeten wachten tot de boot klaar is en de andere gasten gearriveerd zijn, lopen we door de haven. Terwijl Martin over de rand van de balustrade kijkt, ziet hij een zwarte beer zitten. Ik weet niet wie harder schrikt, maar volgens mij is het de beer, die er snel vandoor gaat.

Onze zoektocht voor grizzlyberen (of grizzelberen zoals onze directiesecretaresse ze noemt) begint rond zeven uur. Het is zo’n twee uur varen voordat we in het fjordengebied aankomen waar de grizzlyberen zich ophouden. De tocht er naar toe is ook zeker geen straf. We zijn nog maar net op weg en zien in de verte al een groep van zo’n twintig orka’s. Even later zien we een grote groep dolfijnen, volgens Lindsey (onze kapitein) zeker zo’n honderd. Als dat zo doorgaat, wordt het echt een topdag!

Op een gegeven moment komen we op een stuk, wat een waar mijnenveld aan boomstammen ligt. Het blijkt dat gisteravond twee landverschuivingen zijn geweest en dit het gevolg hiervan is. Het kost aardig wat manoeuvreren om al deze boomstammen (en het zijn geen kleintjes) te ontwijken. Het is hierdoor soms een wel erg bumpy ride, waarbij een sportbh (die ik natuurlijk niet aan heb) zeer wenselijk zou zijn…

Een jonge gast uit de UK vaart met ons mee als een soort knechtje. Het is het tweede jaar dat hij op deze tochten mee gaat en hij is erg enthousiast en vertelt honderduit over alles wat hier te zien is en hoe e.e.a. ontstaan is. Dat zou je niet verwachten van zo’n jong gastje.

In totaal zijn we met twaalf mensen op de boot, waarvan de helft Nederlander blijkt te zijn. Naast ons, is er nog een backpacker stel en een stel Hollanders (je kent ze wel, beetje grof gebekt en in de veronderstelling dat ze alleen zijn op de wereld en met niemand rekening hoeven te houden). Daarnaast is er nog een stel uit Colombia, een Zwitsers stel en een stel Canadezen uit Ontario.

Na twee uur varen komen we aan bij het platform, waar de aangepaste boten met platte bodem (speciale Bear Viewing Skiffs) op ons liggen te wachten. Nu gaat het echt beginnen! De beste periode om grizzlyberen te spotten is tijdens de zalmtrek. We zien dat de rivier bezaaid is met half opgegeten zalm, dus dat is (ondanks dat het een minder prettig aanzicht is) een goed teken.

We hebben meteen gelukt en zien een moeder met haar twee “kleintjes” (voor zover je van kleintjes kunt spreken bij grizzlyberen). Ondanks dat het zo’n grote lobbesen zijn, is het schattig te zien hoe ze met elkaar spelen en is een rennende grizzly al helemaal om te lachen.

De boot heeft een speciaal kraaiennest, zodat je de beren beter kunt bekijken. Onze aso-Hollanders staan zo breed geïnstalleerd dat ze een derde van de ruimte in beslag nemen. Martin en ik kunnen er op deze manier niet. Gelukkig schieten de vriendelijke Zwitsers te hulp en dikken een beetje in.

Daarna is het zoeken geblazen om nog meer grizzly’s te spotten. We zien er uiteindelijk nog op grote afstand, maar het water is ondanks de aangepaste boot te ondiep om dichterbij te komen. Ik verwacht nog even een actieshot te kunnen maken als een stel herten de rivier over steekt, redelijk dicht langs een grizzly. Die is echter te druk met het oppeuzelen van z’n zalm.

Nadat we redelijk nat geregend en verkleumd zijn, varen we terug naar de dok voor een lekker lunchbuffet. We hebben de keuze uit diverse wraps en beleg. Als we deze verorberd hebben, wil Lindsey nog terug gaan om te kijken of we nog andere grizzly’s kunnen spotten. Ik verwacht niet dat we nog dichterbij kunnen komen en het aanbod in beren is vrij beperkt, dus voor mij hoeft het eigenlijk niet. Maar gelukkig zit ik er helemaal naast, want als we teruggaan is de moeder met haar jongen op een stuk grasland dat beter bereikbaar is en kunnen we prachtige plaatjes schieten. Jackpot!

Dan is het tijd om toch terug te gaan. We zien nog een prachtige zeearend. Wat is dat een indrukwekkende vogel. Stevige klauwen en een prachtig witte kop met zeer sprekende en scherpe ogen.

Lindsey doet z’n best om nog wat wildlife op de weg terug te spotten. Zo zien we een zwarte beer langs de kust met een babybeer van slechts enkele maanden. Als ze ons dichterbij zien komen, schieten ze snel tussen de begroeiing. Verder zien we wederom dolfijnen, zeehonden en zeeleeuwen. Ze hebben in principe geen vergunning om ook walvissen te bekijken, maar als we er in de verte een zien, wordt de boot toch even stil gelegd. Nou ja stil, de boot klotst zo van links naar rechts dat ik bijna van boord val… Maar goed, alle ogen zijn gericht op een humpback whale in de verte, als er een vlak voor ons zijn kop opsteekt en weer snel onderduikt.

Lindsey laat ons nog foto’s zien van een cougar die ze pas geleden op een tocht hadden gezien. Zeer uitzonderlijk, want hij doet dit werk nu twaalf jaar en het was de eerste keer. We nog nooit zoveel variatie in wildlife gezien op één boottocht, maar zoveel geluk dat we ook nog een cougar zien hebben we nu ook weer niet.

Het weer kan hier zo snel wisselen, we hebben bijna ieder weertype (m.u.v. sneeuw) gehad.

Rond kwart over vijf zijn we weer terug in Telegraph Cove, waar we een hapje gaan eten bij The Killer Whale Café. Het restaurant ligt gezellig in de haven en het eten is hier best goed.

We zijn lekker op tijd terug bij de B&B en gaan de resultaten van een geslaagd dagje bekijken. En daarna… op tijd naar bed, want morgen zijn de orka’s aan de beurt!

Terug naar boven

Port McNeill (dagtocht Johnstone Strait)

Na een lekker zelf gemaakt ontbijt van Michelle, vertrekken we rond negen uur naar Port McNeill. Bij Mackay Whale Watching melden we ons voor het volgende avontuur.

Als we naar de haven lopen, zien we drie spelende otters bij de loopbrug. Het zijn erg leuke beestjes. De boot is een stukje groter en het lijkt wel alsof er een Duitse invasie is. Onze kapitein Bill maakt echter veel goed. Hij geniet duidelijk van zijn werk en ergens is er een goede entertainer aan hem verloren gegaan. Hij weet alle verhalen erg smeuïg te vertellen. Als een van zijn vaste gasten aan boord vraagt waarom hij zijn fiets op de bodem van de haven geparkeerd heeft, vertelt hij honderduit over zijn niet al te intelligente actie. Iets met een uitglijer en water… allemaal te zien op YouTube (dankzij zijn zoon) als “Captain Splash”.

Bij het begin van de tocht is het weer erg foggy en ik geloof dat zelfs Bill er weinig vertrouwen in heeft dat het goed weer wordt, maar hopelijk kunnen we toch onze lang verwachte orka’s zien. Bij een van de surveillance stations van het orka onderzoeksteam wordt ons verteld dat er twee groepen orka’s in de buurt zijn. En het duurt dan ook niet lang of we zien beide orkapots. We volgen de groep met zo’n zevenen twintig orka’s gedurende lange tijd. De grootte van de orka’s in deze roep varieert van een tweetal enorm grote orka’s tot een paar babyorka’s. Het is echt super om zo’n grote groep van zo dichtbij te zien. Af en toe is het ook wel een gevalletje van orka’s in de mist, maar het blijft indrukwekkend. Je hoort de spuitgeluiden als de naar boven komen om adem te halen en blijkbaar “spreekt” iedere groep z’n eigen taal.

Dit is een van de beste plaatsen ter wereld om orka’s te zien en ik kan iedereen aanraden om hier naar toe te komen. De dorpjes stellen niks voor, evenals de restaurants, maar als je van wildlife houdt, dan moet je hier een keer geweest zijn.

Aan boord krijgen we een lunch geserveerd die gericht is op koud weer (kopje soep met een broodje), maar inmiddels staat er een stralend zonnetje in een strak blauwe lucht.

Na de lunch varen we weer verder en zien we al snel een enorme groep dolfijnen. Het zijn dezelfde snelle rakkers als gisteren, de pacific white-sided dolphins. Als Bill gas geeft met de boot, lijkt het alsof hij ze uitnodigt om te spelen. Ze komen recht op de boot afstormen en zwemmen dan mee in de stroming van de boot. Het is prachtig om te zien (en lastig om te fotograferen)!

Als laatste staat een humpback whale op het programma, maar we komen alleen maar een paar luie varianten tegen die te beroerd zijn om hun staart te laten zien. Ja, één keertje misschien, maar daar heb je het wel mee gehad. Op een gegeven moment verzamelt een ruim aantal vogels zich op één plek op het water, wat het teken is dat daar een groep vis zit. Dit is voor de walvis het sein om hier op af te schieten. Bill geeft ons nog even de hoop dat we zullen zien hoe de walvis een hap neemt van de lekkere visjes, maar ook hier blijkt hij (de walvis dus) niet zo’n zin in te hebben.

Rond half vijf zijn we weer terug in Port McNeill. Het zonnetje heeft toch hard zijn best gedaan, want zonder dat ik het in de gaten had, is mijn snoetje aardig rood geworden.

Ik had me helemaal verheugd om lekker sushi te eten. Het restaurant Sushi Harbour is net open, dus we duiken hier naar binnen. Echt sfeervol is de inrichting niet en het werkt hier blijkbaar anders dan in Nederlandse sushirestaurants. Je kunt niet lekker vijf gangen met iedere gang weer andere lekkere gerechtjes uitzoeken, maar moet gewoon op voorhand iets van de kaart kiezen. We besluiten een sushiboat te nemen, die er op de kaart wel lekker uit ziet.

Nou, het is meer een vrachtschip dan een subtiel bootje. Daar waar sushi normaal gesproken hapjes zijn, die je in een keer in je mond kunt stoppen, hebben we hier te maken met nagenoeg complete zalmmoten op wat sticky rice. Op zich smaakt het merendeel best goed, maar het zijn wel enorme hompen rauwe vis.

Echt gezellig tafelen kennen ze hier niet, dus om kwart over vijf staan we weer buiten. Martin wil terug lopen vanaf Port McNeill naar de B&B. Ik ben niet zo blij met z’n idee, want het is een aardig eindje lopen en we weten niet of er überhaupt wel een route langs de kust loopt. Vanaf het water was te zien dat het een erg bosrijke kustlijn is en de vraag is of je overal wel kunt en mag komen. Maar goed, hij schat in dat het een uurtje of misschien iets langer lopen is en met nog drie uur te gaan tot zonsondergang wil hij het er toch op wagen.

Ik rij met de auto terug naar de B&B, ga in mijn heerlijke relaxfauteuil voor de open schuifpui zitten en geniet van het uitzicht terwijl ik de foto’s van vandaag bekijk.

Als Martin zo’n twee uur later nog niet terug is, begin ik een beetje ongerust te worden. Ik besluit op google maps te kijken om te zien of er een route langs de kust loopt. Niet dus, grotendeels wel, maar dichtbij de B&B is er een creek die de doorgang niet mogelijk maakt. Dat betekent dus dat hij met het einde in zicht, zich moet omdraaien en weer helemaal terug moet lopen. En dat terwijl het niet meer lang licht is en er een aantal roofdieren (zwarte beren, wolven, cougars) rondlopen, die je niet alleen in het donker wilt tegenkomen. Ik besluit in de auto te springen en de weg terug te rijden in de hoop hem onderweg ergens tegen te komen.

Nu is Port McNeill geen grote plaats, maar als je alle wegen wilt uitkammen, blijkt het dorp toch opeens erg groot te zijn. Ik zoek langs alle wegen die langs de kust leiden, maar geen Martin. Na een uur te hebben gezocht, besluit ik weer terug te gaan naar de B&B. Waarschijnlijk heeft hij toch een doorgang gevonden en zit nu braaf op mij te wachten.

Als ik bij de B&B aan kom, is er echter geen Martin te bekennen. Nu begin ik toch wel een beetje in paniek te raken. Het is nog maar een kwartiertje tot een half uur voordat het donker is. Ik wil geen paniek zaaien, maar besluit Rolf en Michelle in te schakelen. Zij nemen het heel serieus en bedenken wat de mogelijkheden zijn en hoe we e.e.a. moeten aanpakken. Omdat Martin had aangegeven langs de kust te willen lopen, is het meest logische om vanaf het water te zoeken. Dat betekent echter dat we de politie moeten inschakelen, omdat zij een boot met schijnwerpers hebben. Het feit dat zij het ook zo serieus nemen en de autoriteiten willen inschakelen is me even te veel en ik barst in tranen uit. Af en toe baal ik wel van mezelf, maar ik ben gewoon bang dat hem iets is overkomen.

Van Rolf verneem ik dat mijn inschatting dat er geen route is klopt. Wellicht is hij toch terug gelopen en dat kost volgens Rolf aardig wat tijd. Dus wellicht heeft hij zich toch ergens gemeld. Michelle besluit daarom eerst nog even het restaurant te bellen om te vragen of Martin daar weer is komen aanwaaien, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Net als we de politie willen bellen, komt meneer eindelijk aangelopen. Ondanks dat ik blij ben dat hij heelhuids terug is, kan ik hem nu wel wurgen!

Hij bleek verdwaald te zijn en is uiteindelijk toch over de creek kunnen springen omdat het laag water was. Rolf is onder de indruk van het feit dat hij toch een doorgang heeft kunnen vinden, maar geeft ook aan dat het niet echt een handige actie was. Ik ben maar wat blij met onze gastheer en -vrouw, want ze hebben mij goed hier doorheen geholpen. Als toerist weet je natuurlijk niet waar je het moet zoeken en wie je moet inschakelen, dus ik ben ze erg dankbaar.

’s Nachts kan ik slecht slapen omdat alle mogelijke scenario’s in mijn hoofd de revue passeren. Gelukkig ligt Martin lekker naast me te slapen, maar op dit moment is de paniek voorbij en ben ik vooral een beetje boos om deze domme actie. Ik denk dat ik het voorstel van Michelle maar opvolg en hem voortaan een riem om doe…

Terug naar boven

Port McNeill – Campbell River – Quadra Island (veerboot)

We hebben niet zo’n zin om voor dag en douw op te staan, dus we hebben met Michelle afgesproken dat we om half acht willen ontbijten. Op speciaal verzoek heeft ze voor mij een kaasomeletje gemaakt. Ze verzorgt eigenlijk geen warm ontbijt, maar toen ik er gisteren om vroeg, was het geen probleem. Nou, het smaakt prima!

Een uurtje later dan gepland nemen we afscheid van Rolf, Michelle en de kinderen en rijden naar Campbell River voor de overtocht naar Quadra Island.

Na zo’n twee en een half uur rijden komen we aan bij de Campbell River veerhaven. Er staat maar een korte rij, dus we kunnen meteen mee. De veerboot vertrekt om half twaalf en het is meer tijd om alle auto’s erop en eraf te laden, dan dat de overtocht naar Quadra Island (Quathiaski Cove) duurt.

We komen veel te vroeg aan bij onze overnachtingsplek, de Tsa Kwa Luten Lodge. Een vrouwtje dat er niet bijster veel zin in heeft checkt ons al in, maar de kamer is nog niet gereed, dus we moeten over een uurtje nog eens terug komen om te kijken wat ze dan voor ons kan doen.

Ondertussen grasduinen we in wat foldertjes en besluiten morgen een kajaktocht van een halve dag te gaan doen. We rijden helemaal naar de andere kant van het eiland (vergis je niet, je bent echt wel twintig minuten onderweg) om dit te regelen en willen onderweg nog bij het Cultural Centre stoppen voor een authentiek souvenir. Maar helaas, het bordje langs de straat doet geloven dat het open is, maar de voordeur zegt iets anders. Dan kunnen ze maar geen geld aan ons verdienen…

Weer terug in de lodge krijgen we de sleutel van onze kamer (102). Is dat even een afknapper. Ondanks dat ik niet echt gecharmeerd ben van de gedateerde poepbruine inrichting, kan ik daar nog wel mee leven. De kamer is echter net een sauna. Het uitzicht vanaf de kamer is prima, maar door de hitte kun je er niet van genieten. De voorzieningen van de kamer zijn echter slecht. Er is geen airco, geen fan, geen koelkastje, geen kluisje en het toilet moet je doorspoelen naar ieder velletje toiletpapier dat je erin gooit. Martin doet nog een poging om een andere kamer die wel deze voorzieningen heeft te krijgen, maar blijkbaar zijn deze voorzieningen alleen beschikbaar in de lobby en niet in de kamers. Ondertussen weet ik ergens verstopt in een kast een kleine ventilator te vinden, waar de haren van de vorige bewoner nog aan hangen. Altijd lekker (not)! Het uitzicht is prima, de lodge ziet er van buiten en in de lobby goed uit en de ligging is ook goed. Maar daar houdt het dan ook mee op. Nee, dit is niet echt een aanrader en wordt een slechte review op tripadvisor. O ja, en als kers op de taart hebben we als buren de aso-Hollanders van de grizzlytocht! Hoeveel geluk kan een mens hebben?

’s Avonds eten we in het hotel en gelukkig is dat niet al te slecht. Martin vindt z’n zalm wel oké, maar ik ben erg enthousiast over de spareribs. Ik heb alleen spijt van het feit dat ik een halve portie heb genomen. Omdat alles in Canada wat betreft porties zo groot is, leek me dat een verstandige keuze. In dit restaurant lijkt de standaard portie aardig Nederlands te zijn, dus is een halfje wel weinig.

Vanuit het restaurant ziet Martin in de verte orka’s zwemmen. Na het eten lopen we naar het strand. En ja hoor, daar zijn ze. Een aardig groep bevindt zich aan de overkant van de Discovery Passage voor de kust van Campbell River en is volgens mij aan het jagen. Ze springen uit het water en slaan met hun staart op het water. Het is jammer dat ze zo ver weg zijn, want volgens mij is het spektakel van dichtbij een echte belevenis. Het klappen van de staart op het water kun je helemaal tot hier horen. Je zou bijna weer een orkatocht willen doen!

Terug naar boven

Quadra Island

Heerlijk zo’n relaxdagje. We hebben vandaag geen wekker gezet en zien wel hoe laat we wakker worden. Helaas wordt de rust al vroeg verstoord door onze buren. Niet dat ze zo luidruchtig zijn, maar de kamers zijn erg gehorig. Als iemand onder de douche staat, klinkt het alsof de douche zich in dezelfde kamer bevindt. En het doortrekken van de wc klinkt als een waterval.

Het zonnetje schijnt al aardig vandaag en we besluiten dan ook lekker buiten op het balkon te ontbijten. Tja, dat is het voordeel als je een koeltasje koopt en zelf je ontbijtspullen bij je hebt!

We hadden eigenlijk nog een wandelingetje willen gaan maken, maar het is zo goed vertoeven dat we dit skippen. Martin gaat wel nog even een kijkje op het kiezelstrand nemen, terwijl ik me met een spannend boek op het balkon vermaak.

Rond één uur rijden we naar Heriot Bay voor onze kajaktocht. Overigens ligt dit niet, zoals eerder gedacht, aan het andere uiteinde van Quadra Island. Het kaartje dat we van het hotel hebben gekregen eindigt hier, maar het eiland is toch nog een stukje groter.

Met maar drie dubbele kajaks hebben we bijna een privétocht. Natuurlijk krijgen we eerst onze enorm sexy outfit aan. Een skirt met bretels om te voorkomen dat er water in de kajak komt en natuurlijk een stevig aangesnoerd zwemvest wat een hele nieuwe dimensie geeft aan het begrip push-up bh. Nu we uitgerust zijn als ware professionals, kunnen we ons in de kajak installeren en zijn we klaar voor het echte werk.

Nog voordat we de haven uit zijn, zien we al zeehonden en een grote zwerm jellyfish. Het kajakken in Australië heeft ervoor gezorgd dat we beter op elkaar zijn ingespeeld en we peddelen dan ook redelijk synchroon. De zeekajaktocht daar was overigens wel een stukje harder werken dan hier, omdat het water lekker rustig is en er niet veel wind staat. We varen op een gegeven moment vlak langs een rotseiland en Christine (onze instructrice) wijst ons op de vele paarse zeesterren die hier net onder de waterrand zitten. Het zijn er echt legio!

Zoals bij iedere goede kajaktocht, meren we aan op een strandje en worden we voorzien van allerlei lekkers. Toastjes met humus, chippies, fruithapjes en een verfrissend glaasje ondefinieerbaar roze vocht.

Als we ons tocht vervolgen, stuiten we al snel op een zeehondenkolonie van zo’n twintig stuks, die we van verre al konden horen. Ze dobberen rond bij een rots die net onder water steekt. Eentje zit nog een beetje te klunzen met een boomstam. Hij wil er lekker op gaan liggen, maar dat gaat niet altijd goed. Af en toe draait de boomstam rond zijn as en floept de zeehond weer het water in. We drijven hier een tijdje rond en zoals goede zeehonden betaamt zijn ze nieuwsgierig en komen ze dichtbij een kijkje nemen. Eentje komt zo dichtbij dat Martin hem bijna vanuit de kajak kan aanraken.

Dat is het echter tijd om weer terug naar de haven te peddelen. Een half dagje peddelen gaat jammer genoeg zo voorbij… Maar goed, ik heb in elk geval mijn work-out van vandaag weer gehad!

We rijden op het eiland rond op zoek naar een winkeltje met mooie houtsnijwerken en vinden er welgeteld eentje. Ze hebben een mooie “raven” die volgens lokale houtsnijkunst (first nations) is gemaakt. We vinden hem beide mooi, maar hadden het liefst een orka gehad. Na even dubben besluiten we de raaf, die overigens erg populair is als houtsnijwerk, te kopen. We weten niet of dit op het vaste land ook te koop is, maar mochten we daar toch nog een orka tegenkomen, dan zien we wel of die ook nog mee gaat.

Veel restaurantjes zijn er niet te vinden, dus uiteindelijk besluiten we maar in de lodge te gaan eten. We rekenen cash af en regelen vervolgens ook alvast onze rekening van de overnachting. Bij het uitchecken vraagt de vrouw hoe het verblijf was, antwoord ik met “okay”. Dit lijkt haar te verrassen, dus ze vraagt of het “just okay?” is. Ik geef haar aan dat we op de eerste dag al hebben aangegeven dat een aantal zaken tegenvallen, dus ja, het is “just okay”. Volgens haar is het maar een paar dagen per jaar zo warm dat je er last van hebt. Nou, daar geloof ik dus niks van. De kamers liggen vol in de zon en deze schijnt hier echt wel meer dan een paar dagen per jaar. Maar goed, ze hebben vier sterren op tripadvisor en die willen ze natuurlijk graag houden. Ze hebben echter diverse type kamers en wellicht dat de rest beter is. We hadden gewoon de standaardkamer en die zou ik aan niemand aanraden. En om nu vijfendertig dollar per nacht extra te betalen voor een koelkast op de kamer vind ik de grootste flauwekul. Bij andere hotels heb je in de standaard kamers wel deze voorziening en voor de prijs die ze vragen, mag je dat ook verwachten.

Ze vraagt welke veerboot we willen pakken en waar we daarna naar toe gaan. De scholen zijn deze week weer begonnen, dus met een beetje mazzel is het niet al te druk op de veerboten. Met name die van Nanaimo naar Vancouver kan nog wel eens druk zijn.

Terug naar boven

Quadra Island – Campbell River – Nanaimo – Vancouver (veerboot)

Vandaag gaat de wekker om kwart over vijf. We willen op tijd de veerboot van Quathiaski Cove naar Campbell River hebben en aangezien je deze niet van tevoren kunt reserveren, moeten we op tijd aanwezig zijn. Onderweg naar de veerboot zien we nog een aantal hertjes. Op een gegeven moment staan er twee langs de kant van de weg. Martin rijdt heel rustig en het is onduidelijk of de beestjes blijven staan. Net als we ze willen passeren, besluit de kleinste toch maar over te steken. Hier hadden we op gerekend, dus niks aan het handje. Of iedereen echter hierop berekend is, is de vraag, dus waarschijnlijk een stuk gezonder als hij (het hertje) dit soort acties achterwege laat.

Een half uurtje voor vertrek zijn we in de veerhaven en alhoewel we dan nog redelijk vooraan kunnen aansluiten, loopt het al snel vol. Onze boot vertrekt redelijk op tijd om even na zeven uur. We kijken uit op een ontwakende Campbell River, gedeeltelijk gehuld in de mist, met indrukwekkende bergen als decor. Het licht van de opkomende zon zorgt voor een rozige gloed. Geen slechte manier om de dag te beginnen.

Daarna is het een uurtje of twee rijden voordat we Vancouver Island definitief verlaten en aan de volgende overtocht beginnen. Rond kwart voor twaalf komen we in Vancouver aan. We rijden meteen door naar Grouse Mountain. Hier zouden verweesde grizzly’s en ander opgevangen wild zoals wolven te zien zijn. Daarnaast kun je met de gondola en stoeltjeslift van mooie uitzichten genieten en kun je zelfs in een windmolen de stad overzien.

In theorie klinkt dit natuurlijk allemaal geweldig. Maar… als we met de gondola naar boven gaan, worden we omgeven door wolken die het uitzicht volledig ontnemen. Bij de eindhalte lijkt de zon door te breken, maar ook dit is van korte duur, want als we met de stoeltjeslift naar de windmolen gaan worden we weer opgeslokt door het wolkendek. Je hoort wel eens iets van op een roze wolk zweven, nou dit zijn dan wel witte wolken, maar je ziet echt geen hand voor ogen. Er kan gerust een grizzly aan je tenen staan te knabbelen zonder dat je ‘m ziet.

We lopen wel nog even rond, maar de wolken worden dichter en dichter. Het uitzicht vanuit de windmolen is 0 en zelfs de dieren en de lumberjackshow zijn gewoon niet te zien. Grizzly’s hebben we natuurlijk al gezien, dus dat is niet zo erg, maar ik wil heel graag wolven zien. Nou, wolken of niet, ik kom bedrogen uit, want de wolven zijn verdwenen. Dat is balen! Ik denk dat dit op zich best een leuke attractie is, maar de toeristen haken massaal af omdat deze bezienswaardigheid vooral draait om het uitzicht en de dieren. En beide zijn niet te zien.

We besluiten maar naar het hotel te gaan en hoe lager we komen, hoe beter het weer. In de stad zelf is bijna geen wolkje aan de lucht te zien. Bij ons hotel aangekomen worden we aangenaam verrast. We hebben een gratis upgrade gekregen naar een oceanview kamer op een van de hoogste etages. Van hieruit heb je dus echt een mooi uitzicht op Vancouver. En de kamer… die is echt top! De inrichting is smaakvol en de ensuite badkamer is met een glazen wand verbonden met de slaapkamer. Je kunt dus vanuit bad of van onder de douche via de slaapkamer naar buiten kijken. En mocht je dat niet willen, dan kun je de luxe houten luxaflex dicht doen. Een goede plek om te verblijven en als je het centrum van Vancouver nog in wilt, dan kun je met de boot naar de overkant.

Vlakbij zit Lonsdale Market Place. Hier zitten verschillende verswinkeltjes en eettentjes. We besluiten bij de Sizzling Wok een maaltijd te kopen en lekker buiten op het terras op te eten. Geloof het of niet, het is een van de goedkoopste maar ook een van de beste maaltijden die we tot nu toe in Canada gegeten hebben.

’s Avonds genieten we vooral van het uitzicht op de stad, onder het genot van een kopje thee en overheerlijke timtammetjes!

Terug naar boven

Vancouver – Whistler

Vanochtend kunnen we de dag redelijk op ons gemakje starten. Na een lekkere douche, met uitzicht!, en een zelf gemaakt ontbijtje vertrekken we richting Whistler. Vandaag rijden we een van de mooiste routes, de Sea to Sky Highway. De weg leidt ons langs brede rivieren met enorme bergen op de achtergrond.

De meeste bezienswaardigheden zien we onderweg. Onze eerste stop is bij Porteau Cove. Een kiezelstrand en pier met uitzicht op imposante bergtoppen met sneeuw op de top. Daarna stoppen we nog bij de Shannon Falls en de Brandywine Falls. Vooral deze laatste zijn erg mooi. Het water dondert van grote hoogte naar beneden in een helder blauwe diepe poel.

Alle bezienswaardigheden staan goed aangegeven en zijn wel heel erg bejaardenproof. De parkeerplaats ligt in de meeste gevallen maar een paar honderd meter lopen van de bezienswaardigheid af en het pad er naar toe is ook niet al te uitdagend. Het is dan ook niet gek dat de meeste toeristen die we hier tegen komen al aardig op leeftijd zijn. Dat is ons tot nu toe sowieso opgevallen. Overal waar we komen lijken we de gemiddelde leeftijd drastisch omlaag te brengen. Dat hebben we bij andere bestemmingen (ook de wat meer ontwikkelde bestemmingen) nog nooit gehad. Typisch…

We rijden langs waarschuwingsborden voor overstekende beren. Helaas blijft het bij de borden…

Als we Whistler binnen rijden horen we de marmotten waar Whistler zijn naam aan dankt. Het is een herkenbaar geluid dat lijkt op een ballon die hakkelend wordt leeggelaten.

In Whistler aangekomen, rijden naar ons hotel The Listel Hotel Whistler. We hebben dit hotel al in december geboekt en direct bij boeking moeten betalen. Als we willen inchecken willen ze niet alleen ons paspoort zien, maar ook de creditcard waar mee betaald is. Er wordt een of ander lulverhaal opgehangen over dat ze het wettelijk verplicht zijn om dit te checken. De grootste onzin natuurlijk, want de boeking is gedaan via een secured site en dat is meer dan voldoende. Ik geef aan dat de creditcard waar ik destijds mee betaald heb niet meer in mijn bezit is en dat deze geblokkeerd is nadat hier fraude mee is gepleegd. Ik heb wel een andere creditcard om de “onvoorziene” kosten mee te betalen, maar dat is niet voldoende.

Als ik hun verhaal niet geloof (want dat zou betekenen dat alle hotels over de hele wereld waar we tot nu toe hebben verbleven zich niet aan deze zogenaamde wettelijke regels houden), komt er nog een mannetje bij dat die niet echt vriendelijk het gesprek in gaat. Hij heeft weinig zin in discussie en gaat allerminst oplossingsgericht te werk. Zij willen mijn boeking terug draaien en het bedrag op de geblokkeerde creditcard terug storten en eisen vervolgens dat ik opnieuw met een andere creditcard betaal. Ik vind het allemaal de grootste flauwekul. Ze kunnen de tenaamstelling van de oude creditcard met de nieuwe vergelijken, ze kunnen in het paspoort zien dat ik dezelfde naam heb als de creditcard waarmee geboekt is, ik had de hotelovernachting ook van iemand cadeau kunnen hebben gekregen en in de negen maanden die verstreken zijn had ik bij misbruik al lang actie ondernomen.

Ik heb echt geen zin om het risico te lopen dat ik dadelijk dubbel betaald heb en ik weet ook niet zeker of het geld nog retour kan worden geboekt als een creditcard al zo lang geblokkeerd is. Ze luisteren echter niet en blijven erg star bij hun zelf gecreëerde regeltjes. Zonder overleg draait de man met één druk op de knop de betaling terug en zegt dan doodleuk dat hij geen boodschap heeft aan hoe ik mijn geld terug krijg. Dat is tussen mij en de creditcardmaatschappij. Nou lekker dan, maakt hij van zijn probleem mijn probleem. Voor mij is de maat vol. Martin wil nog wel blijven, maar ik laat me nergens zo behandelen. Ik slaap nog liever in de auto dat dan ik hier verblijf. Ik pak mijn tas en vertrek.

Aan de overkant van de straat zit een hotel dat er een stuk beter uit ziet. Ik loop hier naar binnen om te vragen of ze nog kamers vrij hebben. En ja hoor, keuze zat. We krijgen het parkeren gratis en mogen kiezen of we een kamer zonder balkon aan de winkelstraat of de achterkant met balkon en ligbedjes willen. Met de parkeerkosten die we bij het andere hotel wel moesten betalen meegerekend, is dit hotel niet eens zo veel duurder en ik denk dat we er veel beter zitten. Eigenlijk heeft die, hoe zal ik het eens netjes zeggen, onaardige man ons dus een plezier gedaan. De reservering kon je namelijk niet kosteloos annuleren, maar door zijn actie is hij het geld kwijt en verblijven wij op een betere plek voor weinig extra. Het liefste zou ik dat nog even lekker onder zijn neus wrijven, maar ik besluit om me niet meer druk over hem te maken en gewoon van het lekker dagje te genieten.

Whistler is één van de beroemdste skioorden van Noord-Amerika, met veel stoeltjesliften en gondels. In de winter skiën hier honderden mensen van de bergen af, op zoek naar witte poedersneeuw en mooie afdalingen. In de zomer veranderen de skipistes in groene bergweides, en worden de stoeltjesliften gebruikt door actieve wandelaars. Het stadje is erg toeristisch, de huizen kennen allemaal dezelfde bouwstijl en alles ziet er goed onderhouden en schoon uit, waardoor het er een beetje uit ziet als een Disney Village.

Martin heeft ergens in een boekje gelezen dat een “Beaver Tail” een bekende lekkernij is, die je zeker geproefd moet hebben. In het centrum komen we een zaakje tegen dat deze hapjes verkoopt. We besluiten een chocolade/hazelnoot variant te proberen. Het deeg is een soort langwerpig ovaal gevormde krokante maar ook redelijk vette laag (een beetje vergelijkbaar met de buitenkant van een oliebol) en daarop is gesmolten chocolade gesmeerd en zijn hazelnootstukjes gestrooid. Best lekker om eens geprobeerd te hebben, maar niet verslavend lekker zoals de Timtammetjes uit Australië.

Het zonnetje brand aardig en we besluiten nog even een wandeling te maken. Via de olympische ringen (2010) lopen we naar de Lost Lake. Nou het meer doet zijn naam eer aan, want we zijn een paar keer verdwaald voordat een vriendelijke Canadees ons de weg wijst. De route leidt ons door een heerlijk koel bos, waarin diverse eekhoorntjes erg actief zijn met het aanleggen van hun wintervoorraad.

Als we bij het meer zelf aankomen, zien we een aantal zwemplateautjes. Waren we maar wat vroeger hier geweest, dan had een verfrissende duik zeker tot de mogelijkheden behoord.

Weer terug in het stadje, gaan we op zoek naar een lekker eettentje. De vele terrasjes zitten bomvol en het is even zoeken voordat we iets gevonden hebben. Uiteindelijk stappen we binnen bij Ric’s Grill. Het restaurant ziet er redelijk leeg uit, maar de menukaart is uitnodigend. Er kunnen een paar redenen zijn waarom er zo weinig mensen zijn. De eerste is dat eten niet goed is, de tweede is dat de prijs redelijk aan de hoge kant is en de derde is dat het restaurant niet aan de winkelstraat ligt waardoor de meeste mensen het niet weten te vinden (wij zijn er tenslotte ook alleen bij uitgekomen omdat ons hotel ernaast ligt). We gokken erop dat de eerste reden niet van toepassing is en we gokken goed. Het eten is hier prima. Sterker nog, het is het beste diner wat we tot nu toe in Canada gehad hebben. Martin heeft eindelijk zijn heerlijk krokant op de huid gebakken wilde zalm en ik heb een heerlijk biefstukje met een gevulde geroosterde aardappel (specialiteit van de chef). Omdat we hotelgasten zijn van het naastgelegen hotel, krijgen we ook nog een gratis toetje. Het is smullen vanavond!

Net voordat we willen gaan slapen, wordt er een briefje onder de deur doorgeschoven. Via een vriendelijk gepersonaliseerd briefje krijgen we het aanbod om voor een schijntje nog een nacht extra te blijven. Een commercieel handige actie, waar we geen gebruik van zullen maken. Nee, wij gaan morgen lekker op weg naar Clearwater.

En dan is het toch weer tijd om het bed op te zoeken en over zonnigere dagen te dromen…

Terug naar boven

Whistler – Clearwater

Rond acht uur beginnen we aan onze lange tocht van Whistler naar Clearwater. Het is zo’n zes uur rijden over typische bergwegen. Het eerste gedeelte is erg vermoeiend rijden. Slingerend omhoog, omlaag, steile hellingen en omlaag gevallen keien langs de weg. Je ziet zelfs al de voortekenen van de Indian Summer. Jammer dat we dit mooie schouwspel niet zullen meemaken. Maar heel misschien als we geluk hebben, vangen we hier op het einde van onze reis nog een glimp van op.

We hebben overigens de nieuwe rage ontdekt. Fotograferen met de tablet. Overal waar toeristen foto’s staan te maken, loopt wel iemand met een tablet rond om foto’s te maken. In eerste instantie denken we nog dat het vooral de aziaten zijn, maar nu zien we ook al bejaarde Duitsers hiermee lopen. Het moet niet gekker worden…

Het tweede gedeelte van de route is een heel ander landschap. Vrij droog, weinig begroeiing en een landschap dat je eigenlijk niet verwacht als je aan Canada denkt.

En ja hoor, daar is ie dan. Geen waarschuwingsbord of iets anders dus het zal wel een verdwaald exemplaar zijn, maar het is dan toch echt een flinke zwarte lobbes langs de kant van de weg!

Het laatste gedeelte van de route is de weg wat vlakker en de omgeving weer een stuk groener. Na een bezoekje aan het Visitor Centre, waar we te horen krijgen dat het morgen waarschijnlijk gaat regenen, besluiten we de bekendste watervallen van Wells Gray PP vandaag nog even van een bliksembezoek te voorzien. Bij de eerste waterval, de Spahats Falls, stuiten we op de zoveelste bus bejaarde Duitsers. Blijkbaar is deze regio erg in trek bij deze doelgroep, want zelfs een aantal borden langs de kant van de weg zijn in het Duits, evenals een aantal informatiefolders. Typisch, want Canada is volgens mij toch ook een land waar veel Nederlanders naar toe gaan, maar die kunnen gewoon uit de voeten met Engelse folders…

Bij de bejaarde Duitsers is (minimaal) één man die niet helemaal spoort. Iedereen weet dat als je beestjes ziet (in dit geval twee actieve eekhoorntjes), je vooral stil moet zijn als je ze niet weg wil jagen. Wat doet deze oude topper? Nou, hij loopt hard pratend naar de beestjes toe om ze te aaien. Tja, dan heb je het of niet gesnapt (maar gezien zijn leeftijd zou hij genoeg levenswijsheid moeten hebben), of je denkt dat je een eekhoornfluisteraar bent (maar daarvoor praatte hij te hard) of je spoort niet…

De volgende waterval die we bezoeken is de Dawson Falls. Deze waterval is maar 5 meter hoog en zo’n 90 meter breed. Deze waterval wordt dankzij zijn vorm ook wel “Little Niagara Falls” genoemd. En de laatste is de meest bekende waterval van het park, de Helmcken Falls. Wat mij betreft de mooiste van de drie, alhoewel ik de Dawson Falls ook niet verkeerd vind. De Helmcken Falls is de hoogste waterval van Canada met een hoogte van maar liefst 137 meter!

Na deze fototocht rijden we naar onze B&B voor de komende twee nachten, de Moul Creek Lodge. Deze wordt gerund door Michael en Marion, twee Duitsers (hoe kan het ook anders), die hier vijf jaar geleden zijn komen wonen en vier jaar geleden de B&B zijn gestart. Zoals je van Duitsers kunt verwachten, is alles met Deutsche Gründlichkeit gemaakt. De lodge ziet er mooi uit, zowel van binnen als van buiten en alles is goed onderhouden.

Nadat we ons gesetteld hebben, gaan we een hapje eten bij Helmcken Falls Lodge, een van de weinige restaurants in de omgeving. Het eten is wederom niet echt top, maar het is binnen te houden. Gelukkig hebben we in Jasper een keuken ter beschikking, zodat we eindelijk weer eens een echte lekkere maaltijd krijgen!

Terug naar boven

Clearwater (dagtocht Wells Gray PP)

We hebben een goede keuze gemaakt om gisteren de highlights nog snel te bezoeken, want vandaag regent het pijpenstelen. Na een lekker ontbijtje vertoeven we vooral in onze ruime kamer, wachtend tot de regen wat minder wordt. Tot nu toe hebben we nog maar weinig zonnige dagen zonder een druppel regen gehad. Meestal veranderde het weer echter gedurende de dag, waardoor er eigenlijk nog altijd genoeg goede momenten waren om dingen te ondernemen. Nu maar hopen dat die vlieger hier in Wells Gray ook op gaat…

En ja hoor. Rond tien uur wordt de regen minder en begint het op te klaren. Het is nog een aardig eindje rijden naar Bailey’s Chute en de weg zelf is op z’n minst avontuurlijk te noemen. Het is één groot kuilenfestijn, dus het is een gevalletje slalommen totdat je erbij neervalt.

Vanaf Bailey’s Chute, waar je normaal gesproken in deze tijd de zalmen moet zien springen, lopen we de West Lake Loop. Het is een erg leuke en afwisselende wandeling. De eerste helft lopen we parallel aan de rivier met helder blauw water en enkele pittige stroomversnellingen. Bij een kiezelstrandje aangekomen, zien een aantal minikikkers en kleine inukshuks die door reizigers gemaakt zijn. Nog geen vijf minuten nadat we hier zijn aangekomen, komt nog een stel toeristen aanlopen. Je raadt het nooit, maar het zijn weer de aso-Hollanders van de grizzlytocht. Ik ben bang dat ze ons de hele reis blijven achtervolgen…

De tweede helft van de route leidt ons langs West Lake. Een mooi rustig meer, omgeven door bomen en met glashelder water. Er vliegen hier prachtige libelles rond. Grote zwarte libelles met groen/blauwe felgekleurde stippen. Ze zijn alleen ontzettend snel…

Na onze wandeling van zo’n vier uur, picknicken we nog even op een bankje bij het water en gaan daarna weer richting de lodge. En dan begint het weer te betrekken en vallen de eerste druppels. Wat hebben we vandaag een enorm goede timing gehad!

Bij de lodge aangekomen, gaan we nog even lekker op het terrasje zitten. Helaas hebben we erg weinig privacy. Op nog geen vijf meter afstand zitten de eigenaren met hun redelijk luidruchtige bezoek op het terras. Dat maakt dat ik op een gegeven moment maar naar binnen ga, want ik heb dezelfde alinea nu al drie keer gelezen.

’s Avonds gaan we eten bij de Painted Turtle. Dit restaurantje ligt in het dorpje Clearwater zelf, dus het is even rijden, maar het eten is er stukken beter dan gisteravond. En je zit op een overdekt terras aan het meer. Als we bijna klaar zijn met eten begint het flink te onweren, dus we vragen snel de rekening om vervolgens door de stromende regen met zeer beperkt zicht terug naar de lodge te rijden. Op een bepaald stukje weg is blijkbaar ook nog eens de lokale paddentrek begonnen, dus is het slalommen geblazen om zo min mogelijk slachtoffers te maken.

Bij de lodge aangekomen vragen we Marion om de rekening op te maken, zodat we vanavond kunnen afrekenen. Ze wil echter liever dat we deze morgen bij het ontbijt afrekenen. Ze heeft echter een aantal speciale regeltjes (het internet is gratis, maar je krijgt alleen het wachtwoord als je erom vraagt en je mag niet meer doen dan je email ophalen; je mag geen elektronica meenemen de ontbijtzaal is; je mag geen antimuggenspul op doen in de kamer; je moet je schoenen uit trekken als je naar binnen gaat). Zo ook voor het ontbijt, dat kan alleen om acht uur of half negen genuttigd worden. Aangezien wij om acht uur willen vertrekken, is het niet mogelijk om hier te ontbijten.

Vervolgens wordt mij ook nog gevraagd om te verantwoorden waarom we al om acht uur willen vertrekken, want mevrouw vindt dat wel belachelijk vroeg. Het is duidelijk dat ze het niet eens is met onze planning en lijkt zelfs gepikeerd te zijn dat we ons niet naar haar wensen aanpassen. Dat mag ze van mij allemaal denken, maar ik vind het niet erg netjes als ze haar ongenoegen zo duidelijk laat blijken. Wij zijn tenslotte de gasten. Met al haar speciale regeltjes zou je dat echter bijna vergeten.

Waarschijnlijk is onze grootste tekortkoming in haar ogen dat we geen Duitsers zijn. Het is wel duidelijk te merken dat hun Duitse gasten heel anders behandeld worden. Dat was ons vanochtend bij het ontbijt al opgevallen. En het Duitse stel dat vanmiddag is aangekomen, wordt zelfs uitgenodigd om ’s avonds bij hun privégedeelte te vertoeven. Niet dat we er jaloers op zijn, maar ik denk dat ze er beter aan doen om hun website alleen in het Duits te maken en erop te vermelden dat alleen voormalig landgenoten hier welkom zijn. Overigens merk ik die houding alleen bij Marion en niet bij Michael.

Na wat aandringen kunnen we toch vanavond al afrekenen en kunnen we naar onze kamer om de spullen te pakken, zodat we morgen ook op tijd weg kunnen.

Terug naar boven

Clearwater - Athabasca Falls - Jasper

Tegen de wens van onze gastvrouw in, vertrekken we vanochtend lekker op tijd om half acht. We willen graag genoeg tijd hebben voor de lange rit, het bezoekje aan de Athabasca Falls en natuurlijk bij onze bungalow in het prachtige Patricia Lake. De gastheer en –vrouw zijn nergens te bekennen, dus we vertrekken zonder afscheid te nemen.

Eerst nog even tanken, want hier heb je niet zoals in Nederland om de paar kilometer een benzinestation. Bij de pomp zien we de bus met Nederlandse toeristen die we gisteren bij het uitzichtpunt op Bailey’s Chute tegenkwamen. We vermoeden dat het of Djoser of De Jong Intra reizen is. Gezien de leeftijd van het gezelschap gok ik op De Jong Intra…

Als we de grens van British Columbia naar Alberta passeren, staat er een bord om je erop te attenderen dat je een andere tijdzone in gaat. Dat wisten wij natuurlijk al, maar het is wel handig dat ze dat nog even aangeven.

Onderweg komen we erachter wat het zomerbaantje van de kerstman is, hij is lollypopper. Bij een van de wegwerkzaamheden staat hij met de lollypop in de hand om ons vriendelijk te laten passeren. Hij mag dan zijn kerstmanoutfit niet aan hebben, maar het is zijn sneeuwwitte baard die hem verraad.

We rijden via highway 93A (een alternatieve en minder bereden route dan highway 93) naar de Athabasca Falls. Opeens staan er een paar auto’s langs de kant van de weg. Wat blijkt? Een zwarte beer met een kleintje zijn in het struikgewas druk bezig met besjes eten. We staan slechts op een paar meter afstand van de beer, maar door de struiken moet je nog steeds je best doen om hem goed te kunnen zien. En de beer zelf trekt zich niks van de toeristen aan die gefrustreerd proberen een fotootje te maken. Hij geniet lekker van de vele besjes…

Bij de Athabasca Falls is het enorm druk. De watervallen zijn erg spectaculair en zeker een bezoekje waard, maar ik had niet verwacht dat het zo druk zou zijn. Tja, we komen nu blijkbaar toch in een meer toeristisch gedeelte van Canada. En met meer mensen, heb je ook kans op meer idioten. Zo zijn er een stel die over de hekken klimmen en zo dicht mogelijk boven bij de waterval proberen te komen. Totaal onverantwoord en stiekem hoop ik dat er eentje valt zodat ze van schrik weer normaal doen.

De Patricia Lake Bungalows liggen echt super. We hebben een lake front cottage (nr 15) en hebben dus zicht op het prachtige helderblauwe meer. Bij de bungalow hebben we tevens een picknicktafel en twee tuinstoelen en we hebben eindelijk ons eigen keukentje. De inrichting van het hutje is volgens Nederlandse maatstaven gedateerd. Alhoewel ik inmiddels begin te geloven dat dit voor Canadese begrippen gewoon standaard is.

Nadat we ons geïnstalleerd hebben gaan we naar Jasper op zoek naar een supermarkt. Het is erg druk in de stad en ik ben blij dat we niet in een of ander hotelletje in de stad vertoeven. Na lang zoeken, weten we een supermarkt te vinden. Hier slaan we grof boodschappen in voor drie diners en luxe ontbijtjes.

Vanavond kookt Martin een lekkere pasta, die we buiten op het terras opeten. Als het op een gegeven moment te koud wordt om buiten te zitten, gaan we naar binnen en bekijken de activiteiten voor de komende dagen.

Ik heb op internet een foto gezien van Spirit Island, waarvan we er nu achter komen dat dit alleen via boot te bereiken is. Dat wordt dus nog even een boottochtje Maligne Lake boeken. We kunnen niet meer voor morgen boeken, maar overmorgen zou wel nog moeten kunnen. Het verzoek is ingediend, dus hopelijk gaat het lukken.

De zonsondergang kleurt de lucht erg mooi, dus ik kan het niet laten om met de camera en statief naar het meer te lopen. Er is een platformpje met goed uitzicht, dus ik installeer me hier om een paar mooie foto’s te maken. Gelukkig heb ik al een paar prachtige foto’s gemaakt voordat de prutsers die geen verstand hebben van fotograferen, lomp stampend het platform op komen lopen waardoor ze het onmogelijk maken om een foto met lange sluitertijd te maken. Ze zijn echter te laat, de rode kleuren verdwijnen al uit de lucht en gelukkig heb ik mijn mooie shots gemaakt!

Terug naar boven

Jasper (dagtocht Jasper NP)

We staan op tijd op, want de wandeltocht die we vandaag willen doen is de “Path of the Glacier Loop”. Deze is volgens de Lonely Planet erg populair waardoor de parkeerplaats vaak vol is en je voor niks bent gekomen (ergens anders parkeren is hier namelijk niet mogelijk). Het opstaan valt me vandaag erg zwaar en Martin is zo lief om me ontbijt op bed te maken. Tja, of dat het opstaan er gemakkelijker op maakt betwijfel ik, maar het is wel lekker.

Als we de weg naar de Cavell Glacier op rijden, snappen we gelijk waarom je nergens anders kunt parkeren. De weg slingert via stevige haarspelbochten flink naar boven en is net breed genoeg om niet van de weg af te raken. Over een afstandje van 13 km doe je een klein half uurtje en de adviessnelheid is op de meeste stukken 15 km per uur (een advies dat je van zelf ter harte neemt). Het is dus een spannend ritje, met diepe afgronden aan de ene kant en hoge bomen en mogelijk afbrokkelende rotsblokken aan de andere.

Op de parkeerplaats aangekomen, staan er al een stuk of tien auto’s. We wandeling naar de Edith Cavell Glacier is maar iets meer dan anderhalve kilometer, maar de hellingsgraad is best pittig, waardoor je er toch zo’n drie kwartier over doet. Omdat we lekker vroeg zijn, kunnen we nog heerlijk genieten van de rust en de frisse berglucht. Het uitzicht aan het einde van de route is erg mooi. Je ziet een stukje van de gletsjer, dat ze de Angel Glacier noemen (te danken aan zijn vorm). Ervoor ligt een ijsbergenmeertje. De zon komt net achter de wolken tevoorschijn, waardoor het wit/blauw mooi oplicht.

Als we lekker staan te genieten, blijkt er opeens een brutale eekhoorn rond te lopen. Als ik door mijn knieën ga om hem op de foto te zetten, komt hij zo dichtbij dat ik denk dat hij in mijn zakken komt kijken of ik iets te eten heb. Hetzelfde geintje haalt hij bij een stel andere toeristen uit. Tja, ze zijn vliegensvlug en erg brutaal!

Dan komen er steeds meer toeristen aanlopen en is het gedaan met de rust. De eekhoorn verdwijnt en ook wij besluiten er vandoor te gaan. Een zeer leuke wandeling, die het best te maken is ’s ochtends vroeg en van mij best een stukje verder had mogen zijn.

Op de weg terug naar de bungalow, gaan we eerst nog even Jasper in. Even checken of de reservering voor de boottocht naar Maligne Lake is gelukt en natuurlijk nog even shoppen voor souvenirtjes. Het is nu een stukje rustiger in de stad dan gisteren, dus we lopen op ons gemakje door de winkelstraat. We vinden een winkeltje met Native Art. Ze hebben hier prachtige beelden gemaakt van jade en steen die tot bijna tienduizend dollar gaan. Tja, dat is niet voor ons, maar wel prachtig om naar te kijken. Nee, wij houden het bij een mooi houtsnijwerk (van een orka) en een inukshuk.

Weer bij de bungalow aangekomen, relaxen we de rest van de dag. Eerst nog even een wasje laten draaien en daarna lekker met een boekje buiten in het zonnetje. ’s Avonds een zelf gekookte maaltijd en de dag is helemaal top!

Terug naar boven

Jasper (dagtocht Jasper NP)

Jasper staat bekend om het vele wild (dikhoornschapen, edelherten, bevers, elanden, sneeuwgeiten, rendieren, wolven, grizzlyberen en zwarte beren). En een van de beste plaatsen om dit wild te spotten is langs Maligne Lake Road. We besluiten dus extra vroeg te vertrekken om hopelijk nog wat wild te spotten. Maar helaas zien we alleen één indrukwekkende elk. Het gevaarlijkste dier (volgens de folders) hier in de regio, aangezien de vrouwtjes in het voorjaar agressief zijn als ze kleintjes hebben en de mannetjes in de herfst erg agressief zijn. En dit is een indrukwekkend mannelijk exemplaar. We hebben zelfs foto’s gezien van elk versus auto, waarbij de auto het onderspit heeft gedolven.

We zijn veel te vroeg voor onze boottocht, maar als we onze tickets willen afhalen, biedt het vrouwtje aan om de boot van een uur eerder te nemen. Dat komt prima uit. De boottocht over Maligne Lake duurt zo’n 90 minuten. Dit is het grootste gletsjermeer in de Rocky Mountains. In het meer ligt Spirit Island, een klein eiland met enkele sparren te midden van het schitterende meer, met op de achtergrond de hoge bergen. Als het zonnetje schijnt krijgt het meer een prachtige groenblauwe kleur, door miniscule deeltjes die in het water voorkomen. Hier maken we een korte fotostop. Gelukkig mag niemand op het eiland, dus kunnen we een foto maken zonder al die Japanse “peace”-toeristen erop.

Tijdens de boottocht vraagt onze gastvrouw of we wildlife op de weg naar de boot hebben gezien. Ook de anderen hadden niet echt veel gezien. Een elk, een hert en een zwarte beer zijn gespot. Hebben we dus toch nog geluk gehad met die elk! Ze vertelt een verhaal van een zwarte beer met drie kleintjes die hier rond loopt. Vrij recent heeft een toerist zich niet aan de spelregels gehouden en is op de beer afgelopen. Natuurlijk is zo’n moederbeer erg beschermend en heeft zich in het nauw gedreven gevoeld. Daarop is zij als waarschuwing op de man afgerend en voor hem op de achterpoten gaan staan. Ondanks dat zij verder niks gedaan heeft en de toerist er met de schrik van afgekomen is, wordt de beer nu als “agressief” bestempeld en wordt of verplaatst of afgemaakt. Als ik zoiets hoor, dan kan ik gewoon zo boos worden. Omdat een of andere eikel (sorry, maar een ander woord heb ik niet voor zo iemand) zich dus niet respectvol gedraagt tegenover wilde dieren, moet het dier en zijn jongen boeten. Schandalig! Wij zijn te gast in het leefgebied van de dieren, dus als iemand verwijderd moet worden, is het die vent wel!

Na de boottocht, die vooral draait om het bezoeken van Spirit Island en de prachtige kleur van het water, lopen we de Moose Lake Loop. Ook hier weer de belofte dat het de beste plek is om een moose te zien, maar weer zonder resultaat.

Als laatste bezoeken we vandaag de Maligne Canyon. Hier stroomt een kolkende rivier van smeltwater op 50 meter diepte door een ravijn. Je kunt hier mooi wandelen via een pad dat via zes bruggen over de canyon slingert. De bruggen zijn niet geschikt voor mensen met hoogtevrees, want als je over de rand kijkt, zie je de enorme diepte. Het pad is door omstandigheden vanaf de vijfde brug afgesloten, dus we doen alleen de eerste vier. Bij iedere brug is er wel een waterval of kolkende stroom te zien, die zich een weg baant door de canyon. Het pad gaat redelijk steil omlaag en omhoog, maar de wandeling is zeker de moeite waard.

Daarna gaan we terug naar de bungalow om nog even te relaxen.

We hebben inmiddels de conclusie getrokken dat je of goed weer hebt of beestjes ziet, maar dat de combinatie slechts zelden voorkomt. Tja, en aangezien we hier in Jasper eigenlijk iedere dag zonnig weer hebben gehad, is de hoeveelheid wildlife die we gespot hebben toch een beetje teleurstellend. Jammer, want ik had gehoopt op wolven en een moose. Van die eerste hangen een aantal prachtige foto’s in onze bungalow, wat het verlangen alleen maar groter maakt. En van die tweede hebben we in een restaurant een opgezet hoofd zien hangen dat zo enorm groot is, dat ik heel nieuwsgierig ben naar hoe indrukwekkend een ontmoeting met zo’n reus is. En misschien zijn we ook wel een beetje verwend door de vele dieren die we op Vancouver Island hebben gespot. Wat mij betreft toch wel het hoogtepunt van deze reis!

Terug naar boven

Jasper – Athabasca Glacier – Lake Louise

Vandaag is het vroeg dag. De wekker gaat om half zes en om zeven uur zitten we in de auto op weg naar de Athabasca Glacier voor onze Ice Walk. Als we Patricia Lake uit rijden zien we een Wapiti hert. Een goed begin zou je denken, maar de rest van de rit zien we geen wildlife meer. We rijden zelfs de alternatieve route die parallel loopt langs de Icefield Parkway, maar zonder succes. Het is nog rond het vriespunt, waardoor er damp lijkt af te komen van de meren en rivieren. Dat ziet er wel mooi uit!

Bij de Athabasca Glacier aangekomen, krijgen we cramp-ons en pakken we ons goed in voor de hike. Onze instructeur is een Kiwi. Hij heeft een aantal jaren in Nieuw Zeeland gewerkt op de Fox Glacier (die wij in 2006 met een helikopter zijn opgevlogen en hebben bewandeld). De opleidingen die ze in Nieuw Zeeland moeten volgen om dit soort werk te doen, zijn ook in Canada erkend, waardoor het vrij gemakkelijk is om als Kiwi hier aan de slag te gaan. Ik vraag hem of hij in 2006 ook al op de Fox Glacier werkte en krijg als antwoord dat hij toen nog maar 16 was. Ik dacht dat hij wel wat jonger was, maar voelde me nog niet zoveel ouder dan dit broekie. Na dit antwoord voel ik de rimpels echter spontaan komen opzetten…

Als de eerste groep bij elkaar is, mogen we vertrekken. Het eerste stuk gaat over een kort maar steil pad, waarna we onze cramp-ons onder de schoenen bevestigen en het ijs op kunnen. Vanaf hier lopen we de gletsjer steeds verder op. Onze jonge gids vertelt ons interessante weetjes en laat ons enkele diepe scheuren en mooie gletsjerwatervallen en -riviertjes zien. De gletsjer smelt ieder jaar waardoor hij in dikte per saldo 6 meter af neemt en enkele tientallen meters korter wordt. Over zo’n 100 jaar zal de gletsjer, als het smelten op hetzelfde tempo door gaat, verdwenen zijn.

De Athabasca Glacier maakt onderdeel uit van Columbia Icefield. Dit is een deken van verschillende gletsjers die op de grens van British Columbia en Alberta ligt. Een bijzonder weetje: het smeltwater van deze verschillende gletsjers stroomt naar drie oceanen (de Pacific, de Atlantic en de Arctic).

Volgens onze gids boffen we met het weer. Omdat het vannacht zo koud was, is er weinig temperatuurverschil tussen de hoger en lager gelegen gebieden, waardoor er weinig wind staat op de gletsjer. Tevens schijnt er nu een lekker zonnetje, waardoor ik de handschoenen en muts overbodig vind. Martin is een iets andere mening toegedaan, maar ja, hij heeft nu eenmaal een slechtere doorbloeding in zijn handen en wat minder en korter haar…

Het is echt genieten geblazen. Het is af en toe toch wel een beetje klimmen en onze gids heeft er op stukken een aardig tempo op. Maar hierdoor kunnen we wat verder de gletsjer op, dus mij hoor je niet klagen. Ik ben blij dat we voor deze drie uur durende gletsjerhike hebben gekozen en niet voor de “watjesvariant” (met een bus het ijs op tot een uitzichtpunt, met tig man tegelijk op een paar vierkante meter en dan weer terug). De wandeling is heerlijk en dankzij het goede weer is het erg goed vertoeven op de gletsjer.

We bruisen van de energie en besluiten op onze rit naar Lake Louise een aantal prachtige meren langs de Icefields Parkway te bezoeken.

Bij de Saskatchewan River Crossing zien we twee rivieren bij elkaar komen, die zich bewegen door een prachtig landschap en de melkachtige blauwe kleur hebben van gletsjerwater.

We stoppen bij Peyto Lake, hét toonbeeld van een blauw rimpelloos gletsjermeer. We waren tot nu toe gewend aan bejaardenproof wandelroutes, maar voor dit meer moet je toch een klimmetje maken (tenzij je met een touringcar komt of invalide bent, dan is er een makkelijke route). Het uitzicht is echter zeer de moeite waard. Doordat het een heldere zonnige dag is, komt de kleur van het meer echt tot z’n recht.

Ook Bow Lake, wat je vanaf de snelweg kunt zien, is een stop waard.

En natuurlijk mag ook Moraine Lake niet ontbreken. Je moet een aardige klim maken naar het uitzichtpunt, maar het is zeker de moeite waard. Omdat we wat later op de dag zijn, staat de zon aan de goede kant (de boskant en niet de bergkant), waardoor het hele meer zijn typische blauwe kleur heeft. De zon staat hierdoor wel een beetje in de lens, dus na de nodige foto’s genomen te hebben, besluiten we dat we morgen opnieuw een bezoekje brengen aan dit meer! Het is trouwens opvallend dat ieder meer zijn eigen speciale kleur heeft, die ook nog van moment tot moment kan verschillen.

Dan is het toch echt genoeg geweest voor vandaag. We gaan op zoek naar de Baker Creek Lodge, waar we de komende nachten zullen verblijven. We hebben hier een ruime kamer met alle faciliteiten die je nodig hebt (behalve snel internet). De lodge ligt redelijk afgelegen in een bosrijke omgeving, waardoor je de indruk hebt dat je lekker rustig in de natuur kunt vertoeven. Helaas blijkt er ook een spoorlijn in de buurt te lopen, waarlangs de immens lange goederentreinen rijden. Gelukkig zijn het er geen tientallen op een dag, maar het is wel een beetje een afknapper. Voor de rest is het echter prima hier.

We hebben vandaag geen kans gehad om boodschappen te doen en we zijn actief genoeg geweest, dus wordt het een avondje uit eten in de bistro van de lodge. En daarna, nog nagenietend van een topdagje, lekker naar bed!

Terug naar boven

Lake Louise (dagtocht Lake Louise NP)

Vandaag kan ik “uitslapen” tot half acht. Niet dat ik veel heb geslapen vannacht, met meneer de spinnende kat naast me. Na het ontbijtje en een verkwikkende douche pakken we onze spullen en lopen naar de auto. Ook nu is het blijkbaar een koude nacht geweest.

We zijn redelijk vroeg bij Lake Moraine, wat te merken is aan het aantal vrije parkeerplaatsen. Het meer heeft een prachtige diepblauwe kleur zo ’s ochtends vroeg als de zon er nog niet op schijnt. We lopen langs het meer tot aan de waterval en weer terug. Langzaamaan verschijnt de zon achter de bergen en veranderd de kleur van het meer. Als we naar het uitzichtpunt klimmen, zien we de turquoise lichtvlekken in het water ontstaan.

Daar waar we gisteren op onze klautertocht naar boven de pica’s (kleine knaagdiertjes) hoorden, zien we er vandaag een paar in actie. Het is best nog wel een klus om deze kleine vlugge knuffeltjes te spotten. Fotograferen is al helemaal een uitdaging, aangezien ze nauwelijks stil zitten.

Gisteren zijn we naar beide uitzichtpunten gelopen, maar zijn zelf van mening dat we een betere viewpoint hebben gevonden. Ja, er staan wel een paar extra bomen voor het meer, maar dat maakt de foto naar mijn mening net iets minder saai. Vanaf “onze” rots maak ik een aantal mooie shots. Daarna blijven we hier gewoon lekker een tijdje rondhangen en kijken hoe de zon langzaam over de bergen komt en het meer steeds een beetje meer kleur geeft.

Rond het middaguur besluiten we dit mooie plekje te verlaten en rijden we naar Lake Louise. Nou, over toeristisch gesproken. We dachten dat Lake Moraine al erg was, maar dit overtreft alles. De mega grote parkeerplaatsen zijn helemaal vol. We weten nog één smal plekje tussen twee campers in te bemachtigen. De meeste grote bakken waar ze hier in rijden passen hier niet tussen, maar onze Camry past prima.

Langs de rand van het meer is het een drukte van jewelste. Je kijkt uit op een gletsjer die aan de achterkant van het meer ligt, maar voor de rest lijkt het niet heel erg speciaal te zijn.

Wij wandelen, of moet ik zeggen zwoegen, naar de Fairview Lookout. Een wandelroute waarop we weinig mensen tegenkomen, maar die via een bijna continu stijgend pad van twee kilometer leidt naar een mooi uitzichtpunt. Van hieruit zie je de prachtige ijsblauwe kleur van het meer en verlicht de zon het bekende Chateau Lake Louise. Veel mensen nemen de moeite niet om hier naar toe te lopen, maar hierdoor missen ze eigenlijk wel hetgeen waar het om draait.

Onderweg worden we trouwens nog aangevallen door een eekhoorn, die hoog in een boom zit en dennenappels naar beneden gooit. Als je niet oppast, krijg je er zo eentje naar je hoofd gesmeten…

Volgens de wandelinfo die wij hebben zou deze route een stuk korter zijn en wordt deze als “easy” gekwalificeerd. Deze info is verre van waarheidsgetrouw, want de wandelbordjes geven een bijna dubbel zo lange route aan en de hijgende wandelaars die je tegenkomt bewijzen ook wel dat dit zeker niet onder de categorie “easy” valt. De gradatie die ze hier in Canada aan wandelroutes toe kennen, is sowieso niet geheel vergelijkbaar met kwalificaties die we volgens Nederlandse begrippen zouden toekennen.

Na ons bezoekje aan Lake Louise besluiten we dat we voldoende actief zijn geweest vandaag en gaan we op zoek naar een supermarkt. Zo ver wij hebben kunnen ontdekken, heeft Lake Louise (het dorpje) welgeteld één supermarkt en om nu te zeggen dat de keuze er reuze is… Maar goed, met wat moeite weten we toch genoeg boodschappen te verzamelen om voor drie avonden te koken en ons voor de komende ochtenden van ontbijt te voorzien.

Weer op onze kamer, gaan we lekker op het balkonnetje zitten met onze zojuist gekochte chocolatechip cookies. Het is vandaag een nog stralendere dag dan gisteren. Rond een uur of vier geeft de thermometer nog 27 graden aan.

Als avondeten hebben we springrolls, maar dat is niet echt een succes. Eigenlijk zou je ze moeten frituren, maar zowel in de koekenpan met olie als in de oven, zijn ze niet echt super. Ach ja, je kunt niet altijd mazzel hebben als je iets probeert. Dan nog maar een paar lekkere timtammetjes als toetje…

Terug naar boven

Lake Louise (dagtocht Kootenay NP)

Ondanks dat we vandaag pas om acht uur zijn opgestaan en op ons gemak hebben ontbeten, staan de meeste auto’s nog gewoon op de parkeerplaats van de lodge als we rond tien uur vertrekken voor een dagje Kootenay NP.

Als je onderweg bent in Canada, dan is er een leuk fenomeen. Staat er ergens een auto langs de kant van de weg van een bosrand geparkeerd, dan kun je erop wedden dat de volgende auto die voorbij komt op z’n minst afremt en in de meeste gevallen stopt. Alles in de veronderstelling dat er wild gespot is. Zodra die tweede auto in de gaten heeft dat de eerste auto om een andere reden is gestopt, gaat hij er weer snel vandoor. Wij hebben eerder deze vakantie ook als eens andere toeristen (per ongeluk) op deze manier voor de gek gehouden, toen ik een foto stond te maken van een dampend meertje.

Kootenay NP is één van de oudste parken in Canada. De kenmerken van dit park zijn de gevarieerde vegetatie. Het park is echter in 2003 door een flinke brand getroffen, waardoor een aanzienlijke oppervlakte in de as is gelegd. De naam van het park is te danken aan de Kootenay River, een van de twee grote rivieren die stromen door het park. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn de Marble Canyon en Paint Pots en dat zijn dus ook onze bestemmingen van vandaag.

We beginnen met de Marble Canyon, waar het in het begin nog redelijk rustig is en we het rijk bijna voor ons alleen hebben. Er is een wandelroute die je via verschillende bruggen steeds verder over de canyon leidt. Helemaal naar het begin, waar de rivier met ijsbauw water over gaat in een waterval die zich in de diepte stort en de basis vormt van de canyon. Hier zitten ook een behoorlijk aantal vlinders, die het blijkbaar leuk vinden om rond mensen te vliegen.

Daarna rijden we naar de parkeerplaats bij de Paint Pots. Deze is op één auto na helemaal leeg, wat natuurlijk verdacht is. Al snel zijn we er achter wat er aan de hand is. De wandelroute is afgesloten omdat de brug blijkbaar weggespoeld is. Eigenlijk wil ik stiekem even gaan kijken hoe erg het is en of we toch niet op een iets avontuurlijkere manier de overkant kunnen bereiken, maar ik besluit maar braaf de bordjes voor waar aan te nemen. Martin herinnert zich dat hij bij de Marble Canyon een bordje had gezien met een wandelroute vanuit daar naar de Paint Pots. Ondanks dat ze dit niet als alternatief hebben aangegeven, kunnen we op de plattegrondjes wel zien dat er een trail loopt en deze lijkt geen gebruik te maken van de verdwenen brug. We besluiten terug te rijden naar de Marble Canyon en te kijken wat hier aangegeven staat.

Hier staat aangegeven dat de route 3 km (enkel) is. Er is een beetje wisselende info omtrent de lengte van de trail, want bij de parkeerplaats staat 2,7 km aangegeven en op de wandelkaart die wij hebben staat 3,8 km aangegeven. De wandeling lijkt wel vrij vlak te zijn en vooral de loop van de rivier te volgen, dus we besluiten de gok te wagen. De afstand (die volgens ons toch echt wel 3,8 km is) is goed te doen, maar de brandende zon maakt het lopen wel erg vermoeiend. Na een klein uurtje komen we aan bij het punt waar voorheen de brug was. Deze is echt compleet weggevaagd. Het enige wat je ziet is nog een verdwaald bankje aan de overkant.

Terwijl we hier staan te kijken, zien we een stel toeristen aankomen, dat de bordjes genegeerd heeft en toch op ontdekkingstocht zijn uitgegaan. Tja, je kunt wel raden wat er gebeurt. Ze zien ons aan de overkant van de rivier en denken dus dat er toch een mogelijkheid is om de rivier over te steken. We zien ze kijken en zoeken en dan vragen ze vanaf de overkant waar wij de rivier zijn overgestoken. We geven aan dat we vanaf de Marble Canyon zijn komen lopen en hebben ze daarna niet meer terug gezien.

Het pad is trouwens vol hindernissen en niet echt goed onderhouden. Vanwege de brand die hier 10 jaar geleden gewoed heeft, liggen er nog verbrande en andere bomen die het niet overleefd hebben over het pad. Bijna bij het einde aangekomen, staat er een waarschuwingsbord voor omvallende bomen. Altijd fijn om die waarschuwing achteraf te krijgen …

We komen eerst bij een beetje moerassig gebied met oranje grond, dat grotendeels droog staat en we denken even dat dit het is. We zien hier wel wolven- en moossporen, dus heel even hopen we nog op een ontmoeting met een van beide soorten. Als we verder lopen, komen we bij een oranje modderstroompje dat ze de Ochre Creek noemen. En dit leidt uiteindelijk tot de Paint Pots.

Erg bijzonder zijn de Paint Pots niet, maar omdat we helemaal alleen zijn kunnen we toch een paar creatieve foto’s maken die je niet zou kunnen maken als hier hordes toeristen rondlopen. Tja, een beetje mazzel hebben we dus toch wel!

Als we aan de terug tocht beginnen, komen we nog enkele verdwaalde wandelaars tegen. En aan het einde van de trail ziet een grietje met haar moeder ons aan komen lopen en vraagt hoe lang de wandeling is. Als ze hoort hoe lang het lopen is, haakt ze al snel af.

In totaal hebben we 3 uur gewandeld in brandende zon. We zijn blij als we weer bij de auto zijn, want we hebben het helemaal gehad. Deze geeft overigens aan dat het 30 graden is!

Terug in de lodge, ploffen we beide voor pampus op de bank. Even een verkoelend drankje en iets lekkers erbij. Dat hebben we wel verdiend!

Terug naar boven

Lake Louise (dagtocht Banff NP)

Na de onverwacht inspannende dag van gisteren, hebben we beide behoefte aan een niet al te actief dagje. We hadden in eerste instantie gedacht om de Hoodoo trail te lopen, maar besluiten nu maar met de auto naar het viewpoint te gaan. Daar aangekomen, schieten we beiden in de lach. De Hoodoo’s zijn een nog veel grotere aanfluiting dan de paint pots van gisteren en we zijn blij dat we niet voor de wandeling van zo’n 10 km gekozen hebben. Wellicht dat de wandeling wel mooi was geweest, omdat deze langs de rivier loopt. We hebben echter al genoeg mooie rivieren met gletsjerwater gezien, dus we vinden dat niet zo heel erg.

We lopen wel even naar de verschillende uitzichtpunten, maar ik ben meer geïnteresseerd in het fotograferen van de nut cracker (soort vogel). Als we terug lopen naar de auto spot ik een paar harige billen in het struikgewas. Nee, het is geen man die zijn behoefte zit te doen (er zijn genoeg sanitaire voorzieningen bij iedere bezienswaardigheid), maar een hert. Als ik iets langer kijk, zie ik nog meer bewegen. Blijkt het een moeder hert (soort is mij onbekend, maar ze hebben vrij grote oren) met twee kleintjes te zijn. Tja, en dat is toch wel boffen!

Natuurlijk komt er weer een luidruchtige groep jappen aan, die ik tot stilte maan. Ik denk niet dat ze zelf ooit wildlife gezien hebben zonder dat anderen hen erop geattendeerd hebben (ze kwaken zo hard dat ze geen berenbel nodig hebben). Als ze zien waarom ze stil moeten zijn, beginnen de camera’s overuren te draaien. Het geluid van de tientallen foto’s die binnen één minuut worden gemaakt is te belachelijk voor woorden…

Ik moet eerlijk zeggen dat ik verwacht had meer wild te spotten in de Rockies. Daar waar de zogenoemde “hotspots” zijn en de dieren langs de weg zouden lopen, hebben wij het meeste wildlife nog op redelijk drukke plaatsen gezien. Daarnaast is wild spotten naast de weg van Lake Louise naar Banff al helemaal een broodje aap verhaal. Langs de hoofdweg is het helemaal niet mogelijk om wild te spotten, aangezien een hier kilometers lange afrastering langs de bosrand is gemaakt. De afrastering ziet er overigens wel nog goed uit, dus wellicht dat dit vroeger niet zo was. Aangezien op sommige stukken de “wildlife mortality” is aangegeven, neem ik aan dat ze dit gedaan hebben om de dieren te beschermen.

In het stadje Banff gaan we op zoek naar nog wat authentieke souvenirs, maar alles wat we vinden, zijn de dertien in dozijn winkeltjes. We wilden nog een Canadees jade grizzlybeertje kopen en iets typisch Canadees voor het thuisfront en dat is gelukt. Daarna nog even naar de supermarkt om eten voor de komende dagen in te slaan en dan is het weer klaar voor vandaag.

Terug naar boven

Lake Louise - Yoho NP - Golden

De kudde olifanten die eergisteren boven ons is ingetrokken, is vanochtend al weer aardig op dreef. De kamers zijn hier wel erg gehorig, maar je moet toch wel erg je best doen om het lawaai te veroorzaken wat zij doen. En dat op een dag dat we redelijk op ons gemak kunnen doen…

Ik heb afgelopen nacht gelukkig beter geslapen dan de andere nachten, maar toch ben ik verschillende keren wakker geworden van de goederentreinen die hier soms wel verschillende keren per uur langs denderen. En die treintjes hier zijn bepaald geen kleine jongens. We hebben exemplaren gezien die enkele honderden meters lang zijn.

Rond tien uur vertrekken we naar Yoho NP. Het is met 1.313 km² een van de kleinere nationale parken in Canada en staat bij UNESCO op de werelderfgoedlijst sinds 1984. De naam Yoho komt uit het Cree (een taal van de originele bewoners), wat verbazing betekent.

Onze eerste stop is bij de Takakkaw Falls. Via een smalle weg, met één wel heel akelige haarspeld bocht. Deze bocht is zo scherp dat je deze met de draaicirkel van een gewone personenauto maar net haalt. Aanhangers e.d. mogen op deze weg niet komen en het is wel duidelijk waarom…

De waterval zie je al van verre. Deze is ontzettend hoog en doordat het water net iets onder het hoogste punt via een rots wordt gelanceerd, spuit de watermassa de lucht in. Die douche hadden we vanochtend ook wel kunnen laten zitten, want als we deze waterval naderen worden we helemaal opgefrist.

Daarna stoppen we nog bij de Natural Bridge. De naam zegt het eigenlijk al. Een brug die de natuurlijk zelf heeft gevormd en die bestaat uit mooie rotsvormen. Natuurlijk zijn ook hier weer de Japanners aanwezig. We zijn er inmiddels achter dat ze nergens respect voor hebben, want ondanks dat de wandelpaden en viewpoints gemaakt zijn, lopen zij gewoon buiten deze gebaande paden. Iets wat niet altijd verkeerd hoeft te zijn, maar als je daarmee over het natuurfenomeen loopt en het daardoor beschadigd, valt dat niet onder de categorie “toffe actie”.

En ook in Yoho NP hebben ze een prachtig gekleurd meer, genaamd Emerald Lake. Ze hebben hier helaas geen wandelroute naar een viewpoint op hoogte (waardoor de kleur van het meer vaak nog beter tot z’n recht komt), maar wel een route rond het meer. In totaal in deze route zo’n 5,2 km, maar dan heb je ook wel het meer uit iedere hoek kunnen aanschouwen…

Rond vier uur komen we aan bij de Canyon Ridge Lodge. Kat verwelkomt net een ouder Duits echtpaar als we aan komen rijden. Ze weet direct welke kamer we hebben en laat ons al naar boven gaan, om even later tekst en uitleg te komen geven. We hebben hier de meest luxe kamer, de Purcell Suite gehuurd. Deze kamer is echt de mooiste waar we tot nu toe in verbleven hebben. Kat, die oorspronkelijk Schotse is, is zes jaar geleden hierheen verhuisd met haar man Paul en dochter Roxy en heeft dit huis laten bouwen. Een jaar later was het huis klaar en sindsdien heeft ze hier haar B&B. Alles ziet er tiptop verzorgd en nog zo goed als nieuw uit. We hebben een ruime woonkeuken, waarvan het keukengedeelte van alle luxe voorzien is. We hebben zelfs een grote Amerikaanse koelkast en een vaatwasser! Het woonkamergedeelte bestaat uit twee losse stoeltjes en een heerlijk comfortabele plofbank. Het bed is eindelijk weer een flinke kingsize met een ensuite badkamer die modern is ingericht met een glazen wastafel.

Hier hoef ik niet lang over na te denken, dit wordt de maximale score op tripadvisor. De kamer is helemaal top, de prijs is bijna belachelijk laag (hier betaal je voor twee nachten, wat je elders voor één nacht betaald) en onze gastvrouw (die overigens nog erg jong lijkt) is super enthousiast en gastvrij. Op die B&B van het oude Duitse echtpaar na, moet ik zeggen dat de B&B’s ons heel erg goed zijn bevallen. Dat gaan we zeker vaker doen in de toekomst!

Terug naar boven

Golden (dagtocht Glacier NP en Revelstoke NP)

We hebben van Kat de tip gekregen dat er een plek is waar je een redelijke kans hebt om big horn sheep te spotten. Nu zijn we daar gisteravond al even zonder succes gaan kijken. Vanochtend zijn we echter lekker vroeg en we zien gelijk een jong mannetje op de rand van de afgrond staan. Omdat ik niet weet of deze beestjes agressief kunnen zijn, kom ik voorzichtig dichterbij gelopen. Het schaap houdt me goed in de gaten, maar vindt het prima als ik dichterbij kom, zo lang ik maar niet te veel geluid maak.

Daarna rijden we naar Revelstoke NP. Als eerste rijden we hier de Meadows in the Sky Parkway op. Het is een weg van zo’n 25 km lang die omhoog slingert. Onderweg heb je verschillende uitzichtpunten en bijna bovenaan kun je de auto parkeren. Normaal gesproken gaat er van hieruit een pendelbus naar de top. Volgens de infoborden gaat deze bus alleen in de zomer. Helaas voor ons betekent dat een wandeling naar boven. Een onverwacht klimmetje over een niet al te best pad, is niet echt waar ik op zit te wachten. Maar ja, je zult toch wel moeten als je dingetjes wilt zien…

Boven aangekomen, heb je een aantal wandelroutes die je kunt lopen. Op zich is het best aardig, maar het seizoen dat de bloemenvelden hier zijn, is al lang voorbij, dus het is vooral groen wat je hier ziet (en bergen en meren natuurlijk). Ook zitten hier best veel muggen en een aantal zeer agressieve superwespen. Als Martin naar het toilet gaat, word ik belaagd door zo’n beest. Normaal gesproken gaan wespen en aanverwante artikelen van zelf weg als je rustig blijft staan, maar dit exemplaar niet. Hij blijft rond mijn hoofd vliegen en mikt op mijn gezicht en gaat op een gegeven moment op mijn haar zitten. Tja, en dan ben ik lang genoeg rustig gebleven en probeer dit vervelend beestje met gelijke munt terug te betalen. Even later heeft Martin een zelfde ervaring. Dus maar snel door de bossen naar de auto.

We maken nog een stop bij de Skunk Cabbage Trail en de Hemlock Grove Trail in Glacier NP. Beide stops zijn een geweldig succes, nog groter dan de Hoodoos die we in Banff hebben gedaan…

Als we terug rijden naar de lodge, rijden we door een aantal lawine tunnels en het lijkt wel alsof de lichten van de auto het niet goed doen. Nou, dat blijkt te kloppen. Stadslicht en groot licht doen het prima, maar regulier licht werkt niet. Martin kijkt e.e.a. nog na in het autoboekje en kijkt of hij de lampen eventueel zelf kan vervangen. Dat lukt op zich wel, maar het is gek dat beide lampen niet werken, dus we verwachten dat er ergens iets in de elektronica niet klopt of er een los contact is of zo. Nu hoeven we alleen nog morgen en overmorgen met de auto te rijden en alleen bij daglicht, dus we besluiten het erbij te laten en de gok te nemen dat we hiervoor geen boete krijgen. In Canada zijn per provincie regels omtrent het verplicht gebruik van licht gedurende de dag en we weten niet wat de regels in Alberta zijn. Nou ja, en als ze ons aanhouden, dan kunnen we altijd nog de domme naïeve toerist uithangen.

O, nog een fabeltje over automobilisten in Canada. In de info die we van Sunny Cars hebben ontvangen, staat vermeld dat Canadezen erg goed op de snelheid letten. Nou, ik hou me er zelf best goed aan, maar wordt continu in de kont gereden en gepasseerd. En het kunnen onmogelijk allemaal toeristen zijn die dat doen! Alhoewel, nu ik er goed over nadenk, staat er dat ze erop letten, maar niet dat ze zich eraan houden…

Terug naar boven

Golden – Calgary

Vannacht zijn Martin en ik beide wakker als het begint te stortregenen. We besluiten gelijk om de plannen aan te passen en geen stop te maken bij de Wapta Falls. Banjeren over modderige paadjes en glibberige stenen, daar hebben we geen zin in. Kunnen we meteen iets langer uitslapen…

We nemen afscheid van ons mooie overnachtingsplekje. Ik schrijf Kat een briefje omdat we nog wat spulletjes over hebben van eten en kookgerei en ik het zonde vind om het weg te gooien. Dan nog even afscheid nemen van Paul (de man van Kat) en we kunnen weer karren.

Gevoelsmatig zijn we al echt op de terugreis, ondanks dat we nog enkele dagen in Toronto hebben. Gek is dat, maar dan ben je er op een gegeven moment ook wel klaar mee om alles te willen bezichtigen en richt je je alleen op de dingen die je echt graag wil zien of doen.

Dat betekent vandaag dus rijden van Golden naar Calgary, inchecken in het hotel, de koffers pakken, inchecken voor de vlucht met Air Canada en een beetje rondhangen. En dat is dus precies wat we doen.

De kamer bij Nuvo Hotel Suites oogt in eerste instantie modern en mooi en strak ingericht. Maar je moet niet van te dichtbij naar dingen kijken, want dan zie je dat de afwerking redelijk prutswerk is. Maar goed, we hebben een leuk erkertje met zitbank en uitzicht op de hoogbouw in het centrum en een eigen parkeergarage, dus we kunnen er voor één nacht best mee vooruit.

Aan de overkant van de straat is een grote supermarkt en aangezien we hier een grote oven hebben, besluiten we wat pizza’s te halen en ons avondeten op de kamer te nuttigen. We worden tijdens het eten voorzien van live entertainment. Onze beneden buurman zit namelijk op zijn balkonnetje vol overtuiging gitaar te spelen en te zingen alsof hij onderdeel uit maakt van de Gipsy Kings. Met zijn bomboleo laat hij merken dat hij erg overtuigd is van zijn talen. Wij zijn er iets minder enthousiast over.

Vlak voordat we gaan slapen, maakt Martin me nog even blij met het wekelijkse crimereport in Calgary. Altijd fijn te weten dat hier aan de lopende band in auto’s wordt ingebroken of auto’s worden gestolen. Nu kan ik tenminste met een gerust gevoel gaan slapen, wetende dat we morgen de auto nodig hebben om een vlucht te halen…

Terug naar boven

Calgary – Toronto (vlucht)

Na een relatief kort ritje naar het vliegveld, droppen we onze bagage en gaan we alvast naar de gate. Het vliegveld heeft gratis internet (zoals de meeste luchthavens), dus ik kan nog even mijn email checken terwijl we op onze vlucht wachten. Blijkt dat ik een dringende email heb van het hotel waar we in Toronto overnachten omdat ze geen pre-authorisation kunnen uitvoeren met de creditcard die ik destijds bij het boeken heb opgegeven. Tja, dat kun je hebben als creditcards inmiddels vervangen zijn. Overigens vreemd, want bij alle andere hotels (oké, behalve bij dat in Whistler) heeft dat geen problemen opgeleverd. Maar goed, ze geven aan dat ze de kamer niet meer kunnen garanderen. Nou, lekker dan!

Er zijn voldoende hotels in Toronto en ik verwacht niet dat ze allemaal volgeboekt zijn, dus we zullen altijd nog wel een plekje vinden. Ik mail het hotel terug dat ik inmiddels een nieuwe creditcard heb en de gegevens hiervan niet via mail vertrek en de tijd dat ons vliegtuig in Toronto aankomt. Later zal blijken dat ik een mailtje nog terug heb ontvangen, waarin staat dat we één uur de tijd hebben vanaf het moment van landen om de bagage op te halen, de huurauto te regelen, de rit naar de stad te maken en vanaf de parkeergarage naar het hotel te gaan om in te checken. Op welke planeet dit vrouwtje leeft weet ik niet, want dit is verre van realistisch. Alleen de rit van het vliegveld naar de stad is al een half uur (zonder vertraging) en van de parkeergarage naar het hotel lopen is nog eens een kwartier. Hier kan ik dus helemaal niks mee.

Onze vlucht met Air Canada (vlucht AC 0164) vertrekt om kwart over elf ’s ochtends en komt rond kwart over vijf ’s avonds (lokale tijd) aan. En dan is het vooral erg lang wachten. We doen er in totaal drie uur over vanaf het moment van landen om de bagage af te halen (wat zelfs voor zo’n groot vliegveld als Toronto erg lang duurt), de huurauto op te pikken (waar het een grote chaos is) en naar de stad te rijden (waar de file al kilometers buiten de stad begint).

Bij Hertz krijgen we een stoere (helaas witte) Jeep. Alleen zijn de mannetjes die auto’s moeten halen niet helemaal scherp en alert. Ze brengen diverse auto’s waar niemand op zit te wachten, en de rij wachtenden wordt maar langer en langer. Er staat al een tijdje een auto die lijkt op het type dat we gereserveerd hebben, maar volgens de mannen is dit niet het kenteken dat voor ons gereserveerd is. Als Martin uiteindelijk toch maar eens zelf gaat kijken, blijkt het toch onze auto te zijn…

Het hotel (Victoria) heeft aangegeven dat je bij hun voor de bagage kunt uitladen en vervolgens de auto in een publieke parkeerplaats ergens in de stad moet parkeren. De straat waaraan het hotel ligt, is echter een erg drukke straat, waar je echt niet even je auto langs de kant van de weg parkeert om uit te laden. Zeker niet met alle omleidingen en wegwerkzaamheden die er zijn. We zoeken dus wel eerst een parkeergarage in de buurt en lopen wel met ons hele hebben en houden naar het hotel. Omdat ik het antwoord op mijn mail nog niet heb gelezen, gaan we nietsvermoedend naar de balie. Onze kamer (703) is gewoon beschikbaar.

En de kamer zelf? Hmmm, wat kan ik erover zeggen. Op het eerste oog is het klein, maar ziet het er wel gezellig uit. Het uitzicht vanuit het raam bestaat echter uit een blinde muur. Het bed klinkt alsof iemand er ergens een squeechy pinguïn in verstopt heeft en de badkamer ziet eruit alsof iemand hier therapeutisch opknapwerk heeft verricht. Maar gelukkig vind ik maar één haar van de vorige bewoner op mijn hoofdkussen, dus zo erg is het niet (toch?).

Gelukkig ligt aan de overkant van het hotel een Irish Pub, waar we een lekker hapje gaan eten. Ik ga voor de fish & chips en Martin voor de lobsterravioli. Beide zijn we wel te spreken over het eten. Nu kunnen we tenminste met een vol buikje naar bed!

Terug naar boven

Toronto (dagtocht Niagara Falls)

Naast de hotellobby zit Over Easy, een ontbijtgelegenheid. Aangezien we geen koelkastje op de kamer hebben en nog geen boodschappen hebben kunnen doen, besluiten we hier te ontbijten. Martin wil heel graag de pancakes met maple sirup uitproberen en ik ga voor de tuscan omlet. Hierna kan ik direct naar het toilet rennen, want het ontbijt was redelijk vet en dat heeft direct z’n uitwerking op mijn darmen (verdere details zal ik achterwege laten).

In de parkeergarage gaan we op zoek naar de auto. We weten dat we ‘m op niveau 2W hebben geparkeerd, maar nadat we de hele rij hebben afgelopen, blijkt onze voiture nergens te staan. Hij zal toch niet gestolen zijn? Martin en ik besluiten beide een andere rij voor onze rekening te nemen en wat blijkt? De garage is splitlevel (dat wisten we natuurlijk al), maar niet iedere level heeft z’n eigen nummer, er is dus nog een 2W. Gelukkig!

Als we Toronto willen uitrijden, is het weer een behoorlijke drukte in de stad. De Niagara Falls is sowieso wel een poosje rijden, maar de drukte in de stad levert ons een vertraging van maar liefst één uur op.

Rond kwart over elf komen we aan bij de Niagara Falls. De eerste indruk is redelijk shocking. Wat een kermisattractie! Er is hier een compleet dorp uit de grond gestampt met een pretpark, reuzenrad, aquarium, casino, illusionistenshow, hotels, etc. Nu ben ik nooit in Las Vegas geweest, maar ik kan me voorstellen dat dit een soort mini Las Vegas is. Zonde! Ik zou het veel mooier vinden als ze zo’n natuurverschijnsel puur zouden houden. Gewoon een wandeltrail door de natuur met uitzichtpunten. Maar ja, het misschien wel de bekendste waterval ter wereld, dus iedereen wil natuurlijk een graantje meepikken.

Ik heb ergens gelezen dat dit een van de meest romantische locaties zou moeten zijn voor een huwelijksaanzoek. Nou, vergeet het maar, met zo’n massatoerisme is er geen ruimte voor privacy en is de locatie in mijn ogen absoluut niet geschikt hiervoor, ondanks dat de watervallen indrukwekkend mooi zijn. Nee, dan heeft Martin het toch een stuk beter aangepakt!

We besluiten eerst met de Skylon Tower naar boven te gaan en van het uitzicht te genieten. In eerste instantie is het op het observationdeck nog redelijk rustig, maar al snel komen de Jappen binnen stromen en is het gedaan met de rust. We besluiten de watervallen maar eens van dichtbij te gaan bekijken en gaan naar beneden. Het zonnetje brandt inmiddels best aardig, dus eerst even goed smeren voordat onze blanke huidjes (of in elk geval toch mijn bleekschetenvelletje) verbranden.

We maken nog een lekkere wandeling langs de rivier, maken de nodige foto’s en kijken hoe de vele toeristen allemaal (nou ja bijna, want wij doen er niet aan mee) een ritje maken met de Maid of the Mist. Bij de Horseshoe Falls (de Canadese kant van de Niagara Falls) stuift het water tot grote hoogte en als de wind net even verkeerd staat, wordt je behoorlijk nat als je hier langs loopt. Wel lekker verfrissend op zo’n dagje als dit, maar niet echt goed voor de camera.

Rond drie uur rijden we weer terug richting Toronto. Zo’n 30 km voor Toronto is er al op stukken file, maar het rijdt gelukkig beter door dan gisteren. Rond half zes zijn we in het hotel. Dat is mooi op tijd om vanavond nog met de ferry naar Ward’s Island te gaan. Om kwart over zeven ’s avonds pakken we de veerboot en we zijn precies op tijd om de zonsondergang vanaf de boot te zien. Vanaf Ward’s Island kun je prachtige foto’s maken van de skyline van Toronto by night en we zijn duidelijk niet de enigen die dit weten. Op een klein strandje staan we met een aantal fotografen met statief de terreur van de plaatselijke muggenzwerm te weerstaan om foto’s te maken van dit mooie uitzicht.

Om half negen pakken we de veerboot weer terug. Beter dan dit wordt het niet meer en we zijn allebei een aantal muggenbulten rijker, dus het is genoeg geweest. We doen nog even boodschappen voor een ontbijtje voor de komende dagen (we hebben besloten de wijnkoeler met ijs te vullen en deze als een soort mini-koelkastje te gebruiken).

Terug naar boven

Toronto

Vanochtend slapen we lekker uit. We hebben een dagje Toronto gepland, maar zo veel bijzonders is er niet te zien, dus kunnen we lekker op ons gemakje doen. Na een uitgebreide douche en een primitieve variant van een ontbijt op bed zijn we klaar om de stad te verkennen. Eerst nog even inchecken voor de vlucht van morgen, dan is dat ook geregeld.

Het is vandaag een mistig dagje, dus we sluiten de reis wel in stijl af.

Onze eerste bestemming is City Hall, van waaruit we met de metro naar het Royal Ontario Museum gaan. Het gebouw is op diverse foto’s erg fotogeniek, maar in werkelijkheid is de ligging een beetje jammer. Het gebouw is een combinatie van een oud pand met moderne glazen piramidevormige uitstulpingen. Deze kant van het gebouw ligt echter aan een drukke straat. Jammer, want ik had ‘m eigenlijk aan de parkkant verwacht. Maar goed, we nemen een fotootje en gaan lekker in het park zitten. Er zitten hier veel eekhoorns. Ik heb deze mooie zwarte exemplaren met fluffy staart maar een keer eerder gezien en dat was in Vancouver en in Calgary. Blijkbaar komt dit soort vooral in stedelijke gebieden voor. Het kost nogal wat moeite om deze vliegensvlugge beestjes op de foto te krijgen, maar uiteindelijk lukt het wel.

Via Queen’s Park lopen we terug naar de metrohalte. Het is een mooi statig gebouw, maar helaas staat de voorkant bijna volledig in de steigers. Geen foto dus en op met de metro naar de Flatiron Building. Van hieruit lopen we naar de Distillery District. Dit is waarschijnlijk de gezelligste buurt van Toronto. Toronto zelf is over het algemeen niet echt onze stad, veel te druk, veel te gehaast, veel te veel mensen en minder vriendelijke mensen dan op de rest van onze reis. Maar dit wijkje heeft echt een gezellige uitstraling. Oude panden, warme kleuren, gezellige terrasjes en kleine knusse steegjes. Je vindt er veel kunst- en designwinkeltjes en hier en daar staan een aantal creatieve straatversieringen. Helaas bouwen ze hier op verschillende plaatsen hoge nieuwbouw omheen, dus de vraag is hoe lang deze wijk haar fijne sfeer nog behoudt.

Op de weg terug naar het hotel, besluiten we voor het eerst deze vakantie de Mc Donalds in. Even een simpel menuutje…

Terwijl ik fotodingetjes doe, gaat Martin toch nog even wat boodschappen voor morgen doen. We hebben deze vakantie slechts één keer gepind, aangezien hier alles met creditcard wordt betaald. Met dank aan de Rabo, die de limiet van onze creditcards tijdelijk gehoogd heeft, is dat allemaal goed gekomen. Nu zijn we echter echte armoedzaaiers, met maar drie dollar aan cash op zak!

’s Avonds stuur ik een laatste mailtje naar het thuisfront. Eerder deze reis heb ik ze per ongeluk al ongerust gemaakt toen we aantal dagen geen beschikking hadden over internet en de website niet konden bijwerken, dus dat wil ik niet nog een keer op mijn geweten hebben…

Terug naar boven

Toronto – Amsterdam (vlucht)

Vandaag is een beetje een hangdag. We checken om elf uur uit bij het hotel, lopen met ons hebben en houden naar de parkeergarage en rijden de stad uit. We zijn veel te vroeg voor onze vlucht, maar hebben ook niet echt veel tijd om nog iets leuks te doen. Dus maken we onderweg naar het vliegveld een stop bij een meertje aan de kust. Hier zitten we een uurtje en wandelen nog een beetje rond. En dan begint het te druppelen en besluiten we maar richting het vliegveld te gaan.

Als we de huurauto willen inleveren, blijkt dat nog een uitdaging te zijn. Er zijn drie terminals en de borden geven aan dat vluchten van KLM vanuit terminal 3 vertrekken, maar de borden voor het inleveren van huurauto’s verwijzen je naar terminal 1 en 2. Daar rijden we dus ook braaf naar toe. Als we de auto netjes geparkeerd hebben, komt een van de medewerkers van Hertz naar ons toe en vraagt naar onze luchtvaartmaatschappij. Tja, en dan krijgen we te horen dat er bij terminal 3 ook een inleverdepot is. De enige instructie die we krijgen is twee keer links afslaan. Nou, zo makkelijk blijkt het nog niet te zijn, maar uiteindelijk weten we ook dit depot te vinden.

Op het vliegveld aangekomen, is het nog even wachten en in de rij staan voordat we de bagage kunnen droppen. En dan mogen we door een strenge controle, waarbij we weer de schoenen moeten uittrekken.

Na de nodige uurtjes op het vliegveld te hebben rondgehangen, kunnen we rond half vijf boarden. De gezagvoerder maakt ons in eerste instantie blij met het bericht dat we wellicht wel een half uurtje eerder kunnen vertrekken. Alle passagiers zijn erg snel geboard alleen bagage moet nog geladen worden. Uiteindelijk vertrekt onze vlucht (KL 0692) van Toronto naar Amsterdam toch nog met zo’n tien minuten vertraging om kwart voor zes.

Op vlucht zit een schreeuwend kind een rij schuin achter ons. We horen de ouders zeggen dat hij de mazelen heeft. Ondanks dat ik het zielig vind voor het jongetje, snap ik niet dat iemand met een besmettelijke ziekte (althans ik denk dat mazelen besmettelijk zijn) mee mag op een vlucht. Daarnaast zit niemand te wachten op zeven uur vliegen met een krijsend kind. Maar goed, de stewardessen grijpen niet in, dus het zal wel mogen.

Terug naar boven

Amsterdam

Onze piloot heeft ons bij de start van de vlucht aangegeven dat hij verwacht dat we ongeveer drie kwartier eerder zullen aankomen, gezien de gunstige weersomstandigheden. Nou, hij heeft goed zijn best gedaan zijn belofte na te komen. Ruim een half uur eerder dan gepland, landen we rond kwart over zes op Nederlandse bodem. Als we onze tassen hebben opgepikt, gaan we richting de trein. En om de traditie in ere te houden, heeft de NS ook deze reis weer voor de gebruikelijke ongemakken gezorgd. In plaats van lekker op Schiphol in te stappen en tot in Sittard in dezelfde trein te kunnen blijven zitten, worden er tussen Boxtel en Eindhoven bussen ingezet.

Al met al hebben komen we met ruim een uur vertraging in Sittard aan. Vertraging bij vertrek vanuit Schiphol, vertraging bij vertrek vanuit Utrecht, vertraging op het spoor tussen Utrecht en ’s Hertogenbosch, vertraging tussen Boxtel en Eindhoven en vertraging tussen Eindhoven en Sittard. Overal zijn er blijkbaar werkzaamheden. En voor degenen die nog verder richting Heerlen moeten, zij mogen genieten van nog een extra bustraject. Ongelofelijk hoe de NS er toch altijd een zooitje van weet te maken. Het wordt echt tijd dat die prutsers aan de top ontslagen worden en er goede mensen worden aangenomen om alles goed op de rails zetten!

Gelukkig wachten pap en mam al op ons bij het station en brengen ons naar huis, waar weer lekker Bossche bollen en een kopje thee op ons staan te wachten.

Terug naar boven