Reisverslag India & Nepal

Dag-tot-dagbeschrijving:

Amsterdam – Frankfurt – Delhi (vlucht)

Omdat we vroeg vertrekken hebben we een hotelletje dichtbij Schiphol geboekt. Ik heb gisteren al via internet ingecheckt en plaatsen naast elkaar geregeld, dus we kunnen vanochtend iets relaxter starten. Aangezien het ontbijt in het hotel niet veel voorstelt, besluiten we op Schiphol zelf iets te regelen. Eerst even de bagage naar de drop-off en dan even naar Appie voor het ontbijt.

Onze eerste vlucht (bestemming Frankfurt) vertrekt met ruim 20 minuten vertraging maar komt redelijk op tijd aan. Snel door naar onze aansluiting met eindbestemming Delhi. De luchthaven van Frankfurt is ontzettend groot en we moeten dan ook aardig doorlopen om zo’n 10 minuten voor het boarden bij de gate te zijn. Het blijkt maar zo’n kleine 7 uur vliegen te zijn naar Delhi, een stuk korter dan andere jaren, dus dat valt mee. In het vliegtuig hebben we wel een kleine tegenvaller. In deze moderne tijd, blijken er nog steeds vliegtuigen te zijn waarbij niet iedereen zijn eigen beeldscherm ter beschikking heeft. We kunnen dus niet onze persoonlijke voorkeur instellen en zijn min of meer gedwongen in de stemming te komen met een heuse Bollywoodfilm.

Terug naar boven

Delhi

Na allemaal formulieren te hebben ingevuld en de nodige controles (waaronder de Mexicaanse griep) te hebben doorstaan, treffen we onze gids Jaap en even later ook de rest van de groep. De vijftigers zijn duidelijk in de meerderheid, dus dat is wel jammer. Van Jaap horen we dat zowel de reis voor als na de onze geschrapt zijn. Nog even pinnen zodat we roepies hebben. We worden erg vriendelijk geholpen door een man, die na afloop ook nog een fooi vraagt van IR 100 (+/- € 1,50). Daar mag hij mooi naar fluiten…

Nu door de kleffe warmte (om half drie ’s nachts is het zo’n 28 °C met een hoge luchtvochtigheid) op naar ons hotel Metro Heights. Het lijkt een echte achterbuurt en het hotel is ook niet heel erg jofel, maar we doen het ermee. We maken meteen kennis met de Indische parkeertechnieken. De auto’s staan zo dicht op elkaar, dan je er nog geen boek tussen krijgt. We vragen ons af hoe de mensen uit en in hun auto’s komen.

Eerst even de bagage reorganiseren, dan het dagboek bijwerken en om vier uur ’s nachts gaan we slapen. Nog 4,5 uur voordat de wekker weer gaat…

We beginnen met een experimenteel ontbijtje, waarbij we op dit moment toch vooral voor de veilige opties gaan. Ook dit ontbijt wordt begeleid door een Bollywoodachtig gebeuren op de achtergrond. Hierna krijgen we een briefing van Jaap. Hij heeft allemaal lijstjes die ingevuld moeten worden, zodat hij in het geval van een noodsituatie alle gegevens bij de hand heeft. Nog nooit zo’n gestructureerde gids gezien, maar hij pakt het nu in elk geval goed aan en dat geeft een goed gevoel. Heel anders dan onze ervaring van vorig jaar met topper Mark (not!). Tijdens onze briefing blijkt dat dit de allerlaatste reis is van Jaap, hierna gaat hij aan het werk in het jongerenwerk. Bij deze krijgt de reis dan ook de titel “Jaap’s laatste reis…”.

Na het ontbijt snel de tanden poetsen en dan vertrekken we naar onze bustocht door Delhi. Jaap heeft voor een klein bedrag een bus geregeld die ons de stad door rijdt. Een goed idee, want in zo’n grote stad is het bijna niet te doen alles op één dag te zien.

Eerst rijden we naar de Bahai-tempel (lotustempel), die gebouwd is in de vorm van een lotusbloem. Volgens de architect in ons midden (Willem) is het bouwwerk geïnspireerd op de Opera House in Sydney. De tempel is helaas gesloten, maar door op de omheining te klimmen kunnen we in elk geval nog een mooie foto maken met als contrast de Hari Krishna tempel (Sri Sri Radha Parthasarthi Mandir) op de achtergrond. Ik had dit bouwwerk graag bij nacht gefotografeerd, want dan is de tempel prachtig verlicht.

Van hieruit rijden we naar Raj Ghat, de plek waar Ghandi is gecremeerd en waar ter nagedachtenis een mausoleum staat. Als we dit willen bezoeken moeten we onze schoenen uit trekken. Er is een pijnlijke mat (die gloeiend heet is) gelegd, waarover we dit trekpleister kunnen bereiken. Het is zwaar afzien en af en toe spring ik op het gras om mijn voeten te koelen. Buiten het mausoleum is er ook nog een andere toeristische attractie… wij! Er zijn veel Indiase toeristen die graag met een stel blanke toeristen (vooral de blanke vrouwen) op de foto willen. Heel bijzonder…

Na ons “rondje” te hebben gemaakt en onze schoenen hebben opgehaald, zoeken we net als de locals verkoelen op het gras in de schaduw van enkele bomen.

Lopend naar de bus zit de locale slangenbezweerder met zijn cobra te “spelen”. Speciaal voor de foto wordt de slang tot leven gewekt. Ali is zelfs zo gek om het beest te aaien en in zijn nek te laten leggen. Als goede reisgenoot leg ik het cobra knuffelen vast op video.

We gaan verder met de bus naar de Jama Mashid moskee, de grootste moskee in India. Ook hier moeten we onze schoenen uit doen en mogen we onze voetzolen laten verbranden op de gloeiend hete stenen. Als vrouw krijg ik ook nog een “prachtig” synthetisch gewaad aan. Heerlijk in deze hitte! Voor de moskee is een soort vijver waar de locals zich in verkoelen. Hier maken we de nodige foto’s en worden we ook veelvuldig door onze Indische vrienden gefotografeerd.

Van hieruit gaan we met de riksja naar een eettent. Al snel zijn we de rest kwijt. Na een vergeefse poging eten te scoren besluiten we verder te gaan en zien we plots een McDonald’s. Heerlijk, nog even vertrouwd eten… Hier treffen we veel medereizigers aan die dezelfde gedachte hadden.

Eindstation is het Rode Fort. Hier lopen we een rondje en pakken we (gezien de tijd) een fietsriksja terug naar de bus. De drukte hier is ongelofelijk en het verkeer is één grote chaos, maar onze riksjaman crost overal tussendoor.

Bij de bus aangekomen moeten we nog wachten op Ali en leeft Martin zich uit met de camera (met een heel mooi plaatje van een riksjaman en profiel tot gevolg).

Terug bij het hotel hebben we ongeveer anderhalf uur relaxtijd voordat we met z’n allen gaan eten bij de United Coffee House. Hier delen we samen met Willem en Willeke een tafel en besluiten we een mengeling van vier gerechten te nemen met vier borden, zodat we van alles iets kunnen proeven. De ober vindt het helemaal top! We zijn heen met de metro gegaan, maar terug naar het hotel proppen we ons in een autoriksja. Onze chauffeur heeft ambities om in de Formule 1 te rijden, want hij heeft een aardig tempo en scheurt door de bochten.

Bij het hotel aangekomen organiseren we onze tassen en rond half één gaan we eindelijk naar bed.

Terug naar boven

Delhi – Shekwati

Vandaag hebben we een lange reisdag voor de boeg, dus moeten we vroeg op en zitten we om zeven uur in de bus klaar voor vertrek.

Nog maar net op weg, maken we een korte tussenstop bij een Shivatempel.

We verlaten Delhi via de enige verbindingsweg met het westen van India en gaan naar de provincie Shekawati. Vanwege het einde van de ramadan is er feest en zijn diverse wegen afgesloten voor alles behalve voetgangers en er is nog meer drukte dan normaal op deze (toch al drukke) route… We staan regelmatig vast, maar dan springt onze chauffeur uit de bus en treedt op als verkeersregelaar. Als resultaat stroomt het verkeer weer even door en krijgt hij van de bus een welverdiend applaus.

Onderweg stoppen we bij Midway voor een late lunch en zijn we na een flinke vertraging iets na half zes in het hotel (Sara Vilas). We krijgen een warm onthaal met trom en een soort blaasinstrument. Na een welkomstdrankje en een korte foto-uitspatting van Martin gaan we naar onze kamer. Deze is echt prachtig; ons eigen kleine Indiase paleis met (gelukkig) een echt tweepersoons bed.

We hebben maar kort tijd om ons op te frissen alvorens we een excursie naar een dorpje in de buurt van Mukundgarth gaan. Dankzij Chet, die bijna een half uur te laat is, komen we al in de late schemer aan en is dit tripje eigenlijk niet meer de moeite waard. We krijgen wel nog een korte rondleiding langs enkele fresco’s en ik leg contact met een locale vrouw die ik mag fotograferen. Het is moeilijk communiceren met haar aangezien haar Engels net zo slecht is als mijn Hindi.

Weer terug in het hotel hebben we een klein uurtje rust voordat we buiten kunnen eten. Eigenlijk heb ik geen zin en geen honger, maar we gaan toch. Tijdens het eten is een korte poppenvoorstelling en zingt een jong meisje niet erg inspirerend onder begeleiding van een tulband op lokaal strijkinstrument.

Om kwart over elf nemen we met veel gelach afscheid van onze tafelgenoten (Truus, Marinus, Willem, Willeke, Carla en René).

Terug naar boven

Sekwati – Bikaner

Na een lekker luxe ontbijtje vertrekken we naar Nawalgarh, waar we een rondleiding krijgen en diverse haveli’s voorzien van fresco’s (gerestaureerd door de Française madame Le Prince) bezoeken. Lopend door dit stadje zien we ook diverse bijzondere taferelen. Vrouwen met grote vaten op hun hoofd; mannen met paarden; tuktuks met gesluierde vrouwen en natuurlijk weer talloze kinderen die bedelen om geld, pennen en chocola. We worden gastvrij rondgeleid in enkele haveli’s, waarvan sommige het Swastika-teken hebben. Dit teken kan alleen worden gegeven door de Brahma’s (de hoogste kastengroep). De gastvrijheid is overigens wel tegen betaling (het blijven Indiërs).

Ook zien we nog wat leuke winkelstalletjes en ontdek ik de gezamenlijke fotovisie en –passie van Truus.

Van hieruit is het weer een aardig eind rijden. Onderweg naar Bikaner stoppen we nog om te lunchen en bij een kamelenfarm. Hier krijgen we uitleg over de 3 soorten kamelen (lees: dromedarissen) en waar ze voor gebruikt worden. Natuurlijk proeven we ook een slokje kamelenmelk (die smaakt “niet onlekker”).

Aan het einde van de middag komen we in het hotel Heritage Resort aan en worden we ontvangen met een bloemenketting van jasmijn, een heerlijk koud doekje en een verfrissend drankje. We gaan snel naar onze kamer, waar we weer aangenaam verrast worden door de grote en luxe. Even wachten tot onze bagage gebracht wordt en dan kunnen we na een blijkbaar noodzakelijke discussie een heerlijke verfrissende duik nemen in het zwembad. Eigenlijk wil ik nog graag een heerlijke massage ondergaan (de jongen adviseert me een cellulitismassage – hoe subtiel kun je zijn), maar aangezien hij me niet kan vertellen of het op de hotelrekening gezet kan worden, besluit ik deze morgen te ondergaan.

’s Avonds eten we gezellig buiten langs de rand van het zwembad waar we worden entertaint door locale artiesten die tijdelijk versterkt worden door een gekke Truus (hoe ouder hoe gekker, toch?).

Na nog de handwas te hebben gedaan, gaan we lekker naar bed.

Terug naar boven

Bikaner

Na het ontbijt starten we de dag met een bezoek aan de Karni Mata (rattentempel) van Deshnoke. Onderweg komen we een man tegen die al knielend op weg is naar dit heiligdom.

Bij de tempel, die wordt bevolkt door een enorme hoeveelheid heilig ratten, moeten we door de controle. We mogen geen schoenen aantrekken of mee naar binnen nemen in de tempel, dus krijgen we sokjes. Tja, die ratten kunnen dan wel heilig zijn, maar om hier op de blote voetjes tussen te lopen is toch niet erg aantrekkelijk, dus krijgen we sokken. Achteraf blijkt dat we deze sokken hadden moeten betalen, maar dit zijn we vergeten. We hebben wel netjes onze sokken na gebruik weer afgegeven voor de volgende.

In de tempel hangt een vieze lucht en zitten behoorlijk wat ratten (waarvan een behoorlijk aantal er niet echt fit uitzien) en ligt hier en daar een rattenlijk. We gaan op zoek naar de witte rat. Als je dit dier zit, dan brengt dit geluk. Nou, en het is boffen, met hulp van een aantal Indiase vrouwen zie ik net een wit kontje.

Vervolgens rijden we naar een kunstenaar (Swami Art) die allerlei hele gedetailleerde tekeningen en kaarten maakt. Hij is internationaal bekend om zijn unicefkaarten en staat in het World Guinness Book of Records, omdat hij een boom met duizenden hele kleine blaadjes heeft gemaakt. Persoonlijk ben ik niet erg gecharmeerd van zijn kunstwerken. Daarnaast zijn ze ook nog eens ontzettend duur (relatief).

We rijden door naar Bikaner, waar we worden opgewacht door enkele tuktuk chauffeurs die ons ’s middags door de stad zullen rondleiden. We gaan eerst met enkele medereizigers pinnen. De pinautomaat geeft echter maar IR 10.000 per keer, dus we moeten drie keer pinnen voordat we een redelijke hoeveelheid cashgeld hebben.

Na het pinnen gaan we eerst even een hapje eten. We hebben samen met Truus en Marinus afgesproken om daarna samen de stad in te gaan.

Eerst bezoeken we het Junagarh Fort. Met veel moeite krijgen we kaartjes zonder (fysieke of electronische) gids. Helaas blijkt ons voornemen om zonder gids te gaan, niet zonder slag of stoot te lukken, want we worden opgewacht door een (zogenaamd) gratis gids. Hoe langzaam we ook lopen, de gids blijft op ons wachten. Als de gids via het trappenhuis naar de eerste verdieping loopt, knijpen wij er snel tussenuit. De man bij de entree maakt nog de opmerkingen dat we wel erg snel het fort gezien hebben, maar daar moeten we alleen maar om lachen.

We lopen terug naar het restaurant waar we geluncht hebben en krijgen twee tuktuks toegewezen. Samen met Truus en Marinus bekijken we eerst verschillende (vervallen) haveli’s en gaan naar een Jain tempel. Hier krijgen we een zeer uitgebreide rondleiding van onze tuktuk chauffeur.

Hierna worden we gedropt bij de kruidenmarkt. We besluiten om eerst bij een kleine stoffenmarkt te gaan kijken en vervolgens lopen we langs een straatje met verschillende kruidenwinkeltjes naar een groentemarktje.

Als laatste bezoeken we twee paleizen van een of andere maharadja. De tocht terug naar het hotel is best nog lang en onderweg zien we nog een van de weinige kerken en een overdreven versierde tempel waar een heleboel Indiërs door een leeuwenbek naar binnen lopen. De tempel is nog niet helemaal afgebouwd.

Bij het hotel aangekomen, wachten we nog even op Truus en Marinus zodat onze chauffeurs dezelfde prijs en fooi krijgen. Martin duikt hierna lekker het zwembad in, terwijl ik samen met Truus een wel heel bijzondere Ayurveda massage ondergaan. In tegenstelling tot de Nederlandse technieken, waarbij bepaalde plekken worden overgeslagen, wordt hier bijna alles (op dat ene intieme plekje na) goed onder handen genomen. Zelfs de borsten krijgen een bijna hardhandige wrijfmassage. En dat terwijl je op een houten plank ligt met je nek opzij. Ondanks dat het niet slecht is, had ik er toch iets anders van verwacht. Meer comfort bij het liggen en op z’n minst een goede nekmassage, maar dat hoort er dan weer niet bij. Vreemde jongens, die Indiërs…

’s Avonds eten we weer in het hotel en krijgen we als eerste ons eten geserveerd omdat we de vorige dag zo lang hebben moeten wachten (ik had als een van de eersten besteld en kreeg samen met Carla het eten pas nadat iedereen al klaar was). Het is deze keer in tegenstelling tot de vorige dag veel te veel.

Terug op onze kamer schrijft Martin het reisverslag, zodat ik de tassen kan inpakken voor de kamelensafari en overnachting in de woestijn.

Terug naar boven

Bikaner (kamelensafari)

Vandaag is de dag van de kamelensafari door de woestijn. We staan op tijd op en bereiden ons mentaal voor op onze hete tocht. De grote bagage blijft achter in het hotel en met onze bus worden we naar het startpunt gebracht. We mogen zelf onze kameel uitzoeken. Beide kiezen we voor een man met tulband. Martin heeft een knappe arrogant en ik een broekie. Het plaatsnemen op de kameel gaat nog wel, maar als het schip van de woestijn wil opstaan, moet je je erg goed vasthouden om niet te vallen.

Dan start onze tocht en gaan we in colonne de woestijn door. Deze is overigens groener dan we in eerste instantie verwachtten.

Het hobbelen op de kameel (dromedaris) voelt al snel relaxter, al geldt dat niet voor iedereen. Iedere kameel heeft een eigen karakter. Zo heeft Willeke een stampertje, Ali een knorrepot, Truus een roker en ik een roller. Het jonkie waar Willem op rijdt is zo van slag dat deze op een gegeven moment op hol slaat.

We trekken enkele uren door de woestijn en worden begeleid door twee muzikanten. Onze dagrugzakken worden op de kamelenkar vervoerd, maar onze fotorugzak willen we toch liever niet op dit hobbelinstrument vervoeren.

Op het heetst van de dag stoppen we voor een woestijnlunch en een siësta in de schaduw van enkele bomen. Een stel locale kids komen nog even een kijkje nemen. Na de lekkere lunch ga ik op het picknickzeil lekker liggen en doe een lekker dutje. Ik moet mijn gezicht wel goed beschermen, want het zand vliegt in het rond. Een flinke scrubbeurt is er niks bij.

Na nog een tussenstop in een dorpje waar we masalathee drinken en een schooltje bezoeken bereiken we onze eindbestemming. Het tentenkamp is een stuk minder primitief dan verwacht. We hebben zelfs een toiletgebouw met beperkte wasgelegenheid. Onze tenten staan al klaar, met matras, slaapzak, lakens en handdoek.

Na het avondmaal zijn we moe en duiken we op tijd onze tent in. Als ik me nog even wil opfrissen in het toiletgebouw, zie ik een grote spin, die in eerste instantie lijkt op een schorpioen voorbij schieten. Oké, toch maar naar de andere toiletruimte, want deze was niet echt mijn type…

We hadden in eerste instantie buiten de tent in de open lucht willen slapen en van de sterrenhemel genieten. Door de vele diertjes (kevers, sprinkhanen, etc.) besluiten we toch maar in de tent te slapen.

Terug naar boven

Bikaner – Jaisalmer

Ik word al vroeg wakker door de kou. Om half zeven worden we als service gewekt door de man met de bel en een half uurtje later is het ontbijt klaar.

Met de kamelenkar gaan we terug naar het vertrekpunt. Wat blijkt, we zitten weer heel dicht bij het beginpunt (wat we al vermoedden), want na een kwartiertje zijn we er. De bus staat al op ons te wachten om ons terug te brengen naar het hotel waar we drie kamers ter beschikking hebben waarin iedereen zich om de beurt kan wassen met in totaal 1 uur tijd! Goed geregeld Djoser, hebben jullie weer mooi kosten gespaard. Jammer dat dit alleen voor eigen voordeel gebruikt wordt en niet voor klantwaarde…

Dan volgt een lange reisdag naar Jaisalmer, dwars door de Thar woestijn. Onderweg stoppen we voor een lunch en rijden daarna in één lange ruk door naar ons hotel Dhola Maru in Jaisalmer.

Hier aangekomen hebben we een kleine twee uurtjes voor onszelf. Terwijl Martin deze tijd gebruikt om de was te doen en alle camera activiteiten te doorlopen, gebruik ik deze om een hardhandige massage te ondergaan. Ik dacht te kunnen genieten van een heerlijk nek- en hoofdmassage om de gevolgen van het kamelen hobbelen weg te werken. Helaas is er een miscommunicatie over de behandeling. Het massagevrouwtje is het niet eens met mijn keuze en stelt voor een uitgebreidere massage te doen met focus op mijn nek. Dit klinkt ook prima. De praktijk is echter dat ze beide massages achter elkaar doet (overigens staat alleen de geboekte massage op de rekening), waardoor ik veel te laat klaar ben. Om kwart voor acht ben ik, helemaal glibberig, pas op onze kamer, terwijl we om acht uur al in de stad moeten zijn om te eten.

Op de gang kom ik Adriaan tegen die ook met de tijd in de knoop zit. We spreken af om acht uur in de lobby te verzamelen en samen een tuktuk naar de stad te nemen. Na een snelle douchebeurt, waarbij ik de olie bijna niet weg krijg, spurten we de kamer uit. Het is acht uur en onze vrolijke vrienden zijn er niet. Omdat we al te laat zijn en de rest in het restaurant op ons wacht, besluiten we maar een tuktuk te nemen die ons binnen no time bij restaurant Monica aflevert.

Het eten is erg lekker en we worden ondertussen vermaakt door enkele gekko’s die in de lampen zijn gekropen en op deze manier heel slim alle vliegjes vangen. Martin en ik hebben het voornemen om morgenochtend naar de zonsopgang bij het Maharadjameer te gaan. We inventariseren wie er nog meer mee wil, zodat Jaap de tuktuks kan regelen (die normaal op dit tijdstip nog niet beschikbaar zijn). Gezien het vroege tijdstip zijn er niet veel vrijwilligers.

Na deze heerlijke maaltijd gaan we terug naar het hotel waar we meteen naar bed gaan.

Terug naar boven

Jaisalmer

’s Ochtends staan we om vijf uur op, poetsen we snel onze tanden en gaan daarna met z’n zessen naar het Gadi Sagar meer om de zonsopkomst te zien. Martin heeft via internet een prachtige foto hiervan gezien en dat was toch wel de prikkel om zo vroeg op te staan. Helaas hebben we het weer niet mee. De lucht is volledig bewolkt, dus verschuilt de opkomende zon zich en is het mooie plaatje iets waar we alleen over kunnen dromen… Balen!

Daarna gaan we terug naar het hotel, waar we rond zeven uur weer lekker in bed kruipen. Na nog zo’n drie uurtjes geslapen te hebben, staan we toch maar op. Vandaag doen we lekker rustig aan. We nemen een uitgebreide douche (voor zover dat mogelijk is onder het pisstraaltje met niet helemaal fris water) en besluiten onze vieze was iets minder vies te maken (al is het maar voor het idee).

Rond half twaalf gaan we de stad in naar Gandhi Chowk. Als we hier rondlopen, komen we Ali tegen. Hij staat net een oude man te fotograferen, dus ik besluit van deze gelegenheid gebruik te maken om ook een fotootje van de man te maken. Als ik hem het resultaat wil laten zien, knijpt deze oude viezerik in mijn kont. Tja, ik geef dan toch liever fooi, maar daar kan hij nu ook naar fluiten.

Ali geeft ons de tip om naar het Mandir Palace te gaan. Dit voormalige paleis is nu gedeeltelijk hotel, maar erg mooi bewerkt en met een goed uitzicht op het fort. Vervolgens wandelen we door enkele winkelstraatjes naar Gopa Chowk en kopen we de ansichtkaarten voor het thuisfront. Veel keuze is er niet, maar het gaat om het idee.

Bij Gopa Chowk is het erg druk, er blijken opnames voor een Bollywood soap te worden gemaakt. De verhaallijn is nog niet echt duidelijk, maar het kan niet al te moeilijk zijn. Wij staan hier een tijdje bij te kijken en zien een mooie kleurrijke oude vrouw. Als ik stiekem een foto van haar wil maken, krijgt ze het in de gaten en gaat poseren… uiteraard tegen betaling. Jammer, maar ik vind haar wel erg fotogeniek, dus speel het spelletje wel mee.

Op het pleintje zitten twee mooi uitgedoste holi-men (zogenaamde priesters). Ze laten zich graag fotograferen (uiteraard tegen betaling). Daarna krijg ik even het beeld dat ze ook nog een sympathiek zijn, want ze geven ons beide een lekker ruikend good-luck armbandje (rood/geel touwtje met een soort nootje dat een typische geur heeft). Als we de armbandjes geaccepteerd hebben, blijkt ook hier weer een prijskaartje aan te hangen. De vrienden willen hier een bedrag van IR 100 per persoon voor vangen. Dit gaat ons echt te ver. Ze krijgen nog een kleine donatie en daar hebben ze het maar mee te doen. Af en toe voelen we ons toch wel sukkels dat we er weer in trappen, daar moeten we toch maar eens mee stoppen.

Het fort is één wirwar van straatjes. Na wat zoeken komen we dan toch op de stadsmuur terecht. Hier hebben we een mooi uitzicht over de stad. We kunnen niet lang van de rust genieten, want al snel worden we aangesproken door een zilversmid die hier zijn winkeltje heeft. Het is een aardige vent, die niet al te opdringerig is. Hij vertelt dat zijn vader allerlei miniatuurkunstwerken maakt (zoveel letters op een rijstkorrel, etc.) en hiervoor wereldberoemd is. Hij maakt zelf ringen met hele kleine afbeeldingen, die er mooi uitzien. Helaas draag ik geen zilver, dus kan de man mij en ik hem niet gelukkig maken. Ik beloof hem wel een van de eksters in onze groep richting hem te sturen, want op zich heeft hij mooie sierraden.

Na dit gesprek lopen we terug naar Gopa Chowk. Hier gaan we op een muurtje in de schaduw ansichtkaarten schrijven. Iets wat een hele bezienswaardigheid blijkt te zijn. Nagenoeg alle Indiërs die langs lopen, bekijken ons van onder tot boven en willen met ons op de foto. Op een gegeven moment wordt het zelfs een complete fotoshoot als een groep jonge Indische mannen met mij op de foto willen. Eerst een groepsfoto, dan nog een en dan wil iedereen ook nog eens apart met mij op de foto. Ik lach me helemaal slap. Als ze klaar zijn, hou ik mijn hand op en vraag ik een vergoeding voor de shoot (je past je snel aan aan deze aftroggelcultuur) IR 100. De mannen kunnen de humor wel waarderen, maar gaan er toch niet op in. Ach, het was te proberen…

Als we een tuktuk willen regelen om terug te gaan naar het hotel, worden we door vijf tuktuk chauffeurs belaagd. Ik besluit het handig te spelen en nodig hen uit een bod te doen en degene met het laagste bod krijgt de rit. Het werkt, er blijven nog maar twee geïnteresseerden over die rond hetzelfde bedrag zitten. Lager gaan ze niet, dus kiezen we uit deze twee. Als ik kijk wat we heen hebben betaald, hebben we een goede deal gemaakt.

Terug in het hotel hebben we nog wat rondgehangen en om half zes gaan we weer terug naar het Gadi Sagar meer. Als de zonsopkomst niet lukt, dan proberen we de zonsondergang vast te leggen. Het is nu onbewolkt, maar voor een echte kleurrijke zonsondergang zijn de omstandigheden blijkbaar niet goed. We kunnen echter wel nog een aantal mooie plaatjes schieten van het meer en het fort. Het is sowieso en prima plek om de dag af te sluiten. Na een irritant jongetje te hebben weggewerkt, is dit een plek waar je wat rust kunt vinden in deze drukke stad. Ik zou hier uren kunnen zitten en alleen maar kijken en genieten.

Met een feestelijk versierde tuktuk (door Cilia gedoopt tot “love”-tuktuk) gaan we terug naar het hotel. Daar aangekomen maakt Cilia een foto van ons in deze prachtige tuktuk en eten we samen met een groot deel van de groep een hapje in het buitenrestaurant van ons hotel.

Na afloop blijkt er in de straat (of eigenlijk in de hele stad) een feest te zijn. Het feest van de negen nachten of zoiets. We willen natuurlijk toch een beetje cultuur snuiven, dus lopen we richting het spektakel. Er zijn verschillende kleurrijke dansvoorstellingen en danswedstrijden. Het is mooi om te zien en de sfeer is ook erg gezellig. Als enige blanken zijn we natuurlijk weer een bezienswaardigheid. De organisator begint al snel tegen me te babbelen. Ik versta de man heel slecht door de harde muziek, maar lach vriendelijk naar hem. Hij nodigt me uit om morgenavond de afsluiting van het feest bij te wonen. Hij zal me dan als eregast ontvangen en de dans leren, zodat ik mee kan doen. Aangezien dit blijkbaar heel bijzonder is, zou dat betekenen dat ik ook met foto in de Indiase krant zou komen. Het klinkt allemaal erg gezellig, maar ik moet me dit nog maar eens bedenken…

Rond middernacht gaan we lekker naar bed.

Terug naar boven

Jaisalmer

’s Ochtends om half negen staan we op en ontbijten we op de hotelkamer met wat energierepen.

Daarna gaan we naar Gopa Chowk met Truus en Marinus om de man te zoeken die een ateliertje heeft waar vrouwen handwerk maken (World Trade Shop). Op het plein spot Marinus de man en gaan we via een doolhof van steegjes naar een soort winkel waar helemaal geen vrouwen aan het werk zijn. Na het showen van de hele collectie (o.a. dekbedden) krijgen we nog wat sjaaltjes te zien. Deze zijn niet echt goedkoop, maar ik koop toch een mooie kleurrijke pashmina (gemaakt van zijde en kasjmier) voor een aanzienlijk bedrag! Niet weinig dus en ik weet niet eens of hij echt is, maar ik vind hem wel ontzettend mooi en hij voelt heerlijk aan.

Vervolgens lopen we terug naar Gopa Chowk op zoek naar het postkantoor. Dit kunnen we niet vinden, maar aangezien het zondag is (tja, je vergeet af en toe welke dag het is) is het toch gesloten.

Als we het Fort binnenlopen zijn de opnames voor de Bollywood-soap weer in volle gang.

We worden aangesproken door een zigeunervrouwtje dat enkelbandjes wil verkopen. Ik zeg haar dat we haar gisteren ook al hebben gezien en toen ook niks gekocht hebben en dit ook nu niet van plan zijn. Vervolgens krijg ik gratis! een enkelbandje van haar en mag ik gratis een foto van haar maken. Omdat ik dit vreemd vind, aangezien ik gisteren nog voor dit alles moest betalen, geef ik haar meerdere keren aan dat ik echt niet van plan ben iets te kopen. Blijkbaar vindt ze dit vandaag niet erg, dus neem ik vol verbazing het enkelbandje aan en maak een paar mooie foto’s van haar…

In het Fort drinken we eerst een colaatje op het terras met uitzicht op de woestijn. Vervolgens gaan we naar Little Italy, waar we een lekkere pizza als lunch eten. Daarna gaan we terug naar Gopa Chowk om een tuktuk naar het hotel te nemen. Op het plein komen we echter de echte man met het ateliertje tegen. Het blijkt dat Marinus zich vergist heeft en dat we ’s ochtends met de verkeerde man zijn meegegaan. We moeten echter terug naar het hotel voor de jeepsafari. Balen dus!

Om half drie zouden we opgehaald worden voor de jeepsafari. De derde jeep is echter veel te laat waardoor we pas na drie uur kunnen vertrekken. Eerste rijden we naar de begraafplaats van de Maharadja’s en Maharinja’s. De echtgenotes werden gedood als de Maharadja stierf.

Vervolgens stoppen we bij een zeer bewerkte Jain tempel. We moeten veel betalen voor een relatief kleine tempel.

Daarna stoppen we bij een klein dorpje langs de weg. Hier maken we wat foto’s en sommige mensen delen pennen en zeepjes uit. De bewoners graaien echter de spullen uit de handen en willen voor alles betaald worden. Echt een oprecht bezoek dus… Nee, we krijgen de indruk dat alle jeepsafari’s in dit dorpje stoppen.

Nu stoppen we in een verlaten stadje. Er wonen geen mensen meer en er zijn alleen wat ruïnes te vinden. Doordat we te laat vertrokken zijn (door die fijne jeepchauffeur), hebben we weinig tijd om hier doorheen te lopen en racen we meteen weer door naar de volgende stop. Een weinig indrukwekkend fort waar wat pauwen rondscharrelen. Ook nu moeten we ons weer haasten om naar de volgende stop te gaan.

Het eindstation van vandaag is de zonsondergang in de zandduinen. De zon is echter al snel aan het zakken en we moeten blijkbaar nog een heel eind rijden voordat we er zijn. Onze chauffeur was zo ongeveer de slechtste chauffeur die ik ooit gezien heb. Hij is blijkbaar niet bedreven in het rijden met een jeep als hij niet op een volledig verharde weg rijdt (wel een beetje vreemd als jeepsafarichauffeur). Als de zon al bijna onder is, arriveren wij bij de zandduinen. Helaas stopt onze chauffeur bij een kameel met vastgebonden voorpoten (leuk een foto van de zonsondergang met kameel). Er is geen zon meer te zien en een vastgebonden kameel willen we ook niet. We stappen dus weer snel in en na enkele meters loopt de jeep vast.

Heerlijk zo’n topper. Terwijl de rest tot aan de zandduinen wordt gebracht en nog een laatste glimp van de zonsondergang kan meepikken, moeten wij nog een heel eind door het zand rennen om net te laat te komen. We kunnen wel nog wat foto’s maken van de gekleurde lucht, maar dat is het dan ook. We worden voorzien van cola (evt. met rum) en wat chips. Dit had eigenlijk heel leuk kunnen zijn, als we een aantal stops hadden overgeslagen en hier veel eerder waren geweest om rustig te genieten van het zachte zand en de mooie zonsondergang… Wat een slechte jeepsafari! Overigens was er weinig safari, want nagenoeg de hele rit was op verharde wegen…

Onze jeep wordt uit het zand getrokken en we rijden weer terug naar Jaisalmer. Het is ongelofelijk hoeveel rookpluimen onze jeep uitbraakt, maar uiteindelijk komen we om twintig over acht toch in het hotel aan. Een fooi krijgt onze chauffeur in elk geval niet! Jaap is het blijkbaar niet met ons eens, maar dat is zijn probleem. Hij heeft het slecht geregeld.

Om half negen vertrekken we naar Jaisel Italy aan het plein bij Gopa Chowk. Hier eten we weer een pizza. De menukaart is identiek aan die van de Italiaan ’s middags, de prijzen zijn echter aanzienlijk hoger.

Op de heenweg naar het restaurant krijgen we een tuktuk toebedeeld waarvan de chauffeur rookt. Ik vraag de man of hij ook in de tuktuk rookt en als het antwoord “ja” is, stappen we uit de tuktuk en vragen voor een andere. De rest vindt dit blijkbaar een vreemde actie. Jammer dan, als zij er geen bezwaar tegen hebben om in zo’n kleine ruimte met een rookkachel te zitten, mogen zij onze plek innemen… Dezelfde chauffeur blijkt onze tuktuk op de weg terug naar het hotel te besturen. Hij verontschuldigt zich vele malen voor het roken. Volgens hem rookt hij alleen ’s ochtends veel en volgens andere zijn er onlangs twee vrouwen van hem overleden waardoor hij meer rookt. Zijn excuses zijn meer dan voldoende (we wilden alleen niet in de rook zitten). Hij wil zelf mijn voeten kussen, dat gaat toch echt te ver. We verzekeren hem dat het echt geen probleem meer is en gaan naar onze kamer waar we om middernacht eindelijk naar bed gaan.

Terug naar boven

Jaisalmer – Jodhpur

Om vijf uur! ’s ochtends gaat de wekker en drie kwartier later zitten we aan het ontbijt. Helaas is nog niet alles gereed, dus we moeten nog even wachten op ons eten. Gelukkig kunnen we rond half zeven vertrekken en zien we nu wel een mooie zonsopkomst. Dit was leuk geweest voor het meer…

Na een paar uurtjes rijden stoppen we bij een restaurant/souvenirwinkeltje. Hier drinken we een colaatje en in de souvenirshop zien we een mooie grote bewerkte olifant van donker hout. De onbewerkte variant kost al IR 40.000 zonder onderhandeling. De bewerkte is waarschijnlijk nog duurder. Daarnaast is de vraag hoe je deze 20 kg zware olifant thuis krijgt. Laten verschepen en hopen dat alles goed gaat? Een beetje jammer als hij dan niet aan komt, niet alleen van het geld, maar ook vanwege de vakantieherinnering die je hiermee in huis wil halen. We besluiten daarom de olifant niet te kopen en hopen dat we een soortgelijk exemplaar elders vinden waar we wel vertrouwen hebben in de verscheping. Hoewel dit de juiste keuze is, blijft het jammer…

We rijden door naar Jodhpur en rond half een komen we aan bij het Mehrangarh Fort met mooi uitzicht op de blauwe wijk waar de Brahmanen wonen. Het is bloedheet, blijkbaar is dit de warmste stad van India. We hebben tot twee uur de tijd om het Fort te verkennen. Via een steile weg gaan we naar boven richting het paleis. Via een dolhof van zalen en kamers met o.a. draagstoelen en wapens komen we bij een aantal mooi uitzichtpunten op de blauwe stad. Het paleis is erg groot en we moeten ons haasten om op tijd klaar te zijn. Als we de rest in het restaurant zien zitten, bestellen we ook een kleine hap en horen we dat Jaap een guided tour heeft gereserveerd. Hierdoor kunnen we op ons gemak nog een hapje eten, want wij hebben alles al in sneltreinvaart doorlopen.

Terwijl een aantal mensen nog snel met de gids door het paleis lopen, gaan wij terug naar de bus. Vlakbij de uitgang komen we een feestvierende menigte tegen. We genieten van het kleurrijke festijn en maken uiteraard nog wat mooie foto’s hiervan. De reden van de feestelijkheden kunnen we niet achterhalen, maar het is een vrolijke boel met een soort offerbeeld. Hierdoor komen we ongeveer tegelijk met de anderen bij de bus aan.

Van hieruit rijden we naar een antiek/souvenirshop. Hier verkopen ze veel oude meubels, beelden en andere antieke dingen. Aangezien Jodhpur bekend staat om zijn houtsnijwerk, hopen wij in deze winkel een mooie houten olifant te vinden. De exemplaren zijn echter te beschilderd voor onze smaak. Daarnaast hebben ze mooie bronzen exemplaren, maar deze zijn veel te duur. Een vergelijkbare olifant als ’s ochtends kunnen we niet vinden. Jammer, want dit bedrijf heeft ervaring met verschepen van goederen.

Bij het Mapple Abhay Hotel worden onze tassen op de kamer gedropt. We gaan snel met Cilia en Nea de stad in op zoek naar de Sadar Bazaar en de klokkentoren. Bij dit hotel willen ze onze paspoorten kopiëren (dat is sinds de aanslagen in Mumbai verplicht), dus we willen in eerste instantie wachten tot we de originelen weer in ons bezit hebben. Omdat we om half zes naar het Dushera willen gaan kijken, hebben we echter maar anderhalf uur om ons houten souvenir te scoren, besluiten we Jaap te laten wachten op onze paspoorten en gaan wij de stad in.

Bij wat wij denken dat de Sadar Bazaar is lopen we rond tussen de winkeltjes, maar zien vooral veel groenten, kruiden en stoffen. Op een gegeven moment zitten we duidelijk buiten het toeristengedeelte en zien we waar de kippen worden geslacht. We lopen snel door. Op een gegeven moment komen we bij een winkel aan die tekeningen verkoopt, die verdacht veel lijken op die van de unicefman waar we enkele dagen eerder zijn geweest.

Hoe origineel was dat dan eigenlijk? Het blijkt dat deze winkel onderdeel uitmaakt van een tekenschool. Ook deze man kent weer een bijzonder kunstje. Op één enkele linz tekent hij binnen 30 seconden een olifant, paard of kameel. Hij maakt er eentje voor mij, die ik gratis mag hebben.

Het is al snel tijd om weer terug te gaan naar het hotel. Helaas was onze zoektocht naar hét souvenir niet succesvol. Na wat moeizame onderhandelingen met de tuktuk chauffeurs kunnen we terug naar het hotel waar we snel nog even kunnen opfrissen en om half zes met een stoet tuktuks naar het Dushera festival gaan.

Aangekomen bij het festival zien we een enorme mensenmassa. Door deze menigte proberen we bij de ingang te komen. Bij de ingang blijkt dat de vrouwen door een ander poortje moeten dan de mannen. Op dat moment gaat alles ineens heel snel. Wij zijn in de veronderstelling dat we na het poortje weer in dezelfde ruimte komen, maar dit is niet het geval. Er zijn gescheiden vakken voor mannen en vrouwen. Wij verdwijnen in deze veronderstelling door de poort, terwijl de mannen achterblijven. In de veronderstelling dat ze ons snel zullen volgen, ben ik behoorlijk ongerust als ze maar niet volgen. Later blijkt dat de mannen op zoek moesten naar een poort die helemaal aan de andere kant van het terrein ligt. Omdat we de mannen niet vinden, maak ik me ongerust over Martin en wil weg. Ook Truus en Willeke zien de drukte en het ingesloten zijn niet zitten en willen met mij mee gaan. Net als we naar buiten willen lopen, horen we geschreeuw en blijken de mannen ons via een omweg gevonden te hebben. Gelukkig!

De grote mensenmassa bij elkaar gepropt op een terrein met een beperkt aantal uitgangen geeft me niet echt een veilig gevoel. Diezelfde gedachte heeft Martin en het feit dat Adriaan gerold is maakt het er niet beter op. We gaan dicht bij de uitgang staan en blijven dicht bij elkaar, dat voelt een stuk beter, maar het zou nog fijner zijn als we hier weg konden…

Waar het festival om draait is me niet helemaal duidelijk, maar de menigte is overal (zelfs op daken van huizen en bussen). Op het terrein staan vier meters hoge poppen die met het nodige vuurwerk verbranden. Dit is kennelijk het hoogtepunt voor de Indiërs, want de meesten verlaten hierna het terrein, terwijl er nog behoorlijk wat vuurwerk wordt afgestoken.

Na het vuurwerk lopen we hand in hand om elkaar niet kwijt te raken naar een wat rustiger plekje (voor zover die te vinden zijn). We kunnen nauwelijks een tuktuk vinden en als we eentje vinden, dan weten ze niet waar het hotel ligt. Dan komt er een busje met het woord “tourist” erop voorbij dat nagenoeg leeg is en waarvan de conducteur beweert dat hij weet waar het hotel is. Als de bus verder rijdt, stappen er steeds meer mensen in en al snel zitten we hutje mutje. We hebben geen idee of we de juiste richting uit gaan en het is snikheet in het busje. We voelen ons allebei niet op ons gemak en ik krijg het Spaans benauwd. Ik probeer door een klein openstaand raam frisse lucht binnen te krijgen. Door een enorme chaos bereiken we uiteindelijk het hotel en met wat kunst-en- vliegwerk (toepassing Willeke-techniek) lukt het ons de straat over te steken. We zijn blij dat we er eindelijk zijn.

’s Avonds eten we lekker in het restaurant en kunnen we even bijkomen. Jaap, Vivian en Adriaan sluiten later aan, zij gaan eerst aangifte doen in het politiebureau.

Terug naar boven

Jodhpur – Udaipur

Vandaag staat ons een lange reisdag te wachten, dus moeten we vroeg op om om acht uur te vertrekken richting Udaipur, de “Stad van de Zonsopkomst”.

Onderweg maken we enkele tussenstops. Onze eerste stop is bij een “monument” van een jonge dode motorrijder van de tweede kaste. De legende zegt dat de jongen daar is doorgereden en men de motor naar het politiebureau heeft gebracht. Van daaruit zou de motor zelf zijn teruggereden naar de plaats van het ongeval. Ieder jaar op de sterfdag hoort men het geluid van deze motor…

Dan is het tijd voor een korte koffiebreak. Daarna is het weer een aardig stuk hobbelen tot we in een mooi restaurant gaan lunchen. We kunnen gebruik maken van het buffet (a la carte is niet mogelijk) of slechts een deel hiervan gebruiken. Aangezien we beide niet veel honger hebben pakken we soep en naan.

Van hieruit is het maar een klein stukje rijden voor we bij de Jain tempel in Ranakpur aankomen. Volgens velen is dit de mooiste Jain tempel van India. Ondanks dat we al genoeg tempels gezien hebben, is deze inderdaad spectaculair wat betreft omvang en detaillistisch werk. Een gedeelte van de tempel wordt gerestaureerd. Verder gelden er allerlei speciale regels, aangezien het Jainisme een leer predikt tegen het gebruik van geweld tegen alle levende wezens. Een van de priesters komt ons zegenen met een gele stip (en uiteraard is een donatie aan de tempel als tegenprestatie welkom).

Op weg terug naar de bus zien we toevallig apen. De beestjes zijn erg schattig, zeker de moeder met kind.

Weer terug in de bus merk ik dat ik mijn hoedje kwijt ben. Balen!

We vervolgen onze weg en doen een kleine weverij (tapijten) aan. De man geeft een demonstratie en het is knap te zien hoe snel en handig hij hieraan werkt. Jaap wil ook een poging ondernemen, maar komt niet verder dan wat gestuntel. Natuurlijk volgt er ook het bekende verkoopmoment. Er zijn mooie tapijten bij, maar buiten Jaap koopt niemand iets.

Onderweg zien we twee ossen die onder begeleiding het irrigatiesysteem in werking zetten en houden. We stoppen langs de kant van hier een foto van te maken en te kijken hoe het functioneert. Al snel volgt een andere bus vol minder sociale toeristen, dus maken we dat we weg komen.

In het hotel (Paras Mahal) aangekomen hebben we een uurtje om ons op te frissen voordat we gaan eten. We hebben twee aparte bedden, dus besluiten onze kamer na het eten te verbouwen.

Jaap heeft een buffet geregeld, maar ik heb de menukaart op de kamer al bekeken en me verheugd op fish & chips. Helaas is er geen vis, dus wordt het krokante kip. Martin stort zich op de spaghetti in het buffet.

Rond kwart voor tien hebben we het gehad en gaan (nadat we postzegels in de hotelwinkel hebben gekocht) naar onze kamer. Deze stinkt naar riool en het toilet functioneert niet meer. Ondanks dat we eigenlijk meteen willen gaan slapen, gaat Martin naar de receptie. Er komt direct een mannetje kijken en al snel krijgen we een andere kamer. Als dat maar goed gaat met de afrekening…

Gelukkig ruikt deze kamer een stuk beter en hebben we een echt tweepersoons bed. Welterusten!

Terug naar boven

Udaipur

Na weer een ontbijtje met toast en ei verzamelen we om negen uur in de lobby en regelt Jaap tuktuks die ons naar het City Palace brengen. In eerste instantie had hij een stadtour per tuktuk willen regelen, maar hier heeft eigenlijk niemand interesse in.

De drie dames zwaaien ons uit. Zij hebben vandaag andere plannen en krijgen een kookworkshop. Als we meer tijd hadden, had ik hier ook aan mee willen doen, maar het leven bestaat nu eenmaal uit keuzes maken…

Aangezien het paleis pas om half tien open gaat, gaan we eerst nog even naar de Jagdishtempel. Er zitten een aantal mooi beschilderde mannen al klaar om betaald te worden voor een foto en natuurlijk loopt ook hier weer een commerciële rakker die ons rond wil leiden en mee wil nemen naar zijn artschool. We bedanken vriendelijk, maar de man blijft ons maar achtervolgen. Truus wil als enige de hoofdtempel in en zit met de man opgezadeld. Marinus en Martin wachten op een bankje en ik loop een rondje rond de tempel. Ik hoef deze keer de tempel niet in (we hebben voorlopig even genoeg tempels gezien). Voor de tempel staat een klein heiligdom met een koperen beeld van Garuda (mythische vogel), waar ik wel even een foto van maak.

We lopen naar het City Palace, waar we grof moeten betalen om binnen te komen. Vlak na de ingang zien we weer een spektakel met filmcamera’s. De prachtig gekleurde mensen en dansformaties doen direct denken aan het decor van een Bollywoodfilm. Het blijkt hier echter niet het geval te zijn. De film is een soort bruidsfilm voor een stel dat gaat trouwen, waarbij het voorbereidend werk in Bollywoodstijl wordt aangepakt. Het wordt groots aangepakt, met choreograaf en filmcrew, dus echt goedkoop zal het niet zijn. Wij spreken af dat wij het toch als opnamen van een echte Bollywoodfilm met echte Bollywoodacteurs is. De muziek is echt heerlijk swingend en ik kan moeilijk stil staan als ik naar het spektakel kijk. We gaan op het enige terras in de buurt zitten (wat niet al te goedkoop is) en blijven hier een hele tijd genieten.

Het paleis is prachtig en heeft diverse mooie doorkijkjes. Ook hebben we uitzicht op het Lake Palace (bekend van de James Bond film “Octopussy”).

Na afloop van onze self-guided paleistocht eten we nog een lekker (en duur) hapje in het paleis, waar het Bollywood spektakel nog steeds in volle gang is. De hoofdrolspeelster is erg in trek bij de mannen. Op zich is het een mooie vrouw, maar haar uitstraling is minder (zij heeft een erg verveelde uitdrukking in haar gezicht). Chet wil echter graag met haar op de foto, dus regelt Adriaan dat wel eventjes voor hem. Ik wil eigenlijk alleen haar mooi beschilderde benen op de foto en aangezien dat een beetje raar is om te vragen, besluit ik er maar stiekem een te maken met de telelens.

Met Truus en Marinus lopen we via de Clock Tower de winkeltjes langs. Uiteraard schieten we weer diverse mooie kleurrijke plaatjes. De mensen laten zich hier een stuk beter fotograferen en vragen er zelden geld voor. We zijn eigenlijk op zoek naar leuke souvenirtjes en luchtige katoenen kleding, maar die vinden we helaas niet.

Na een hete tocht pakken we rond een uur of drie de tuktuk terug naar het hotel om lekker bij het zwembad te gaan liggen. Bij het hotel aangekomen, komen we erachter dat we weer vergeten zijn de kaartjes te posten. Dan schiet niet op zo!

Als we bij het zwembad liggen, bekijk ik de massagekaart. Ik wil eigenlijk wel een lekkere klassieke massage, maar deze behoort niet tot de opties, dus besluit ik maar met een drankje in de schaduw op een bedje te gaan relaxen en neem samen met Martin een frisse duik in het zwembad. Op momenten als deze is het leven echt hard…

We gaan lekker douchen. Nou ja, lekker… er rent een kakkerlak langs het plafond van de douche… Maar toch laat ik me er niet door tegenhouden en neem een lekker uitgebreide douche en scheer mijn benen weer lekker glad zodat ik me weer een beetje vrouw voel.

Ik ben weer zo goed als nieuw als we in de lobby verzamelen om naar het Bagore ki Haveli gaan. Deze dans-, muziek- en poppenshow zou zeker de moeite waard zijn volgens Jaap. Nou, deze keer mag hij blijven, want het is echt ontzettend leuk. Bij de entree van de Haveli staat een vingervlugge goochelaar die ons allemaal weet te fascineren met zijn trucs. De show bestaat uit verschillende onderdelen: een (gelukkig) korte poppenshow, live muzikale begeleiden en traditionele dansen uit de verschillende regio’s. We zijn helemaal onder de indruk van de hekkensluiter; een oud vrouwtje met tig potten op haar hoofd danst en deze combineert met het uitvoeren van enkele kunstjes (ze danst op glas; danst op een metalen schaal en haalt met haar mond een zakdoek uit een voorwerp dat op de grond staat). Ook is er een mooie bellendans, waarbij een van de drie danseressen een wel heel mooie uitstraling heeft. Ze lacht en geniet duidelijk van haar act en houdt ervan om mensen te entertainen.

Na afloop gaan we een hapje eten aan de overkant bij Natural City View, waar we een mooi uitzicht hebben over de stad en het Lake Palace. Het eten is niet top en we krijgen per twee of drie personen geserveerd. Door de straten trekt een soort optocht die blijkbaar te maken heeft met het Dushera festival.

Even na elven gaan we lekker naar bed.

Terug naar boven

Udaipur – Jaipur

We staan om half zes op, zodat we na een ontbijtje om zeven uur kunnen vertrekken naar Jaipur, de “Pink City". Vandaag wordt weer een lange reisdag, want de planning is dat we rond zes uur pas aankomen op de plaats van bestemming.

Over een wel erg slechte weg rijden we Udaipur uit en na een uur of drie stoppen we voor een koffiepauze. In tegenstelling tot onze gebruikelijke koffiepauzes in een schone en toeristische locatie, is dit een stop bij een “restaurant” waarbij iedereen het te ranzig voor woorden vindt. Net voordat we binnen komen wordt alles wat op de tafels ligt, nog even snel op de grond geveegd. Niemand durft het risico te lopen hier echt iets te bestellen, dus we kiezen massaal voor een verzegelde zak chips en een flesje cola. Ik moet dringend naar de wc, maar ook deze is echt kippenvel opwekkend vies. Ik sta met mijn voeten in het vocht, en ook op de wc-rand (zonder bril) ligt overal vocht. Ik weet niet wat de samenstelling hiervan is, maar het is nog te vies om boven te hangen, bang dat ik er wellicht toch mee in aanraking kom. Ik ben dan ook erg blij als ik van mijn kleine boodschap verlost ben en raad Truus aan om ergens in de bosjes te gaan. Snel weg hier!

We rijden verder naar Jaipur over een betere weg en om half twee stoppen we voor een lunchpauze. Hier hebben ze tenminste schonere wc’s en ook het eten is niet verkeerd. In het souvenirwinkeltje kopen we onze houten souvenirs waar we al zo lang naar op zoek zijn; een mooie grote olifant (iets strakker design dan we waar dan ook gezien hebben), een klein olifantje met hierin nog een kleiner olifantje en dezelfde variant van een kameel en een Ganeshabeeldje. De laatste drie zijn natuurlijk voor in het cd-kastje. We beginnen de onderhandelingen op IR 25.000, maar de prijs gaat al snel omlaag en uiteindelijk komen we uit op IR 7.500. Wij zijn tevreden met de prijs en onze souvenirs worden ook nog eens goed ingepakt in bubbeltjesplastic. Waarschijnlijk hebben zij er genoeg aan verdiend, want anders zouden ze niet zoveel moeite doen.

Weer terug bij de bus vraagt onze chauffeur wat we uiteindelijk betaald hebben. Het blijkt dat we het goed gedaan hebben. De vorige toerist had alleen al voor de olifant IR 8.200 betaald.

De reis naar Jaipur (“Pink City”) verloopt voorspoedig en om vijf uur komen we bij het hotel Bissau Palace aan. Dit hotel is blijkbaar een monument en ziet er van de buitenkant erg mooi en gezellig uit. Helaas zijn de kamers een tegenvaller; geen airco en erg primitief. We krijgen een van de slechtste kamers toegewezen. We hebben één bed, wat met moeite als twijfelaar door het leven kan, terwijl een aantal singels met een eigen kamer twee bedden ter beschikking hebben. Daarnaast is naast onze kamer de receptie met een zitje, waardoor we ook nogal wat geluidsoverlast hebben. En als toegift, ligt onze kamer vol in de zon (heb ik al gezegd dat we geen airco hebben), waardoor de temperatuur zo’n 33 °C is. Iets waar ik niet zo heel goed tegen kan. We kunnen de ramen en gordijnen ook nog niet open doen, want dan zitten we (gezien de ligging van onze kamer) in een grote peepshow.

Rond zes uur vertrekken we met de bus om een hapje te gaan eten bij Mr. Singh. Dit is de voormalige chauffeur van Jaap en hij is zo gastvrij om de hele groep bij hem thuis uit te nodigen. Op weg hiernaartoe, rijden we langs een sloppenwijkje. Vivian is zo slim om hier te willen stoppen en uit te stappen om de mensen wat zeepjes en afgedankte kleding te geven. Ze is erg verrast als de kleren uit haar handen worden gegrist en zij zich opeens toch niet zo veilig voelt. Tja, het is niet echt een handige actie, maar het komt vanuit een goed hart…

Kissue kan de weg niet vinden in deze grote stad en regelt dat Mr. Singh ons op de motor komt halen. Via allerlei steegjes en onverharde weggetjes volgen we Mr. Singh en komen uiteindelijk bij hem thuis uit. Deze busrit lijkt meer op een jeepsafari, dan die eerder deze vakantie. Fijn dat dit toch nog even recht wordt getrokken…

We worden heel gastvrij ontvangen bij Mr. Singh. Bij binnenkomst krijgen we van zijn dochter een rode stip op ons voorhoofd en nadat de hele familie ons de hand heeft geschud gaan we het dak op. De hele buurt is uitgerukt en staat naast het huis naar ons te kijken. Vooral de kinderen vinden het heel interessant, al die gekke blanke mensen, dus zwaaien we vrolijk naar ze en doen net alsof we allemaal foto’s van ze maken (het is te donker voor echt een mooi plaatje).

Er wordt rijkelijk rum met kleine beetjes cola gedronken. Vervolgens krijgen we een voortreffelijke maaltijd met rijst, groenten, naan en geitenvlees. Ondanks dat ik tot nu toe gelegenheidsvegetariër ben geweest, wil ik hier wel een hapje van proberen. Het is echt ontzettend lekker! Kissue speelt vanavond ober en heeft zo te zien een hele leuke tijd. Iedereen zit gezellig te kletsen en het is een echte topavond. Pintu moet op de bus passen.

Rond half elf vertrekken we weer naar het hotel. De zoon van Mr. Singh rijdt met ons mee om ons de weg terug te wijzen. Als bedankje voor deze avond, krijgt hij van Chet zijn pas gekochte nep-Armani horloge en de jongen is hier dolgelukkig mee. Iedereen is erg te spreken over de avond en ik heb de indruk dat ook Mr. Singh en zijn gezin hebben genoten. Daarnaast zal hij waarschijnlijk in aanzien zijn gestegen in de buurt, vanwege het bezoek van zoveel blanke vrienden.

Na een half uurtje rijden zijn we weer terug in onze hete kamer. In positieve zin, zou je kunnen zeggen dat dit een zwoele nacht wordt. Ik vind dit echter net een stapje verder, gewoon een ordinaire zweetnacht dus…

Terug naar boven

Jaipur

Om zes uur gaat de wekker, want we willen het Paleis der Winden (Hawa Mahal) bij zonsopkomst fotograferen. Omdat we allebei niet zo’n zin hebben om zo vroeg op te staan en twijfelen of het wel verstandig is in de schemering door deze wat twijfelachtige buurt te lopen, besluiten we lekker te blijven liggen.

Uiteindelijk staan we om acht uur op en zitten we een uurtje later aan het ontbijt. Er is helaas weinig keuze. De omeletten zijn op, op de roereieren staat water en het warme Indische eten is ook niet echt waar je ’s ochtends naar uitkijkt. Het wordt dus toast met banaan. Het ontbijt wordt geserveerd door een uiterst trage en onsmakelijk uitziende man. Een echte inspiratiebon…

Aan het ontbijt is bijna iedereen aan het klagen over de kamers. Bij Ali lopen de mieren over het bed, bij Willem en Willeke is het ontzettend goor en heet. Alleen Truus en Marinus hebben een suite waar weinig aan mankeert. Maar ook zij klagen, want wij hebben allemaal huisdieren op onze kamers en zij niet...

Na het ontbijt hebben we nog even de was gedaan en wat chips gegeten als aanvulling op het ontbijt. We besluiten om niet naar een andere kamer te verhuizen, gezien de verhalen van de anderen. Wie weet wordt het nog erger, dus we houden het maar bij onze eigen sauna.

Rond half twaalf gaan we te voet de stad in. Het is ontzettend vies en de stank is niet te harden. Het is zo vies dat ik een paar keer bijna over mijn nek ga.

We lopen eerst naar de Chandpol Gat en van daaruit naar het Paleis der Winden. We lopen door een lange winkelstraat en het is opvallend dat de mensen hier een stuk minder vriendelijk zijn dan in de rest van Rajasthan. We worden aangesproken door een man die een mooi uitzichtpunt weet en natuurlijk ook een winkeltje heeft. Na even met hem gepraat te hebben, wimpelen we hem af en lopen we verder.

Na een wandeling die langer is dan we gedacht hadden, komen we uiteindelijk aan bij het Paleis der Winden. Dit is een stuk kleiner en minder mooi dan we verwachtten, maar we maken natuurlijk wel het standaard fotootje.

We lopen verder naar het observatorium waar allerlei sterrenkundige meetinstrumenten en zonnewijzers staan. Onderweg hier naartoe wordt veel en opdringerig gebedeld. De armoede lijkt hier een stuk groter dan in de andere steden. Jaipur is natuurlijk ook een van de grootste steden van Rajasthan. Voordat we het observatorium in gaan, komen we Ali tegen in een fietsriksja. Hij is op weg naar het waterpaleis. Hier willen wij ook wel naar toe, maar besluiten om eerst het observatorium (snel) te bekijken en het postkantoor op te zoeken.

Het observatorium is fotogenieker dan we vooraf dachten, dus we lopen wat langer rond dan gepland. Als we het terrein aflopen, worden we aangesproken door een fietsriksja chauffeur die ons een citytour wil aansmeren. We geven hem aan dat we geen citytour willen, maar wel interesse hebben in een ritje naar het postkantoor en het waterpaleis.

We spreken een uurtarief af met de man. Dat is de grootste fout die je kunt maken, want daarna fiets hij op z’n dooie gemak door de stad en wil bij allerlei winkeltjes stoppen. Ik geef meerdere keren aan hier geen behoefte aan te hebben en naar het postkantoor te willen. Op een gegeven moment merken we dat hij de stad uit fietst. Nu is de maat vol! Ik vraag waar hij naar toe gaat, want het is duidelijk niet naar het postkantoor. Blijkt dat hij onderweg is naar het waterpaleis en dat terwijl ik meerdere keren heb gezegd dat we eerst naar het postkantoor willen (vanwege de sluitingstijd). Ik zeg hem te stoppen en we stappen uit. Ondanks dat hij misschien geen goed Engels spreekt, kan de man duidelijk uit mijn woorden en houding aflezen dat ik hier niet van gediend ben en dat hij naar zijn centen kan fluiten. Martin twijfelt nog even of we dit wel kunnen maken, maar ik loop weg. De man is dit duidelijk niet gewend, maar komt ook niet achter ons aan voor zijn geld. Hij wist duidelijk dat hij fout zat.

We lopen terug richting de stad en houden een tuktuk aan om ons naar het postkantoor te rijden. Deze wil misbruik maken van het feit dat hier weinig verkeer is, maar ik ben nog redelijk op dreef door de actie van net, dus ik gooi me vol in de onderhandelingen. Voor een klein bedrag worden we naar het postkantoor gereden. Het is een behoorlijke rit door de hele stad, ik kan me niet voorstellen dat hij hier veel aan verdient.

Op het postkantoor posten we de kaarten, nadat we ze binnen hebben laten afstempelen. Het is blijkbaar het gebruik om niet netjes in de rij aan te sluiten en op je beurt te wachten. Als ik dat door heb, pas ik me aan aan dit gebruik en zijn we zo aan de beurt.

Hierna gaan we op zoek naar de McDonald’s om te lunchen. Hij zou ergens in de buurt moeten liggen, maar we lopen de halve stad door, maar we kunnen hem niet vinden, dus regelen we een fietsriskja. De man spreekt helaas geen woord Engels, maar een monteur die aan een tuktuk ligt te sleutelen, schiet te hulp en geeft de riksjaman instructies over waar hij heen moet. Bij de McDonald’s genieten we van onze chicken nuggets, frietjes en cola.

Als we buiten komen, staat onze riksjaman op ons te wachten. Hij zegt dat hij ons voor IR 20 terug naar het Bissau Palace wil brengen. Eenmaal onderweg blijkt dat hij niet weet waar het hotel ligt en moet hij de weg vragen aan een aantal tuktuk chauffeurs. Bij het hotel aangekomen, heeft de riksjaman zijn tarief zonder overleg bijgesteld. Hij wil nu opeens IR 50. We waren van plan om hem uit eigen initiatief meer dan de afgesproken prijs te geven, aangezien het een lange rit was, maar omdat hij er nu zelf om vraagt, krijgt hij niet het bedrag wat we in gedachten hebben. Na een boze reactie van de man krijgt hij IR 35.

Om vier uur komen we terug op onze kamer, waar de dettol-lucht van het schoonmaken nog hangt. We doen nog even een wasje en nadat we gedoucht hebben vertrekken we met een groot gedeelte van de groep naar Raj Mandir (bioscoop) om een Bollywoodfilm (Dil Bole Hadippa!) te bekijken en de sfeer in een Indische bioscoop te ervaren.

De bioscoop ligt naast de McDonald’s en is van binnen mooi versierd en erg groot. We mogen binnen helaas geen foto’s maken, maar de inrichting heeft een hoog Disney-gehalte. De film met Rani Mukherjee en Shahid Kapoor gaat over een jonge vrouw die zich als man voordoet om mee te doen met een mannen cricket team en een belangrijke wedstrijd tegen Pakistan te winnen. De trainer en de vrouw worden verliefd, krijgen ruzie, winnen de wedstrijd in de herkansing en uiteindelijk komt alles goed (natuurlijk). Het is een simpel verhaal, maar wel zo prettig, aangezien de film in Hindi is (en niet ondertiteld). Het enige moment dat ik de ondertiteling echt mis is op het einde, als de vrouwelijke hoofdrolspeelster een pleidooi houdt over de rechten van vrouwen/emancipatie in India.

Het opvallende is dat er niet gekust wordt in de film, dat is blijkbaar niet gepast in de Hindi-cultuur. Overigens is het inderdaad een belevenis, zo’n Indische bioscoop. De Indiërs achter ons kunnen vooral de knappe en sexy geklede vrouwen wel waarderen en laten dit duidelijk blijken door hun gejoel. Ook wordt er uitgebreid meegeleefd met de film, met aaah’s, oooh’s, gejoel en geklap.

Na de film gaan we nog wat eten bij de Mc (alweer) en rond half elf worden we door onze tuktukjes weer bij het hotel gedropt.

Mijn blote schouders hebben trouwens de hele dag de nodige aandacht getrokken van de Indische mannen. Ik word zelfs nog nageroepen als “sexy lady”. Volgens Martin helemaal terecht.

Conclusie van vandaag: dit is een vieze stad en het slechtste hotel tot nu toe.

Terug naar boven

Jaipur

Om half zes gaat de wekker en zo’n drie kwartier later zitten we klaar voor het ontbijt. Willem en Willeke zitten al een kwartier te wachten, dus we doen gezellig met ze mee. Uiteindelijk krijgen we rond half zeven eindelijk een ontbijtje. Het is deze keer niet veel meer dan toast met banaan en een omelet. Echt de moeite van het wachten waard dus…

Om zeven uur vertrekken we met de bus naar het Amber Fort, een optionele excursie voor de liefhebbers. Chet zou eigenlijk mee gaan, maar aangezien hij maar niet komt, vertrekken we toch. Waarschijnlijk heeft hij zich bedacht. Net onderweg belt Chet; hij heeft zich verslapen en is daardoor net te laat, maar hij wil wel graag mee. Hij wordt onderweg door een riksja gedropt zodat hij toch mee kan. John is in het hotel achtergebleven. Hij is gisteren in een particulier ziekenhuis bij een dokter geweest en het gaat al wat beter.

Onderweg zien we enkele olifanten lopen, die ook richting het Amber Fort gaan. Om kwart voor acht komen we zelf bij het fort aan. Er staan al enkele olifanten klaar en we kunnen bij direct aan “boord”. Op de olifanten is een plateau gemaakt, waarop je zijdelings moet zitten. Het is een stuk oncomfortabeler dan op de kameel, maar voornamelijk door de zijdelingse houding, waardoor je niet goed in het ritme van de olifant kunt meebewegen. Gelukkig duurt het ritje maar ongeveer tien minuten. Onderweg rennen een paar commerciële jongens met dure camera’s langs de weg, die volop plaatjes schieten. Hopelijk zitten er een paar leuke tussen!

Eenmaal boven, wil de olifantendrijver een fooi, en dat terwijl we al IR 570 voor dit ritje hebben betaald, waar hij IR 500 zelf van heeft ontvangen. We maken nog wat foto’s van de olifanten en besluiten hem daarna een klein bedrag als fooi te geven. Hij wil dit bedrag niet accepteren, aangezien hij een minimum fooibedrag hanteert dat vele malen hoger ligt dan hetgeen wij hem willen geven. Nou dan is het heel simpel, als hij dit niet wil accepteren, dan krijgt hij niks. Hij is wel verbaasd dat we niet meegaan in zijn absurde verzoek. Maar wetende dat hij zeker zo’n 10 ritjes op een dag maakt met zijn olifant en hierdoor een voor Indiase begrippen hoog maandsalaris heeft, heb ik absoluut geen medelijden met hem.

Als we het fort binnen willen gaan, worden we al snel aangesproken door de fotografen, die de foto’s al afgedrukt hebben. We besluiten om eerst het fort te bezichtigen. Het fort is in het ochtendlicht wel mooi, maar binnenin is er weinig te zien. Weer poortjes en bewerkte zuilen die we al meer hebben gezien. Als we het fort hebben doorlopen, kopen we twee foto’s van de olifantentocht voor. De andere van deze fotograaf vinden we niet mooi. We moeten een eindje lopen voordat we bij de bus zijn. Op de parkeerplaats, komen de foto’s van de andere fotograaf tevoorschijn. Na een sterk staaltje onderhandelen, kunnen we zeven foto’s voor dezelfde prijs op de kop tikken.

Daarna gaan we via het waterfort, waar we een korte fotostop maken, naar de apentempel. Bij de apentempel zien we minder apen dan verwacht. We kopen geen voer, omdat we denken dat de apen hierop af komen en agressief zullen gaan graaien. Dat valt in de praktijk echter behoorlijk mee (een enkele uitzondering daar gelaten), er zijn zoals gezegd minder apen dan verwacht en echt ondervoed zijn ze ook niet.

De tempel die op zich niet bijzonder is, ligt wel in een mooie omgeving. Een groep vrouwen is zich aan het baden en via een stiekem fotoplekje maak ik hier foto’s van. Geen pornografisch materiaal, want zoals overal wassen de mensen zich met de gewaden aan. We klimmen naar boven, naar het echte tempel gedeelte. Hier worden we verwelkomd door een man met cobra en twee schattige kinderen. Hij doet zijn trucje natuurlijk alleen tegen betaling. De tempel zelf gaan we niet in, want hij is erg klein en we moeten weer onze schoenen uit doen.

We maken een lunchstop bij restaurant The Royal Treat. Het eten is goedkoop en erg lekker. Ik koop hier nog een cd met Bollywoodliedjes (leuk als herinnering). Ik hoop alleen dat ik de cd ook thuis kan afspelen, maar die gok nemen we dan maar.

Daarna rijden we naar Gaitor, waar de graftomben van de Maharadja’s staan; een aantal rijk bewerkte koepeltjes.

Hierna stoppen we bij een antiek/souvenirzaak. We krijgen eerst uitgelegd hoe de diverse stoffen en tapijten worden gemaakt. Vervolgen krijgen we wat te drinken in de showroom voor de tapijten. Hier krijgen we een demonstratie in verkooptechnieken. De tapijten zijn (soms) enorm groot en behoorlijk prijzig. We hebben niks nodig, maar een mooi Perzisch tapijt is er voor de liefhebbers zeker te vinden. Nadat we de winkel met kleding hebben bekeken, gaan we snel naar de uitgang. Ik wil eigenlijk graag een mooie sjaal kopen, maar de varianten die ik mooi vind, kunnen Martin niet bekoren.

We rijden snel terug naar het hotel. Gisteren zijn een aantal mensen naar een goede doelen project gegaan, waar ze zeer over te spreken zijn. Ik vraag of er nog mensen zijn die hier interesse in hebben en vraag Jaap om te regelen dat wij hier vandaag nog naar toe kunnen. We worden opgehaald door een busje van de organisatie en worden afgezet bij het schooltje c.q. ateliertje voor de meisjes. Hier krijgen we eerst uitleg over het project Ladli en kunnen daarna de meisjes aan het werk zien. We kopen zomaar wat kettinkjes en andere prulletjes die erg duur zijn, maar op deze manier willen we het goede doel graag steunen. Een van de meisjes ontfermt zich over mijn mandje met spullen die ik wil kopen. Ik vraag haar wat ze zelf heeft gemaakt en alhoewel ik de wijnfleszak niet echt mooi vind, koop ik hem wel.

Mijn ring uit Guatemala en mijn armbandje uit de Galapagos eilanden trekken de aandacht en worden, eigenlijk zonder vragen, van mijn lijf gehaald en grondig geanalyseerd door de juffen ter inspiratie. De meisjes vinden de aandacht geweldig en willen (meestal) graag op de foto. Ook Martin krijgt privé-uitleg van een van de meisjes over het armbandje dat ze aan het maken is.

Het project ondersteunt straatkinderen in Jaipur (> 100.000) met scholing en wasgelegenheden, Daarnaast zorgt de organisatie ervoor dat een gedeelte van de opbrengst op spaarrekeningen voor de kinderen wordt gestald, waarmee ze later een appartementje kunnen huren.

We nemen afscheid van de kinderen en bij het hotel geven we de verzamelde zeepjes en shampoo mee voor het project.

Na een snelle opfrisbeurt gaan we eten in een hip restaurant op de vijfde verdieping van een gebouw. Het kost onze chauffeurs de nodige moeite om het te vinden en we moeten zelf nog een eindje lopen. Bij het betalen van de tuktuk word ik belaagd door grijpgrage handjes van een hele meute straatkinderen.

Het eten is er lekker en redelijk geprijsd. We zitten samen met Truus en Marinus als een van de eersten in het restaurant omdat we vroeg willen eten. Langzaam druppelt de rest ook binnen. Na het eten, gaan we met vijf man in één tuktuk terug naar het hotel. Het is de tuktuk met allerlei Nederlandse spreuken (“klant is koning”, “ik ben goedkoper dan de HEMA”, enz.) en de hele spontane chauffeur. Omdat het eigenlijk niet toegestaan is om met zoveel mensen (lees: toeristen) in een tuktuk te reizen, moeten we het laatste stuk lopen omdat de chauffeur in de verte een politieagent ziet en bang is een boete te krijgen met vijf passagiers.

Rond tien uur zijn we terug in het hotel, waar we de tassen inpakken voor onze reis naar Agra.

Terug naar boven

Jaipur – Fatehpur Sikri – Agra

De wekker gaat ook vandaag weer vroeg. We besluiten te ontbijten met energierepen, zodat we om zeven uur kunnen vertrekken. De reacties op het hotel zijn overwegend negatief. René moest van kamer ruilen voor nieuwe gasten. Dieptepunt is nog wel dat Nea een rat in de prullenbak op de badkamer heeft gehad. Deze verrassing was uit het doucheputje gekropen. Lekker!

Ik ben erg misselijk en het lijkt alsof mijn maag salto’s maakt. Ik ga vooraan in de bus zitten en Willeke is zo lief om een zakje voor me te regelen (just in case)…

We rijden over een goede weg naar Agra en mr. Singh krijgt een lift. Hij rijdt samen met Kissue en Pintu door naar Delhi.

We stoppen bij een restaurantje om te ontbijten. Ook hier is weer een souvenirwinkeltje en natuurlijk kunnen Vivian en Adriaan het niet laten om iets te kopen. Daarna rijden we door naar het vogelreservaat Keoladeo, een Nationaal Park waar met name in de regentijd meer dan 300 vogelsoorten te bezichtigen zijn. Bij de ingang krijgt Kissue het aan de stok met medewerkers van het reservaat die weer een nieuw regeltje hebben bedacht. Er moet een ranger meerijden naar de ingang tegen betaling. Daar worden we opgewacht door een aantal fietsriksja’s. Met hen rijden we een eindje het park in en onderweg zien we wat vogeltje (o.a. ijsvogel) en onderduikende schildpadden. Blijkbaar komen in het park ook cobra’s voor, maar die hebben we niet gezien. Tijdens de tocht regent het zachtjes.

Na een uurtje is de fietstocht afgelopen en gaan we verder. We stoppen bij een restaurantje om te lunchen en rijden door naar Fatehpur Sikri, de voormalige hoofdstad van de Moghulvorst Akbar. Hier is weer een fort te vinden en wat verlaten gebouwen. De weergoden zijn ons niet goed gezind, want het blijft zachtjes regenen. Het aantal toeristen is hier al aanzienlijk groter dan enkele dagen eerder. De bedelende/verkopende straatkinderen vluchten echter snel weg als een politiewagen aan komt rijden.

We rijden door naar Agra, waar we rond half zes aankomen. We nemen afscheid van Kissue, Pintu en Mr. Singh. Jaap en Cilia geven een afscheidspeech voor de mannen. Ze krijgen een lekker cadeautje als bedankje; een fles sterke drank. Dan maken we nog even een groepsfoto bij het hotel. De liefhebbers kunnen hun souvenirs in de bus laten, dan zorgt Kissue ervoor dat deze na terugkomst van Kathmandu weer klaar liggen. Hoewel we alle vertrouwen hebben in Kissue, besluiten we onze souvenirs bij ons te houden. We zijn er niet zo zeker van dat anderen ook zo voorzichtig met onze souvenirs omgaan. Wij slepen onze zooi dus gewoon mee en hopen dat alles bij de trein- en vliegreis goed gaat.

’s Avonds gaat (bijna) de hele groep eten bij Only, een restaurant vlak bij ons hotel (Amar). Het is maar een klein stukje, dus wij willen lopen. We krijgen echter gratis riksja-ritjes aangeboden. Blijkbaar krijgen de chauffeurs een gratis drankje als ze iemand bij het restaurant afzetten. Nou, dan springen we de laatste meters wel even in de riksja en maken de mannen gelukkig.

Nadat we gegeten hebben (heerlijke spring rolls) lopen we terug naar het hotel. Jaap haalt een tuktuk chauffeur over om ons IR 20 te betalen om met zoveel mogelijk mensen in één tuktuk te rijden. Uiteindelijk zitten we met 9! passagiers aan boord en krijgt de chauffeur een leuke fooi voor zijn sportieve gedrag.

Terug naar boven

Agra – Varanasi (nachttrein)

Vandaag gaat de wekker weer om half zes. Het plan is om de Taj Mahal bij zonsopkomst te bekijken en daarna te ontbijten. We trekken onze kleren aan en poetsen snel onze tanden. Als we de kamer verlaten, komt Willem het de vervelende mededeling dat het regent… en niet zo’n klein beetje. We halen snel onze poncho’s tevoorschijn en kunnen verder alleen de camera’s meenemen. Blijkbaar wordt er streng gecontroleerd en mogen we verder weinig meenemen.

Om zes uur vertrekken we door de stromende regen te voet naar de Taj Mahal. We worden vreemd aangekeken door enkele riksjamannen door deze actie. Hoe dichterbij we komen, hoe harder het begint te regenen. Na twintig minuten staan we bij het kaartjesloket en mogen we voor IR 750 per persoon naar binnen. We vragen of we geen korting krijgen omdat het regent, maar de man geeft aan dat we hiervoor eigenlijk extra moeten betalen, aangezien weinigen dit meemaken. Lucky us!

Door een grote toegangspoort krijgen we zicht op een mistige Taj. We zijn niet de enigen die zo vroeg zijn opgestaan, maar het is relatief rustig. De regen heeft in elk geval één voordeel: we kunnen een paar foto’s maken zonder (veel) toeristen. Hoewel het natuurlijk vele malen leuker is om de Taj in de zon te zien, is het een toch erg mooi en elegant bouwwerk. Zeker van veraf is het een sprookjes-/Aladdinpaleis. Van dichtbij is de afwerking perfect en niet vervallen, zoals bij veel van de voorgaande paleizen. Binnenin is het donker en daardoor weinig bijzonder gebouw.

In de stromende regen nemen we nog wat foto’s en op onze blote voeten met overschoentjes gaan we terug om onze schoenen op te halen. Je zou verwachten dat deze weeromstandigheden verzachtende omstandigheden vormen, waardoor we onze schoenen aan mogen houden. Maar regels zijn regels, ook als de regen in volle glorie van boven komt. Overigens zijn er enkele mensen die menen zich niet aan dit respectvolle gebruik moeten houden en sneaken toch met schoenen naar binnen (ook mensen van onze groep).

Om acht uur zijn we terug in het hotel voor een ontbijtje en besluiten we toch een kleine citytour te doen met de tuktuk. Samen met Truus en Marinus gaan we eerst naar de baby Taj; een miniversie van de Taj aan de overkant van de rivier. We denken toegangskaartjes te hebben voor verschillende bezienswaardigheden, maar natuurlijk moeten we toch weer extra betalen voor de tax. We besluiten het handig aan te pakken dus gaan alleen Truus en ik naar binnen. Nadat we wat foto’s hebben gemaakt, gaan we op advies van de chauffeur naar de achterkant van de Taj om daar foto’s te nemen.

Helaas zijn de weergoden ons slecht gezind, want ook daar komt de regen met bakken uit de lucht. Jammer, want dit is een prachtige fotospot. Vanaf hier heb je echt een prachtig uitzicht op het immense bouwwerk.

We rijden terug naar het Rode Fort, maar omdat het blijft regenen, hebben we niet eens een foto gemaakt. We vragen de chauffeur ons naar een supermarkt te brengen waar we wat chips, cola en koekjes kopen voor onze treinrit. Daarna rijden we nog naar Costa Coffee, een koffietent vlakbij het hotel. De chauffeur doet erg zijn best om ons nog naar een winkeltje te brengen. Als we daar binnen zouden kijken, krijgt hij IR 50. We hebben hier echter helemaal geen zin in. Bovendien heeft hij het ritje van IR 400 wel heel makkelijk verdiend, aangezien we slechts een klein deel van de tour hebben gedaan.

In het koffiehuis drinken we lekker een bakje thee met heerlijk gebak en rond kwart voor een zijn we terug in het hotel. Hier hebben ze ondanks ons nadrukkelijk verzoek de kamer niet gereserveerd tot zes uur, dus werkt onze keycard niet meer. Nadat we ook dit probleem weer hebben opgelost, gaan we onze kamer in. Gelukkig staan onze spullen er nog. We zetten de fan voluit om de kleren te drogen en pakken onze bagage. Gelukkig hebben we nog tijd om een paar uurtjes te slapen, want er staat ons letterlijk een slapeloze nacht te wachten…

Dan begint het drama. We vertrekken richting de nachttrein naar Varanasi, één van de oudste nog steeds bewoonde steden ter wereld. Het is nog een heel eind rijden en ik heb nu al een knoop in mijn maag. Tijdens de bustour geeft Jaap de indeling in de coupés door en wekt de indruk dat we als groep bij elkaar zitten. Dit stelt me een beetje gerust.

Op het station aangekomen is het echt een gore bedoening. Overal waar je kijkt kruipen ratten en Truus en Chet krijgen nog wat geluk van boven (vogelpoep). Er komen diverse treinen langs en het is net een veetrein. Dit is echt niet leuk!

Met nagenoeg een half uurtje vertraging komt onze trein. We moeten er snel in en de dragers zorgen voor onze tassen. Nu blijkt dat wij helemaal niet als groep bij elkaar zitten (ik vond de nummering al vreemd). De meesten zitten wel bij elkaar, maar wij zitten in een gedeelte met Indiërs. Dit is voor mij echt de druppel. Alles is eng, smal, stinkt, plakkerig, broeierig en nu ook nog dit. Ik snap niet hoe Jaap deze indeling kan maken. Tijdens het ontbijt heb ik hem nog aangegeven hoe ik hierover dacht en waarom. De paniek slaat toe en ik begin te hyperventileren. Jaap heeft dit wel in de gaten, maar doet net alsof hij het niet mee krijgt. Omdat een aantal groepsleden hem hierop aanspreken, moet hij hier wel aandacht aan schenken. Willem en Willeke zijn gelukkig zo lief om met ons te ruilen, zodat wij bij Truus en Marinus kunnen slapen. Onze “coupé” wordt als hangplek door een gedeelte van onze groep gebruikt. Hierdoor wordt het toch nog gezellig. Overigens is het paniekgevoel dat me bekroop niet geheel onterecht, want een paar weken nadat we thuis zijn gekomen van onze reis, blijkt een soortgelijke trein in India een ongeluk te hebben gehad, waarbij veel mensen vastgeklemd hebben gezeten…

Rond half elf doen we een poging tot slapen. Helaas lukt dit niet, maar ik kan toch redelijk ontspannen rusten.

Terug naar boven

Varanasi

Ondanks dat we met vertraging zijn vertrokken, komen we maar ietsje later aan dan gepland. Jaap zou ons eigenlijk op tijd waarschuwen, maar dat is blijkbaar niet gelukt. We moeten nu gehaast onze schoenen aantrekken, spullen verzamelen en door de smalle gang naar buiten kruipen. We hebben de tijd maar net op tijd kunnen verlaten. In het reisprogramma staat dat de treinrit een bijzondere ervaring zou moeten zijn (dit wordt ook bevestigd door Jaap). Ik zie even niet wat hier bijzonder aan is, het is gewoon een vieze, goedkope nachtmerrie! Als het even kan, raad ik iedereen aan dit “avontuur” te vermijden…

We verzamelen op het perron en gaan naar onze nieuwe bus die ons in ongeveer tien minuten naar ons hotel brengt. Het is zes uur ’s ochtends…

Jaap geeft ons als goedmakertje een kamer met een echt 2-persoons bed. Het hotel is niet top, maar dit is inderdaad wel een van de betere kamers. Vanaf hier hebben we direct uitzicht op het drukke straatleven.

We hebben een klein uur de tijd om ons op te frissen voordat ontbijt mogelijk is. Helaas hebben we geen toiletpapier, handdoeken en warm water. Voordat dit geregeld is, is het zeven uur en hebben hierdoor geen tijd meer voor ontbijt.

Jaap heeft een stadstocht geregeld en ondanks dat we doodop zijn, besluiten we toch maar om mee te gaan. Met de fietsriksja gaan we naar de Ghat (oude stad). Hier lopen we langs de Ganges en zien veel kleurrijke plaatjes en heiligmannen. Aangezien er nogal wat van deze heiligmannen rondlopen, vraag ik Jaap wat je moet doen om heiligman te worden. Het blijkt dat iedere Brahmaman ervoor kan kiezen het “beroep” van heilige uit te oefenen. Bijzonder (ik dacht altijd dat het een roeping was)…

Ook lopen we naar de belangrijkste plek van de lijkverbranding. Hindoes geloven dat wie sterft in Varanasi verlost wordt van de cyclus van wedergeboorte. We krijgen uitleg over het ritueel en ondertussen liggen er diverse brandende lichamen. Helaas mag je hier uit respect voor de doden en hun familie geen foto’s maken. Verder zijn er bepaalde spelregels rondom de ceremonie. Zo mag tijdens de ceremonie niet gehuild worden. Omdat vrouwen te emotioneel zijn, mogen ze de ceremonie niet bijwonen. Niet iedereen/alles mag verbrand worden. Uitgesloten zijn kinderen (ongeschonden bloem), zwangere vrouwen (dragers van de ongeschonden bloem), zieke mensen (ter voorkoming van verspreiding ziektes via as?!), heiligmannen en dieren. Deze worden in de rivier “gegooid” op ceremoniële wijze. Ondanks dat al deze viezigheid in het water drijft, is het een heilig ritueel om in het water van de Ganges te baden. Volgens onze gids is nog nooit iemand ziek geworden van het water (over sterfgevallen doet hij geen uitspraken)…

Nadat we in de clocktower een tijdje naar de lijkverbrandingen hebben gekeken, lopen we verder door de oude stad. Het is er broeierig heet en overal ligt een laag ondefinieerbare smurrie op de weg.

We stoppen ergens om wat te drinken; een koel colaatje voor Martin en een lekker lassi (soort waterige milkshake) voor mij.

We lopen terug naar de riksjastandplaats. Onze riksjaman brengt ons terug naar het hotel. Hier doen we nog even de was en slapen een paar uurtjes. Om kwart voor vijf verzamelen we om naar de ceremonie van moeder Ganges te gaan. Met onze vaste riksjachauffeur rijden we weer naar de Ghat, waar we op een boot stappen die heen en weer langs de verschillende ghats vaart. Uiteindelijk stoppen we bij de ceremonie en blijven een uurtje kijken naar jonge Brahmamannen die (bijna) synchroon allerlei rituelen uitvoeren.

Tijdens de ceremonie zetten we zelf nog een soort waxinelichtjes in het water en mogen bij elk lichtje een wens doen. Ik doe nog een paar wensen voor ons, de ouders en Frans en Suus. Aan het einde van de ceremonie begint het te regenen, nadat het in de verte al heel de tijd aan het onweren was. We besluiten terug te gaan naar het hotel en daar een hapje te eten. Om acht uur staat het diner gepland, maar wij besluiten om gelijk te gaan eten en niet te wachten, zodat we lekker op tijd naar bed kunnen. Heerlijk!

Terug naar boven

Varanasi (boottocht)

Hindoestaanse gelovigen komen van heide en verre om vóór zonsopkomst een reinigend bad te nemen in de voor hun heilige rivier, dus gaat om tien voor vijf de wekker om dit ritueel te kunnen observeren. We worden echter gebeld door Jaap met de mededeling dat het blijkbaar niet druk is aan de Ganges en we daarom pas om zeven uur verzamelen. We kruipen lekker terug in bed.

Om zeven uur regent het een beetje en we verwachten dat we een van de weinigen zijn die meegaan op de boottocht over de Ganges. Tot onze verbazing is bijna iedereen aanwezig en vertrekken we met onze vaste riksjachauffeur naar de Ganges. Deze keer hebben we een overdekte boot, waarmee we over de rivier varen. Martin kruipt benedendeks, terwijl ik samen met een paar gekken op het dak kruip. Het is erg rustig aan de Ganges, wellicht een gevolg van de regen?

We zien een beetje hetzelfde als gisteren, badende mensen, drijvende lijken (terwijl een paar meter van het lijk iemand zijn tanden zit te poetsen met hetzelfde water…) en nog een lijkverbranding. We mogen vanaf een bepaald punt niet fotograferen en ik benut de mogelijkheden die er zijn maximaal, maar daarna hou ik me helaas uit respect aan de regels. Net als iedereen. Nou ja, bijna iedereen, want Ali blijft gewoon filmen.

Na de tocht gaan we op een dakterras ontbijten en eten we lekkere pannenkoeken. Ik heb weer eens geluk. Ondanks dat ik als een van de eersten besteld heb, blijf ik maar wachten. Het blijkt dat de bananen op zijn (en dat terwijl Martin al een tweede pannenkoek besteld en ontvangen heeft) en er nieuwe gehaald moesten worden. Blijkbaar wordt hier niet praktisch gedacht bij het opnemen van de bestelling of het uitleveren hiervan. Als iedereen die een bananenpannenkoek had ontvangen, een plakje banaan minder had gekregen, hadden ze voldoende gehad. Of ze hadden kunnen aangeven dat er niet voldoende bananen waren, waardoor ik of iemand anders zijn bestelling had kunnen wijzigen. Ik ben inmiddels toch wel echt toe aan een ontbijtje…

We lopen richting de riksjamannen en raken de groep kwijt. Blijkbaar is Jaap vergeten hoeveel mensen onder zijn hoede zijn, want ondanks dat we vlak achter de rest liepen, zijn we hen spontaan kwijt. Het is lastig de weg te vinden in de wirwar van steegjes, dus besluiten we met John, Chet en Ali naar de Ganges te lopen en de weg hierlangs te vervolgen, zodat we toch bij de riksjastandplaats uitkomen.

We willen eigenlijk gaan slapen, maar Martin heeft erg veel pijn. We besluiten op zoek te gaan naar een dokter. Nu maar hopen dat we niet terug naar huis moeten en het mooiste van de vakantie (Nepal) zullen missen.

Het kost nogal wat moeite om Jaap te pakken te krijgen, dus bel ik Baobab. Uiteindelijk weten we Jaap toch ergens op te duikelen en helpt hij ons een dokter te vinden. Via de hotelreceptie wordt geregeld dat een dokter naar het hotel komt. Als we een hele poos om deze vriend hebben gewacht, krijgen we een telefoontje van Jaap dat de dokter toch niet komt en hij een dokter op loopafstand van het hotel heeft gevonden, waar de toeristen naar toe gaan en wij met voorrang behandeld worden. Snel gaan we naar de dokter en we mogen direct doorlopen. Hij stelt een paar vragen en komt gelijk met een diagnose zonder Martin ook maar met één hand te hebben aangeraakt. Ik vind het een beetje vreemd dat hij Martin hiervoor niet hoeft te onderzoeken, dus vraag hem of het niet verstandig is dit wel te doen, al is het maar om de diagnose te bevestigen. Zonder rubberen handschoenen wordt Martin aan een onderzoek onderworpen. Gelukkig valt het allemaal mee en krijgen we een heel assortiment aan medicatie mee.

Martin verdiept zich in de medicatie en voorziet problemen in de combinatie van de antibiotica en de malariatabletten die we de komende dagen moeten slikken. We besluiten de vakantiedokter van de ziektekostenverzekering te bellen. Die helpt ons snel met informatie en we besluiten om de antibiotica te gebruiken.

’s Avonds eten we vroeg in het hotel zodat we lekker op tijd naar bed kunnen. We krijgen op de kamer een telefoontje van Truus die belt om te informeren hoe het is gelopen. Zij was erbij toen we Jaap belden om ons te helpen. Erg attent!

Terug naar boven

Varanasi – Shivpatinagar

De wekker gaat weer vroeg en nadat ik me vakkundig over mijn patiënt heb ontfermd, kunnen we gaan ontbijten. We bestellen een standaardontbijt, maar we moeten toch erg lang wachten op het eten en afrekenen.

Om acht uur vertrekken we met de bus naar Shivpatinagar, het dorp dat dient als tussenstop naar Nepal. We hebben lunchpakketjes gekocht omdat er onderweg weinig mogelijkheden zijn om te stoppen. Dit blijkt te kloppen, want rond een uur of twaalf stoppen we pas bij een restaurantje waar we wat chips, Fanta en koekjes kopen. De eigenaar begint masalathee en soep te serveren, terwijl niemand iets heeft besteld. De soep is lekker, dus ik neem een kopje, maar de rest wordt teruggestuurd naar de keuken. Het blijkt een misverstand te zijn met de bestelling van Willeke. We krijgen echter wel de rekening voor het geheel, maar hebben alleen betaald voor hetgeen we ook daadwerkelijk gegeten hebben.

Hierna rijden we verder door een mooie groene omgeving met veel rijstvelden. De weg is erg slecht; blijkbaar is er tijdens de moesson veel beschadigd. We stoppen een paar keer voor een plaspauze en horen tijdens het rijden op een gegeven moment een harde knal. Helaas, we hebben een klapband. We trekken de aandacht van de locals die toevallig langskomen. Het hulpje van de chauffeur moet nagenoeg het hele werk alleen doen en kruipt zelfs onder de bus om zaken geregeld te krijgen. Uiteindelijk lukt het hem om de band te verwisselen, maar legt hij er een band op die erg weinig profiel heeft. Als dat maar goed gaat…

Het wordt donker en de chauffeur blijft erg hard rijden over de slechte weg. We worden heen en weer geslingerd, zeker op de achterste rijen (waar we zijn gaan zitten zodat Martin af en toe kan liggen en zijn achterwerk kan ontzien) is zo’n rit geen pretje. Zowel de bus, de chauffeur als de weg zijn belabberd. Ondanks dat we dachten een goede bus te hebben, blijkt deze vol mankementen te zitten. Als de bus over een hobbel rijdt schiet mijn raam naar voren (open) en de stoel voor me naar achteren. Dit terwijl de beenruimte op z’n minst krap genoemd moet worden. Achterover leunen in mijn eigen stoel is er ook niet bij, want door het gebonk van mijn hoofd tegen de stoel krijg ik een lichte hersenschudding.

Rond kwart voor acht komen we aan bij een oud koloniaal pand dat dienst doet als hotel. De oorspronkelijke aankomst was eerder gepland (zo tegen vijven). We krijgen een enorm grote kamer, wel vol oude zooi, maar toch… Truus en Marinus hebben weer de beste kamer en er rijzen toch bij verschillende mensen wat twijfels over de kamerverdeling... ’s Avonds krijgen we een dinerbuffet en kunnen we redelijk snel naar bed. Op onze kamer wacht nog een verrassing, we hebben namelijk een huisdier; onze eigen huispad. Hij springt tussen onze tassen en aangezien ik bang ben dat we het beestje misschien per ongeluk pletten, proberen Martin en ik hem samen naar buiten te werken. Dan kunnen we samen naar bed.

Terug naar boven

Shivpatinagar – Chitwan NP

De wekker gaat om kwart voor zes, zodat we om half zeven kunnen ontbijten. We kijken nog even rond en zien dat we in een prachtig groene omgeving zitten. Omdat we gisteren pas laat en in het donker zijn aangekomen, hebben we dat niet kunnen zien. Jammer dat we vandaag alweer hier weg moeten, want hier kan ik wel van genieten.

Om half acht vertrekken we naar de grens met Nepal. Na anderhalf uur komen we hier aan. De tassen worden overgeladen op fietsriksja’s en te voet gaan we eerst naar de immigratiedienst van India. Daar doen ze blijkbaar moeilijk (volgens Jaap), maar toch is alles redelijk snel geregeld. Daarna lopen we naar de douane van Nepal. Hier moeten we wat formulieren invullen en kunnen daarna in onze nieuwe bus plaatsnemen. Onze nieuwe buschauffeur heet Taco. De bus heeft lekker comfortabele stoelen, maar heeft helaas geen airco. Gelukkig blijkt dit achteraf geen ramp te zijn, want de arko is voldoende. Nepal is een stuk minder heet dan India.

Door een prachtig groen heuvellandschap rijden we naar Chitwan. De wegen zijn een stuk beter en het valt direct op dat alles hier een stuk schoner en verzorgder uit ziet. Onderweg stoppen we een keer voor een fotostop. Hier zit een groepje Indische toeristen te picknicken en ze nodigen ons uit met hen mee te eten. We waarderen en bedanken voor hun aanbod en maken gezellig een praatje met ze, maar gaan dan snel weer verder. Rond vier uur komen we aan in Chitwan. Het is een klein dorpje dat geheel om het toerisme draait en barst van de lodges.

Nadat we de spullen in onze kamers hebben laten zetten, verzamelen we op het terras voor een drankje en krijgen we uitleg over het park en de excursiemogelijkheden. Er is een heel scala aan mogelijkheden. We willen natuurlijk graag rhino’s zien en er is hiervoor een tocht in het park en eentje erbuiten. Die laatste wordt vooral aanbevolen door Jaap en de lokaal agent. Wij twijfelen echter en willen de rhino’s echt graag zien. Iedereen gaat voor de tocht buiten het park omdat deze langer duurt en ze verder blijven zoeken totdat ze de rhino’s gevonden hebben. De tocht in het park duurt precies een uur, omdat dit is voorgeschreven door de overheid en wordt ons een beetje tegen gemaakt, maar eigenlijk willen we deze tocht ook doen. Eens kijken of het ergens in het schema past.

We gaan eten in een klein restaurantje. Het dorpje is opvallend rustig en schoon, een verademing met de hectiek van India. We zijn verbaasd dat we gewoon midden op straat kunnen lopen, zonder aangeklampt te worden door bedelende/verkopende mensen. Na het eten gaan we terug naar de Rhino Lodge.

Terug naar boven

Chitwan NP

Ook vanochtend gaat weer vroeg de wekker en om half zeven zitten we aan het ontbijt. Weer toast met omelet en banaan… Een uurtje later vertrekken we voor de junglewalk in Chitwan NP. In het park zijn verschillende dieren te vinden; krokodillen, herten, apen, neushoorns en tijgers. Ik ben vooral geïnteresseerd in de laatste twee. Eens kijken of we geluk hebben…

De ene helft gaat eerst een eindje kanoën en daarna wandelen, de andere helft gaat alleen wandelen. Wij hebben ervoor gekozen alleen te wandelen. De extra tocht in de gammele “kano” (veel meer dan een uitgeholde boomstam is het niet) hoeft niet zo voor ons. Toch ontkomen we er niet helemaal aan, want om in het park te komen, moeten we de rivier oversteken.

We worden vergezeld door een gids, die zich vanaf het eerste moment probeert in te dekken met de boodschap dat we waarschijnlijk weinig wild gaan zien. Nou, lekker dan…

Door het niet al te dichte bos zoeken we naar wild. De gids had helaas gelijk, veel wild zien we niet. Alleen wat apen (Makaken), heel veel rood/zwarte kevers (cotton bug of iets dergelijks) een kleine en wat grotere bloedzuigers en een aantal mooie vlinders. Ook wijst de gids ons constant op sporen (inclusief uitwerpselen) van rhino’s en beren, maar het zijn alleen sporen dat ze er zijn geweest. “Live” laten deze beesten zich niet aan ons zien. Na twee uur wandelen komen we weer terug bij de rivier en spotten één krokodil. Het is een gaviaal. Helaas schrikt het beest van Willem en ben ik net te laat om een mooie foto te maken (ik was net in positie als de gaviaal weg zwemt). Na drie uur wandelen zijn we er klaar mee. Het is te warm en ook de beesten (die zich toch al voor ons verstopten) liggen te rusten.

Na de wandeling hebben we een bloedzuigercontrole. En jawel hoor, als enige heb ik een kleine bloedzuiger op m’n lichaam, net boven de rand van mijn broek. De gids verwijdert hem snel en weerlegt helaas de niet zo charmante opmerking over dat de beestjes aangetrokken worden door vet niet.

Als we de rivier weer oversteken, blijkt er nog één krokodil te zitten. Het is een ander soort, dat ook als agressiever bekend staat en deze specifieke krokodil staat bekend als de dogkiller. Als we uitstappen wil ik een foto van de krokodil maken en zie ik een hond aan komen lopen om een slokje te drinken. De krokodil heeft de hond goed in de gaten en komt door het water gegleden om de hond te pakken. Met mijn camera in de aanslag weet ik niet goed wat ik moet doen. Natuurlijk wil ik van de ene kant graag een actieshot, maar ik wil ook zeker niet dat de hond het niet overleefd. Gelukkig heeft de hond de krokodil, al is het erg laat, in de gaten en gaat de hond in de verdediging door een grote mond op te zetten. De dappere rakker blaft er flink op los. En al lijkt de krokodil er niet van onder de indruk, uiteindelijk vertrekt hij. De hond blaft nog een paar keer brutaal na en krijgt nog net geen applaus van het publiek.

In de lodge aangekomen doen we eerst even een dutje. We vereffenen ook nog even onze rekening bij de man van het winkeltje aan de overkant. Martin heeft hier vanochtend water gehaald, maar had geen kleingeld om te betalen, dus kreeg hij het water zo mee. Mooi te zien dat er nog vertrouwen is in de mensheid en wij willen dat vertrouwen natuurlijk niet beschamen.

Na het schoonheidsslaapje gaan we het stadje in om wat souvenirs te kopen. In het eerste winkeltje worden we gastvrij onthaald. Het winkeltje wordt gerund door man en vrouw en vooral het vrouwtje is erg nieuwsgierig. We moeten van alles vertellen over waar we vandaag komen, tot Nederlandse gebruiken en andere vakantiebestemmingen toe. Het feit dat we niet getrouwd zijn en toch in één huis wonen, wekt de nodige verbazing. Het vrouwtje verteld me (buiten de gehoorafstand van haar man) dat zij uitgehuwelijkt is en dat ondanks dat ze het niet altijd leuk hebben samen, het goed werkt. Ze verwacht binnenkort een kindje. Helaas kunnen we in het winkeltje niet vinden wat we zoeken.

We lopen bij een aantal andere winkeltjes naar binnen en twijfelen heel lang over wat we willen kopen. We willen eigenlijk twee maskers; één van een rijk versierde godin en één van een rijk versierde Ganesha. We kunnen echter niet twee maskers van gelijke grootte vinden. Uiteindelijk kopen we één grote Ganesha. Natuurlijk moet er een leuke kleine neushoorn bij voor in het cd-kastje. Aangezien we ons moeten haasten voor onze trip naar de olifantenfarm, zijn onze onderhandelingen minder sterk (we hebben geen tijd om het wegloopspel te spelen). We hadden vandaag eigenlijk ook de olifantentocht in het park willen doen, maar deze overlapt met de olifantenfarm, dus kiezen we hiervoor (goede keuze overigens, want de tocht in het park gaat niet door omdat de olifanten “op” zijn).

Om vier uur vertrekken we naar de olifantenfarm. Eenmaal daar aangekomen, moeten we eerst nog de rivier oversteken. Dit doen we met een hele wankele kano. Ik maak me zorgen over de camera. Het bootje wiebelt wel heel erg en we moeten allemaal op onze hurken zitten en oppassen dat we niet vallen of omkiepen. Truus wordt bijna panisch van deze toestand.

Aan de overkant is de olifantenfarm, waar we worden verwelkomd door een heel jong olifantje, dat los loopt tussen de toeristen. Iedereen wil graag met dit schatje op de foto, maar het is nog niet zo makkelijk om dit te realiseren. Het beestje vindt de aandacht wel leuk, maar staat geen moment stil en natuurlijk lopen er constant mensen om hem heen. Uiteindelijk lukt het Martin toch om wat leuke plaatjes van mij met dit moppie te schieten.

De farm valt eigenlijk een beetje tegen. Er zijn een stuk of 20 olifanten, al dan niet met kleintje, die geketend in een soort open schuurtjes staan. Dit gebeurt blijkbaar alleen ’s nachts. Overdag kunnen de olifanten blijkbaar in het bos grazen.

Nadat we door de wankele kano weer terug zijn gebracht (na eerst even in de file voor de kano te hebben gestaan), rijden we terug naar de lodge. Hier wacht om zeven uur een buffet en na afloop krijgen we een dansvoorstelling van een soort stokkendans. Het ziet er niet heel erg gecoördineerd uit, maar ze weten zo te zien te voorkomen dat ze op elkaars vingers slaan. Een dansje is met gezang en bij een ander mag de groep meedoen. Martin en ik passen hiervoor (ondanks dat ik best mee zou willen doen) en ik maak foto’s van de gekken die zich wel uitleven.

Terug naar boven

Chitwan NP

Vandaag staan we om kwart over zes op, ontbijten om zeven uur en een uur later worden we opgewacht voor de olifantensafari buiten het park. We worden naar een terrein gebracht waar tientallen toeristen staan te wachten voor een ritje op de olifant. Sommige olifanten hebben opvallend veel haar, vooral op hun kop (het lijken net toupetjes).

Na even gewacht te hebben, mogen we samen met Willem en Willeke in één bakje. Het is nogal een uitdaging om in het bakje te kruipen, maar het lukt. Het zit echter voor geen meter en aangezien Martin en ik achteruit hobbelen, zien we de takken niet aankomen, waardoor ik regelmatig “klappen” krijg. Dat hebben we duidelijk niet handig aangepakt.

Het is echt lopende band werk. Onze olifant moet blijkbaar vijf tochten van twee uur per dag maken. Het uitzicht vanaf de olifant is erg mooi, maar door de oncomfortabele houding kunnen we niet optimaal genieten. Onderweg zien we een paar herten (spotted deer), wat aapjes en een ijsvogel. We vragen aan de berijder of ze hier wel eens neushoorns zien, maar de man zegt dat hij hier nog nooit eentje heeft gezien. We zijn er weer ingetrapt. Mooie verhalen over 95% kans dat we een rhino zijn en dat toeristen de dag voor ons 10 neushoorns tijdens een tocht hebben gezien is dus gewoon flauwekul. Het hotel heeft zelf drie olifanten die worden gebruikt voor de tochten en ook om te wassen, dus hebben ze er alle belang bij om ons juist op deze olifanten te krijgen. Achteraf gezien was het naïef te denken dat we hier rhino’s zouden zien, want het park wordt door de rivier gescheiden met de omgeving waar wij door trekken en volgens mij steken rhino’s niet zomaar de rivier over. Stom, stom, stom.

Na afloop voelen de meesten zich een beetje bekocht. Het was duidelijk te toeristisch en neushoorns kunnen je al van ver horen aankomen (als ze überhaupt al hier komen) en zijn in geen velden of wegen te bekennen. Bovendien worden de olifanten slecht behandeld. De meeste berijders hebben een grote ijzeren staaf waarmee ze de olifanten slaan of met de scherpe punt achter het oor prikken. Veel van de olifanten hebben wonden op verschillende plekken op hun lijf.

We geven bij Jaap aan dat we graag de tocht in het park willen boeken, maar blijkbaar willen ze dit gewoon niet regelen.

Na dit fiasco gaan we terug naar het hotel. Hier zou ik als enig overgeblevene een olifant gaan wassen om elf uur. Van tevoren waren er meer geïnteresseerden, maar om de een of andere reden is iedereen afgehaakt. Wel handig, want nu heb ik tenminste een privéolifant. We blijven wachten, maar er is nogal wat onduidelijkheid over waar onze olifanten zullen baden. We besluiten bij het kleine strandje te wachten waar meerdere olifanten gewassen worden. Er was een leuk tafereeltje van een jong olifantje en zijn jonge berijder. Ze spelen heerlijk in het water. Even later wordt het olifantje even wat manieren bijgebracht door een oudere berijder. Hij wordt erg hard geslagen en gestoken met de ijzeren staaf. Ik kan me niet inhouden en roep dat hij hiermee moet stoppen. Het liefst zou ik de man zelf een pak slaag met die staaf geven, eens kijken wat hij er dan van vindt.

Na bijna drie kwartier wachten, arriveren onze olifanten. Ik mag op vlak terrein opstappen, maar ondanks dat de olifant voor me op de knieën gaat, is het nog niet zo makkelijk om op deze grote meid te kruipen. Jaap en een Duits stel wassen ook een olifant. Ik mag lekker badderen met mijn olifant en zij is blijkbaar erop getraind de toerist er in het water af te werpen. De eerste keer lukt het de olifant, maar daarna weet ik me goed vast te houden. Nadat de olifant me een paar keer eraf heeft willen gooien, door in het water te gaan liggen en te rollen, krijgt zij commando’s om mij met haar slurf nat te gooien. Dit vindt ze blijkbaar leuk, want ze blijft maar doorgaan en ik vind het geweldig. De olifanten van ons hotel worden gelukkig minder hard behandeld. Er is veel bekijks vanuit de groep en een aantal willen graag met de olifant op de foto. Dan mag ik de olifant wassen. Zij gaat in het relatief ondiepe gedeelte liggen en met een steen wordt haar huid gescrubt. Ik vind dit echt een geweldig ervaring.

Hierna rusten we wat uit op de hotelkamer en als we om vier uur de ossenkartocht willen maken, hebben we last van een echt tropische bui. We wachten nog zo’n twintig minuten en gaan vervolgens met Truus en Marinus een rondje rijden. De wachttijd gebruiken we om de route van Willem over te nemen op onze landkaart.

Onze ossenkar rijdt erg traag en bovendien blijft een van de ossen voortdurend achter. Na een klein uurtje stoppen we in een dorpje, meer dan een paar huizen zijn het niet. Onze gids is vrij uitvoerig in zijn uitleg, maar veel is er eigenlijk niet te zien. Alles is erg primitief, maar wel opgeruimd. De kippen zijn met gekleurde bandjes gelabeld, zodat ze weten welke kip van wie is. De mensen zijn vriendelijk en soms zelfs schuw. De gids geeft aan dat het geen probleem is als we foto’s maken, maar ik weet niet of de mensen er zelf ook zo over denken. Het wordt al snel donker, dus rijden we terug naar de lodge. Aangezien we niet zo heel erg snel zijn, is het al donker voordat we terug zijn.

We besluiten lekker met z’n tweeën te gaan eten in KC’s restaurant. Binnen zit het vol met Nederlanders (al dan niet van de andere Djosergroep). Er hangen foto’s van Katja Schuurman aan de muur. Blijkbaar heeft zij hier ook olifanten gewassen. Het eten is lekker en na afloop kruipen we in bed.

Terug naar boven

Chitwan NP – Pokhara

We kunnen vandaag uitslapen. De zes rafters van onze groep vertrekken om zeven uur en worden een heel eind weggebracht naar een rivier om te raften. Bij ons gaat de wekker om kwart over acht. Ik krijg mijn ogen bijna niet open, want er prikt iets pijnlijk in mijn oog als ik het wil openen. Blijkbaar ligt een wimpertje dwars.

Na een douche gaan we ontbijten.

Ik ga nog even snel naar de vriendelijke buurvrouw van het winkeltje om afscheid te nemen en haar veel geluk te wensen. Dan worden de tassen ingeladen en om elf uur vertrekken we om de rafters op te pikken. Na anderhalf uur rijden stoppen we ergens in de middle of nowhere. In tegenstelling tot onze verwachting zijn ze er nog niet en is er in de bloedhete zon geen gelegenheid om verkoeling te zoeken of ergens een hapje te eten. Na ruim een uur komen onze rafters eindelijk op dit punt aan. De niet-rafters zijn erg geïrriteerd dat Jaap niet verteld heeft en dat het raften ons een halve dag Pokhara zou kosten. Ook blijkt dat zij onderweg al ergens geluncht hebben. Om iets van de verloren tijd in Pokhara in te halen, besluiten we in elk geval in een ruk door te rijden, met als gevolg dat we dus allemaal geen lunch hebben gehad en moeten teren op de koekjes en chips die we bij ons hebben.

Na een ritje door een groene omgeving met rijstterrassen komen we tegen het einde van de middag in Pokhara aan. We krijgen wat excursiemogelijkheden aangeboden. Wij willen graag een trekking op eigen gelegenheid doen en morgenochtend gaan paragliden, dus geef ik ons op voor de eerste vlucht morgenochtend zodat we daarna de trekking nog kunnen doen.

Om half zeven verzamelen we in de lobby om te gaan eten. Ondertussen spreken we met Vivian en Adriaan af dat we morgen samen de trekking zullen doen. Ook zij willen van tevoren gaan paragliden. Als ze dit willen regelen blijkt het paragliden niet meer beschikbaar op het gewenste tijdstip. Tot onze verbazing blijkt ook dat ondanks dat wij het als eerste hebben aangegeven voor ons ook niks geregeld is. John en Chet hebben na ons geboekt en hebben een ticket gekregen, maar wij hebben niks gekregen. Blijkbaar hadden we meteen moeten betalen, maar toen ik de man van de receptie bij het boeken vroeg of het zo goed was (waar Jaap naast stond) zou alles goed zijn. En nu opeens niet meer. Met Jaap’s houding kan ik ook al niks. De man achter de receptie zegt dat hij in de tijd dat wij gaan eten, zal kijken wat hij kan regelen, maar hier wil ik niet op vertrouwen. Ik blijf naast hem staan totdat hij het geregeld heeft. En dit heeft effect. Na lang zeuren zijn voor Martin en mij vluchten gereserveerd. Adriaan en Vivian vertrouwen erop dat hij het voor hen heeft geregeld na het eten.

Ook over de trekking bestaat onduidelijkheid. De duur en zwaarte en ook het vervoer is niet geheel duidelijk. Uiteindelijk blijkt dat we een jeep kunnen regelen die ons naar Sarangkot brengt. Van hieruit kunnen we verder lopen naar Nandanda. Van hieruit moet je echter zelf je vervoer terug regelen door een lokale bus aan te houden. We blijven hierover twijfelen. Misschien pakken we een ritje naar Sarangkot voor het mooie uitzicht op het Annapurnagebergte en gaan dan weer terug met de jeep om daarna een wandeling te maken naar de World Peace Pagode.

’s Avonds gaat een groot gedeelte samen eten. Na afloop kopen we nog een weinig gedetailleerde wandelkaart en ontdekken we dat allerlei outdoorspullen van de bekende merken (o.a. The North Face, Mammut) hier spotgoedkoop zijn. Of ze echt zijn? Dat kan bijna niet tegen deze prijzen. We kopen alleen een tasje voor de handbagage, maar Vivian en Adriaan kunnen weer niet stoppen met kopen en ook John koopt een erg mooie jas.

Weer bij het hotel aangekomen, blijkt dat de receptionist die nog e.e.a. zou regelen voor Vivian en Adriaan naar huis is gegaan en niks geregeld heeft. Ze laat hem thuis bellen (het blijkt de eigenaar van het hotel te zijn), maar hij geeft aan dat het niet is gelukt. Persoonlijk denk ik dat hij niks geprobeerd heeft, want anders had hij ze ook wel netjes een briefje/boodschap achter kunnen laten. Ik ben blij dat ik eerder heb volgehouden, ondanks dat ik me op zo’n moment een bitch voel, maar onze tochtjes zijn geregeld…

Terug naar boven

Pokhara

De wekker staat op half zeven, maar Martin is al eerder wakker. Als blijkt dat het buiten helder is, gaat hij naar het dak van het hotel en maakt foto’s van een volledig onbewolkte Fishtail. Als ik ook wakker ben springen we eerst nog onder de douche en nemen een banana pancake als ontbijt. Het is een bijzondere variant; een pannenkoek met een banaan erin gerold.

Om kwart voor negen moeten we klaar staan voor het paragliden. We worden opgehaald door een busje van de organisatie. Terwijl we staan te wachten, komen we René tegen. Hij heeft blijkbaar ook een vlucht geboekt, maar dan om half tien, samen met John en Chet. Hij heeft de commotie rond het paragliden totaal gemist en heeft blijkbaar de vlucht gekregen die eerst aan Vivian was aangeboden (en die zij nog niet had geweigerd). Na wat wachten worden we uiteindelijk na negenen opgehaald door een jeep met daarin een Engels/Schots meisjesduo en een stel uit Maleisië. Een paar honderd meter verder moeten we uitstappen om bij de organisatie een papiertje in te vullen. Vervolgens pikken we onze schermen en de piloten op en vertrekken naar het startpunt in Sarangkot.

Onderweg hebben we prachtig uitzicht op het Annapurna gebergte, waar helaas wel al wat wolken ontstaan. Volgens de piloten is dit goed nieuws voor de thermiek, maar natuurlijk minder voor het uitzicht. Bij het vertrekpunt van de vlucht aangekomen zien we al een aantal paragliders. We vragen of we nog even naar het uitzichtpunt kunnen lopen, maar daar hebben we al geen tijd meer voor. Ik mag als een van de eersten en ben al vertrokken voordat Martin ingesnoerd is. Er hangen veel paragliders in de lucht, zeker een twintigtal in de buurt van de heuvel van waaraf we vertrekken. Het is nog oppassen geblazen, nu maar hopen dat iedereen de luchtverkeersregels kent…

Martin heeft een lastige start, maar een hele relaxte vlucht. Zijn jonge piloot weet wat hij doet en haalt op het einde nog wat trucjes uit. Mijn piloot is echter volgens mij niet helemaal helder. Hij is erg nerveus, trilt constant en roept een paar keer iets in paniek in een onverstaanbare taal naar andere piloten. Ik mag nergens aankomen en als ik foto’s wil maken wordt hij nog nerveuzer. Ook hangt hij ongemakkelijk naar voren, waardoor ik een verwrongen houding moet aannemen om hem niet in mijn nek te hebben hijgen. Hij vraagt regelmatig of ik oké ben, maar als ik de vraag terug stel, krijg ik geen antwoord. Niet echt relaxt dus… Terwijl iedereen bij het gebergte boven de rijstterrassen cirkelt, wijkt hij uit naar een dorpje. Voor de thermiek richt hij zich op de eagles en daarom blijft hij niet bij de rest. Ik geloof dat ik niet zo blij ben met deze oude hippie en vraag me af of hij van tevoren iets genomen heeft of hij last heeft van ontwenningsverschijnselen. Ook Martin heeft het idee dat de man ietwat versuft of high is. Ik heb niet optimaal kunnen genieten van het prachtige uitzicht en ben een beetje misselijk. Ik had het echter niet willen missen.

We worden teruggebracht naar de stad, van waaruit we naar het hotel lopen. We hoeven ons eigenlijk nergens voor te haasten, want het gebergte is nagenoeg helemaal in de wolken verdwenen. Van ons oorspronkelijke programma blijft daarom weinig over.

Om twee uur pakken we de rugzak en wandelstok en lopen richting het meer om een boottocht naar de overkant te maken en naar de pagode te klimmen. We worden onderweg aangesproken door een Tibetaans vrouwtje dat al sinds 1959 in Nepal woont. Bij haar koop ik (waarschijnlijk veel te duur) een armbandje van yakbot.

Ik maak nog wat foto’s langs de waterkant van het Phewa-meer. We lopen naar de bootverhuur. Daar is het ontzettend druk en het is niet duidelijk hoe e.e.a. functioneert. Aangezien ik me gisteren al in alle bochten heb moeten wringen om het paragliden te regelen, heb ik even geen trek om hier nu ook weer energie in te steken, dus uiteindelijk besluiten we langs de rand van het meer te lopen.

Hierna gaan we naar het dak van het hotel om te kijken naar de zonsondergang. We zien een lichte gloed in de lucht en besluiten snel naar het meer te gaan om daar wat mooie plaatjes te schieten en van het uitzicht te genieten.

We lopen nog langs wat outdoorwinkeltjes en hebben interesse in een Mammut packlite voor Martin. Na eens kritisch gekeken te hebben naar deze spullen die toch vele malen goedkoper zijn dan in Nederland (ongeveer een vijfde van de reguliere prijs), zien we dat het logo niet helemaal klopt. Ook het label binnenin is niet van het juiste materiaal, het land van productie klopt niet en het is gemaakt van ployester. Een goede nepper dus! Aangezien we hierdoor ook twijfelen aan de kwaliteit en de jas toch te dik is, besluiten we van de koop af te zien.

We gaan een hapje eten bij een tentje dat er vanaf de straat gezellig uit ziet. Het blijkt echter niet zo’n topper te zijn. Nadat we de helft van het eten hebben laten staan, gaan we ervan door. We moeten er eens goed om lachen en gaan nog even wat inkopen doen voor morgen in de bus en gaan dan terug naar het hotel.

Terug naar boven

Pokhara - Kathmandu

We willen de zonsopkomst graag zien, dus hebben we de wekker om vijf uur gezet. Het is echter nog veel te donker. Pas rond kwart voor vijf begint het enigszins licht te worden. We wilden eigenlijk vanaf het meer foto’s maken van de besneeuwde toppen, maar besluiten het niet te doen. We hebben geen tijd om een bootje te huren (het is overigens de vraag of deze al op dit tijdstip varen) en vanaf de oever zijn de bergen niet goed zichtbaar.

Martin maakt nog wat foto’s van de zonsopkomst en om zeven uur gaan we ontbijten. Een uurtje later vertrekken we. Net buiten Pokhara stopt de chauffeur zodat we een foto kunnen maken van het uitzicht. Vandaag is het prachtig weer en nauwelijks bewolking. Martin en ik rennen vooruit om op een punt te komen waar we geen elektriciteitsdraden in beeld zijn. De rest volgt tot halverwege en is alweer terug in de bus als wij klaar zijn. Och, wij hebben zo vaak op anderen moeten wachten, dan wachten ze nu maar even op ons…

Vervolgens rijden we over dezelfde weg als twee dagen eerder naar Kathmandu. Onderweg stoppen we nog bij een heel druk wegrestaurant. We komen een andere Djosergroep (trekking Nepal) tegen met een heel spontane reisleidster. Zij doen een 23-daagse reis door Nepal en hebben net een trekking van 6 dagen achter de rug met alleen maar regen, bloedzuigers e.d.. Zij adviseert ons de spring rolls (loempia’s) te nemen. Het duurt wel iets langer, maar ze zijn erg lekker.

We rijden door en komen zelfs in een file terecht, waar we in totaal zo’n uur in staan. Bergop staat alles stil en met horten en stoten kommen we uiteindelijk weer in beweging, zodat we onze reis naar Kathmandu kunnen vervolgen.

Hier is het gelijk weer een stuk viezer (maar nog niet zo vies als in India) en het is echt ontzettend stoffig. De luchtvervuiling is erg groot. We stoppen bij een of ander heiligdom met enorme gouden beelden. Ik ren de straat over en klauter tussen de locals door op een muurtje om hier een foto van te maken. Ik heb nog steeds geen idee wat dit is, maar als we er speciaal voor stoppen zal het wel belangrijk zijn. Zoeken we dus nog even op…

We rijden door naar het hotel (Marsyangdi Mandala) dat in een slechte buurt ligt en wat betreft kwaliteit matcht met de buurt. Onze kamer ligt op zich prima, maar heeft een typisch geurtje. Verder is de kamer erg primitief; de badkamer is erg minimalistisch en slecht ingedeeld (de afvoer van de douche zit achter het toilet) en later zal blijken dat het beddengoed niet schoon is (er zit een ongewassen bloedvlek in).

We gaan snel weer naar de lobby om een rondvlucht boven de Himalaya te regelen. We willen niet het risico lopen dat we dit mislopen. Jaap zorgt ervoor dat een lokale agent komt en laat hem verder alles regelen. We boeken de vroegste vlucht voor vrijdag om half zeven (donderdag was helaas niet meer mogelijk, omdat Jaap dit eerder had moeten doorgeven). Hoe vroeger de vlucht, hoe groter de kans op een mooi uitzicht. Dit principe hadden we al in Pokhara ontdekt, dus die houden we vast. De agent vraagt of hij direct moet boeken, wat betekent dat we ook meteen moeten betalen. Yes, please! Deze man regelt het wel en onze vlucht met Buddha Air is voor $ 170 p.p. geboekt.

In de reisbeschrijving van Djoser hebben we gelezen dat het aan te bevelen is een overnachting in Nagarkot te doen. We proberen dit te regelen, maar Jaap heeft nog nooit van Nagarkot gehoord. Zo zie je maar dat het loont als je zelf goed voorbereid bent… Gelukkig weet de agent wel waar we over praten. Vivian en Adriaan vinden het een goed idee en sluiten zich bij ons aan. We boeken voor de vrijdag (na de rondvlucht) een dagtrip naar Bhaktapur, met overnachting in Nagarkot.

Terwijl wij onze uitjes regelen, wordt een verrassing voor Jaap geregeld. Hij wil eigenlijk wel mee op de rondvlucht, maar heeft er het geld niet voor. Daarom besluiten we als verrassing een ticket voor hem te kopen en nog een extra bijdrage in een envelop te doen. Donderdagavond hebben we ons afscheidsdiner, aangezien dit de laatste avond is dat we samen zijn.

Hierna gaan we op zoek naar een restaurant. In de wirwar van straatje kunnen we niet direct iets vinden, maar we lopen John, Chet, Ali en René tegen het lijf. Samen met hen komen we na heel wat zoeken bij een Italiaan terecht (la Dolce Vita). Dit restaurant heeft Chet op de internetsite van Lonely Planet gevonden. Er worden mensen gevraagd van tafel te ruilen, zodat we met z’n 6-en kunnen zitten. De pizza’s zijn lekker, maar het is veel te veel. De prijs liegt er overigens ook niet om.

Samen met René lopen we terug naar het hotel. Met wat hulp van lokale politieagenten weten we de weg naar het hotel weer te vinden. Het is zo’n doolhof dat het ons alleen niet lukt.

Weer terug in het hotel kruipen we in bed. Ik zie dat er ongewassen bloedvlekken in het linnengoed zitten, dus besluit ik (aangezien ik op dit tijdstip eigenlijk alleen maar wil slapen) om me in mijn lange pyjamabroek te hullen. Echt fris is het niet, maar we doen het er maar mee.

Welterusten!

Terug naar boven

Kathmandu

’s Ochtends staan we om acht uur op en kunnen we douchen in onze bijzondere douche (met doucheputje achter het toilet). Om negen uur willen we gaan ontbijten, maar vragen we eerst bij de receptie om een citytour te regelen. Zij moet bellen om te kijken of er iemand beschikbaar is, dus gaan wij alvast ontbijten. Als we terug komen van het ontbijt, heeft zij nog geen poging gedaan om dit te regelen omdat ze het te druk heeft. We leggen haar het verzoek nogmaals voor en werken nog even onze e-mail bij. Uiteindelijk wordt het pas geregeld als wij bij haar blijven staan. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk heeft ze een auto met chauffeur geregeld die voor NR 2.000 (± € 18) de hele dag ter beschikking staat en ons naar alle gewenste bezienswaardigheden brengt.

Als de chauffeur (een jong gastje) ons komt ophalen, vraag ik de receptioniste eerst nog of hij Engels spreekt. Dat is volgens haar geen enkel probleem en gezien zijn leeftijd verwacht ik dan ook geen taalproblemen. Helaas blijkt hij maar een paar Engelse woorden te kennen: “hello”, “where are you from” en “two minutes”.

Rond half elf vertrekken we naar de eerste stoepa (Swayambunath). Als we de straat uitrijden (die erg slecht is), toetert een andere chauffeur naar ons en seint dat er iets aan de hand is. Onze chauffeur stapt uit en gaat kijken wat er aan de hand is. Als we door de achterruit kijken, zien we dat we een spoor hebben achtergelaten. Waarschijnlijk is een olieleiding kapot gegaan. Van alle kanten bemoeien mensen zich met de auto. In tegenstelling tot wat ik verwacht, worden we niet gevraagd uit de auto te stappen, maar wordt de auto met ons erin omhoog gekrikt. Het lukt hem niet dit zelf te herstellen, dus maken we een korte stop (“two minutes”) bij een verstopte garage en dan we kunnen weer verder.

Ondanks dat het een jonge gast is, laat hij een knap staaltje stuurmanskunst zien als hij ons door de hele nauwe straatjes en steile hellingen naar de Swayambunath stoepa (de ‘apentempel’) brengt. De stoepa bevindt zich in een tempelcomplex op een prachtige locatie. Bovenop een berg, omringd door groen en veel gekleurde gebedsvlaggetjes en met een prachtig uitzicht op de stad. Helaas krijgt de stoepa zelf een facelift; een deel staat in de steigers en de bekende ogen zijn afgedekt. Dat is wel jammer… We nemen wat foto’s van de stoepa en het tempelcomplex eromheen. Natuurlijk lopen er overal apen rond en zijn er talloze gebedsmolentjes.

Onze chauffeur staat braaf op ons te wachten als we onze sightseeing tour willen vervolgen naar de volgende stoepa, Bodnath. Deze stoepa is een stuk groter en fotogenieker, maar de andere is authentieker. We lopen een aantal rondjes rond de Bodnath, op zoek naar een mooie hoek om een foto te maken. Dan besluiten we op een dakterras te gaan zitten, van waaruit we het beste uitzicht hebben en combineren dit met een eenvoudige, maar lekkere lunch. Het zonnetje schijnt heerlijk. Al snel zien we de drie dames ook rond de stoepa lopen. Net als wij klaar zijn met de lunch, komen zij ook naar boven gelopen. Tja, deze plek heeft het mooiste uitzicht.

We laten ons naar de het hindoetempelcomplex Pashupathinath brengen. Dit complex ligt aan de heilige Bagmathi-rivier, waar regelmatig lijkverbrandingen plaatsvinden. We moeten betalen om dit complex in te komen. Dit is voor Nepalese begrippen echt belachelijk duur. Maar goed, aangezien we de lijkverbrandingen in India niet echt van dichtbij hebben gezien en hebben kunnen fotograferen, willen we hier toch naar binnen (de drie dames waren namelijk al hier geweest en zeiden dat je hier echt alles van dichtbij kunt bekijken).

Bij de lijkverbrandingen is het een hele bedrijvigheid. De verbrandingen zijn veel beter te zien en zorgvuldiger opgezet dan in Varanasi. Het is een komen en gaan van lijken. We hebben een hele poos zitten kijken naar alle rituelen die hierbij horen (het is wel wat luguber, maar ook wel interessant om te zien hoe het eraan toe gaat). Ondertussen hebben verschillende ambulances weer nieuwe “voorraad” aangeleverd.

We werpen nog even een korte blik op het complex zelf en maken een foto van een kleurrijke heiligman. Dan verlaten we het gebied en kopen na flink onderhandelen nog een klein gebedsmolentje voor in het cd-kastje.

We rijden door naar Durbar Square, het centrum van de stad. Het staat hier vol met tempels en pagodes en het heeft echt een authentieke oosterse sfeer. Wij zijn echter vooral op zoek naar de sextempel (Jagannath Temple). Het kost wat moeite en omdat we weten dat er Kama Sutra afbeeldingen op moeten staan, kunnen we ze uiteindelijk vinden.

Hierna brengt de chauffeur ons terug naar het hotel. Voor zijn uitstekende rijden geven we hem een flinke fooi.

We hebben nog wat tijd om ons op te frissen voordat we rond zeven uur vertrekken voor het afscheidsdiner. Jaap heeft een vriend geregeld die op de Hogeschool voor toerisme zit en deze brengt ons naar een restaurantje. Het eten hier is minder goed dan bij la Dolce Vita, maar het is te doen. Truus houdt namens de groep een korte afscheidsspeech en overhandigt hem het vliegtuigticket en een envelop met fooi. Jaap bedankt de groep heel kort en heeft een soort quiz gemaakt. De winnaars (en de verliezers) krijgen een paar typisch Nepalese babyslofjes.

Rond tien uur gaan we terug naar het hotel en pakken daar onze bagage al in voor de terugvlucht. Morgen blijven we namelijk in Nagarkot slapen en in het slechtste geval hebben we geen tijd meer om alles nog in te pakken. Zo zijn we in elk geval zo goed mogelijk voorbereid en kunnen we lekker naar bed.

Terug naar boven

Kathmandu – Nagarkot

Ai, de wekker gaat al om vijf uur. Dat valt zwaar! Alle bagage is ingepakt en we hoeven ons alleen aan te kleden en de fotorugtas mee te nemen zodat we meteen naar het vliegveld kunnen vertrekken. Maar ondanks dat we om half zes zouden worden opgehaald, staan we tevergeefs te wachten. Als er om zes uur nog steeds geen busje is en we al een aantal pogingen hebben ondernomen om in contact te komen met onze chauffeur, zien we de bui al hangen. Uiteindelijk komt er toch nog een busje en kunnen we naar het vliegveld. We zijn echt op het laatste moment op het vliegveld en om vijf voor half zeven lopen we richting de gate (de vlucht is gepland om half zeven). Hier blijkt dat het hier allemaal niet zo strak gepland is. Eerst moeten we wachten op de piloot en vervolgens op vluchten van andere maatschappijen.

Rond een uur of zeven kunnen we eindelijk de lucht in voor een mountain flight over de Himalaya. We schrikken even als we zien dat de stoelen 2-aan-2 staan, maar gelukkig zijn alleen de raamplaatsen verkocht. Over een prachtig heldere Himalaya vliegen we een rondje richting de Mount Everest. De stewardessen lopen rond en wijzen ons op de verschillende bergtoppen en hun namen. Uiteindelijk zien we de Mount Everest erg duidelijk en vliegen we terug naar Kathmandu. Dit was zeker de moeite waard en we hebben ook wel erg geboft met het weer.

We rijden terug naar het hotel en nemen een ontbijtje. We hebben nog een high-tea tegoed, die ons door het hotel wordt aangeboden omdat de ontvangst en de kamers de dag ervoor slecht waren. Erg veel stelt de high-tea echter niet voor; wat thee en een paar koekjes.

Om elf uur vertrekken we voor onze trip door de omgeving van Kathmandu. Aangezien we voor vanavond een overnachting elders hebben geboekt, wil de hoteleigenaar dat we uitchecken, zodat hij onze kamers kan verhuren. Aangezien voor deze kamers betaald is, geef ik hem duidelijk te verstaan dat hij hier niet aan hoeft te denken.

Samen met Adriaan en Vivian gaan we eerst naar Bhaktapur. Via erg stoffige wegen komen we uiteindelijk aan in Bhaktapur. Hier moeten we betalen als entree voor de oude stad. Dit is niet vantevoren afgesproken, maar we doen het er maar mee.

In de oude stad staan wat tempels met grote stenen beelden. Ook hier hebben ze een Durbar Square die erg lijkt op de Durbar Square van Kathmandu. Ik wil op het toeristentoilet mijn overtollige ballast kwijtraken, maar dat is wel zo vies! Ik ben veel gewend, maar dit is zo vies dat de rillingen over mijn lijf lopen en ik op moet passen dat ik niet over mijn nek ga. Hier ga ik dus niet voor betalen… We lopen wat rond, maken foto’s en proberen de opdringerige bedelaars en gidsen van ons af te slaan. Na anderhalf uur rond hobbelen en genoten te hebben van de omgeving, hebben we het wel gezien.

We gaan door naar Changu Narayan. Via een hele slechte weg komen we bij het dorpje aan. Hier is er weinig toerisme, maar dat maakt het wel gezellig. Er lopen veel lieve puppies rond en ik ben dan ook helemaal in mijn element als ik de schatjes op de gevoelige plaat vast leg. We lopen richting de tempel en komen langs diverse winkeltjes. We zien een man die ter plekke maskers zit te maken. We zien een mooi Ganesha en een typisch Nepalees masker. Het zijn de eerste blanke onbewerkte maskers die we tegen komen. Als we de prijzen vragen zijn we aangenaam verrast en vinden we het bijna schandalig om te onderhandelen. We lopen door naar de Tempel, die volgens de boekjes erg bijzonder is. Zo zie je maar dat deze ook een keer dringend geüpdate moeten worden, want de tempel is echt vergane glorie.

Als we weer richting de auto lopen, volgt het dieptepunt van de reis. Net als ik de pup die ik op de heenreis slapend heb gefotografeerd in actie wil fotograferen, loopt het dartelend om de hoek. Als ik echter zelf ook de hoek om loop, zie ik de pup in een hele vreemde houding liggen en blijkt dat de kleine met schokbewegingen bloed uit spuugt. De tranen lopen over mijn wangen als ik me realiseer dat het hondje stervende is. Ik roep om hulp en hoor van Vivian dat de schooljongen die voor ons liep op het hondje heeft getrapt. Ongelofelijk hoe iemand dit kan doen en dan vervolgens de onschuldige jongen uithangen. Snel vlucht de jongen weg. Adriaan rent een stukje achter hem aan en maakt hem uit voor lafaard. Ondertussen is de moeder van de pup bij hem komen liggen, zodat de kleine niet alleen sterft. Dit is echt verschrikkelijk. Ondanks dat ik weet dat we het hondje niet mogen helpen sterven (aangezien het doden van een levend wezen volgens het hindoeïsme verboden is en zeker als toerist niet slim is om te doen), zou ik ook niet weten hoe ik dit voor elkaar zou moeten krijgen. Dit wordt me allemaal te veel en ik ben niet alleen ontroostbaar, maar ik word ook misselijk van dit plaatje en zak bijna door mijn benen.

Nog onder de indruk van hetgeen juist gebeurd is, lopen we terug naar de auto die staat te wachten voor de rit naar Nagarkot. Via allerlei weggetjes slingeren we de berg op en uiteindelijk komen we bij ons hotel aan. We hebben inderdaad een mooi uitzicht over de Himalaya. Helaas is het redelijk bewolkt en zien we alleen een paar bergpieken. We gaan op een paar stoelen op het balkon zitten en genieten nog even van het uitzicht. Er waait een stevig windje en we moeten ons goed inpakken. Het is heerlijk rustig en prachtig om van de zonsondergang te genieten.

Even later gaan we samen met Vivian en Adriaan dineren. We spreken een tactiek af om niet achter hen te hoeven aansluiten bij het buffet. Meerdere gasten hebben hetzelfde idee, maar we zijn de meesten te snel af…

Na een lekkere maaltijd gaan we door de kou en vochtige lucht naar onze kamers. Op onze koude kamer kruipen we onder de klamme dekens. Het enige moment dat een warme outfit echt gewenst is en dan zit thermosetje in de grote bagage in het andere hotel.

Gelukkig blijft onze chauffeur hier slapen, dus hoeven we ons niet druk te maken of hij ons morgen op tijd komt halen. Gezien de strakke planning is dat wel een geruststellende gedachte.

Terwijl Martin het dagboek bijwerkt, krijg ik de beelden van de stervende pup niet van mijn netvlies.

Terug naar boven

Nagarkot – Kathmandu – Delhi (vlucht)

We hebben de wekker gezet om half zes. Vanaf de hotelkamer kunnen we de Himalaya zien, maar helaas is het nog te donker. Een kwartiertje later staan we op. We klimmen het dak van het hotel op, denkend dat we de enigen zijn die zo vroeg opstaan. Toch staan er al een aantal fanatiekelingen op het dak. We zien verschillende toppen tussen de bewolking door. De bewolking/mist trekt in vlagen voorbij. Soms zien we helemaal niks en soms zie je bergtoppen in het ochtendlicht verschijnen. Langzaam komt de zon op. Het genieten van de rust, stilte en natuurlijk het prachtige uitzicht valt een beetje in duigen als de luidruchtige vrienden van de Shoestring groep toestroomt. Om wat meer rust te hebben, gaan we een verdieping lager van het uitzicht genieten. Uiteindelijk komen Adriaan en Vivian er ook bij. Ze zijn niet eerder opgestaan omdat ze dachten dat de bewolking het uitzicht volledig had belemmerd.

Rond half acht (een half uurtje later dan gepland) vertrekken we richting het hotel in Kathmandu. Na anderhalf uur rijden komen we op ons bestemming aan en proberen we ons via internet alvast in te checken voor de vluchten naar Frankfurt en Amsterdam. Dit overigens tegen de instructies van Jaap in, want hij wil ons als groep inchecken. Ondanks meerdere pogingen lukt het ons niet om in te checken. We gaan naar onze kamer (die gelukkig toch niet was verhuurd), zodat we nog even kunnen douchen.

We moeten ook nog onze bagage herpakken, aangezien we nog wat souvenirtjes gekocht hebben die mee moeten. De grote Ganesha kunnen we hierdoor niet meer in de kleine bagage kwijt. Met het risico dat het masker het niet overleefd, stoppen we het toch in de grote bagage.

Dan komt Truus naar onze kamer met de melding dat het inchecken nu wel lukt. Ik ga snel naar beneden (Martin staat nog onder de douche) om dit te regelen. Via de site van Lufthansa lukt het ons wel om in te checken. Hierdoor hebben we echter geen tijd meer om te ontbijten.

Rond half twaalf vertrekken we naar het vliegveld van Kathmandu voor onze vlucht naar Delhi. Bij het inchecken van de hele groep blijkt dat we niet naast elkaar zijn ingedeeld. Jaap zou regelen dat we als groep bij elkaar zitten, maar ook als we onderling willen ruilen, blijkt dat dit niet klopt. Het is een kort vluchtje, dus we leggen ons hier in eerste instantie bij neer, totdat ik hoor dat hij voor Willem en Willeke nieuwe plaatsen naast elkaar heeft geregeld. Ik trek de stoute schoenen aan en zet mijn charmantste glimlach op en begeef me naar de incheckbalie. Het is geen probleem om stoelen naast elkaar te krijgen, dus informeer ik ook de andere stellen.

Bij de gate krijgen we een uitvoerige check van de handbagage. De mannen moeten in een ander rij dan de vrouwen. Bij de vrouwen willen nog een paar “dames” voordringen met de mededeling dat ze een vlucht moeten halen. Maar aangezien we allemaal een vlucht moeten halen, worden ze door het Nederlandse vrouwencollectief teruggefloten. Nadat de handbagage door de scanner is gegaan, wordt deze ook nog een keer handmatige doorzocht en alles (ja, echt alles) moet uitgepakt worden. De cameratas die Martin draagt is geen probleem (bij de mannen wordt blijkbaar minder streng gecontroleerd), maar de souvenirtas die ik draag nemen nogal wat tijd in beslag. Uiteraard wordt de grote olifant grondig onder de loep geworden, maar uiteindelijk mag ik doorlopen.

De boarding call van onze vlucht wordt al gedaan, maar als we bij het trapje van het vliegtuig komen, moeten we ook hier weer onze tassen laten controleren. De knuffels die aan onze tas hangen, trekken de aandacht van de vrouwelijke controleurs (waar we bewust zijn gaan staan omdat tijdens het observeren van de controle blijkt dat zij het minst streng zijn). Even gezellig een praatje maken, grapjes maken en vriendelijk blijven lachen. Dan worden we nog even gefouilleerd en mogen we het vliegtuig in. Door al deze controles vertrekken we met vertraging (hoe kan het ook anders). En blijkbaar zijn de controles (3!) niet eens goed gebeurd, want Vivian heeft een zakmes aan boord gekregen…

Uiteindelijk kunnen we vertrekken. Tijdens de vlucht hadden sommige mensen (afhankelijk van aan welke kant je zit) een prachtig uitzicht op de Himalaya (vergelijkbaar met het uitzicht dat wij tijdens onze speciale Himalayavlucht hebben gehad).

In Delhi worden we opgehaald door mr. Singh die ons naar het hotel brengt, waar we eerst douchen en daarna de stad in gaan. Het is Diwali, een populair hindoefeest dat erg lijkt op nieuwjaar; overal hangen lampjes en er wordt vuurwerk afgestoken. We willen gaan eten bij Mc Donald’s, maar deze is net als alle andere restaurants als gesloten vanwege het festival. Alleen de Pizzahut is open, dus gaan we hier een hapje eten. We krijgen gezelschap van Adriaan, Vivian, Jaap en Chet.

Het bestellen verloopt niet echt soepel. De ober neemt de bestelling op, maar schrijft deze niet op, met het gevolg dat niet alles in een keer goed gaat. Martin blijft maar wachten op zijn pizza en als iedereen al gegeten heeft, en zelfs de later bestelde toetjes heeft opgegeten en we al drie keer hebben aangegeven dat we de pizza willen, is de maat vol. Ik geef aan dat ze de pizza niet meer hoeven te brengen (Martin heeft de helft van mijn pizza gegeten en nog wat restjes van de anderen). Net als we weg willen gaan, komt de pizza. Martin eet er toch nog wat stukken van en laat de rest inpakken om mee te gaan.

We gaan terug naar het hotel en om tien uur ’s avonds vertrekken we naar het vliegveld. In de bus nemen Vivian en Adriaan al afscheid. Zij hebben een vlucht eerder.

We checken de bagage in en moeten natuurlijk ook weer de handbagage laten scannen. Het is weer een heel karwei om door de controle te komen en deze mannen zijn echt niet vatbaar voor een vriendelijk gebaar of een charmante glimlach. Maar goed, uiteindelijk mogen we doorlopen en wachten we bij de gate totdat we kunnen boarden.

Terug naar boven

Delhi – Frankfurt – Amsterdam (vlucht)

Rond twee uur ’s nachts kunnen we aan boord en even later vertrekken we naar Frankfurt. Rond zeven uur (lokale tijd) komen we aan in Frankfurt. Na de paspoortcontrole krijgen we aan de ingang van de gates weer een controle.

Om kwart over negen vertrekken we naar Amsterdam. Het is lekker weer op Schiphol en onze bagage heeft de vlucht goed overleefd. We nemen afscheid van iedereen.

Helaas rijden er dit weekend geen treinen tussen Schiphol en Utrecht, dus moeten we met de snelbus naar Utrecht. In de bus krijgen we gezelschap van Ali. De buschauffeur is van mening dat we onze handbagage ook maar in het ruim moeten zetten. Ik geef echter aan dat dit kostbare en kwetsbare spullen zijn en we deze graag bij ons willen houden. Ondanks dat hij hier duidelijk een andere mening over heeft, kan hij het ons niet verbieden als we de spullen op onze schoot houden en dat doen we dan ook. In Utrecht aangekomen, kunnen we eindelijk een trein naar huis nemen.

Terug naar boven